werd gebracht, werd in zoutketen aan de noordzijde van de haven geraffineerd. Het geraffineerde zout werd door de vissers gebruikt voor het pekelen van haring en de rest werd naar de steden om de Oostzee geëxporteerd. Dankzij de handel groeide Veere in de 15e eeuw uit tot een machtige havenstad, door sommige historici wel de Euro poort van het Habsburgse Huis genoemd7. Het huwelijk van Wolfert van Borsele met de Schotse ko ningsdochter Mary Stuart op 21 januari 1445 zal er zeker toe hebben bijgedragen dat een eeuw later de Schotse wolstapel in Veere gevestigd kon worden8. In tegenstel ling tot wat nu algemeen wordt aangenomen, is het eerste stapelcontract niet in 1541, maar in 1530 afgesloten, nadat koning James V (1513-1542) hier op 25 juni 1530 in Stir ling opdracht toe had gegeven9. Enkele jaren later negeerden verschillende kooplieden uit Edinburgh het contract en brachten hun waren naar Ant- De Stad Veere bij den Hont te zien. Kopergravure door K.F. Bensdorp, 1784, met adres van W. Holtrop te Amsterdam, (collectie J.H. Midavaine) werpen, een stad die gunstiger voorwaarden bood. Omdat hoe langer hoe meer kooplieden dit voorbeeld gingen vol gen en ook andere Zeeuwse en Vlaamse steden interesse in de stapel toonden, zat er voor de Veerse heer Maximili- aan van Bourgondië niets anders op dan met de Schotten te gaan onderhandelen over de terugkeer van de schepen naar zijn stad. In 1541 zond hij verschillende gezantschap pen met geschenken, zoals harnassen en hellebaarden, naar Schotland en in oktober dat jaar kwam de Schotse koning James V naar Veere om er met hem over te praten. Intussen deed ook Middelburg een poging de stapel bin nen haar veste te krijgen. Uiteindelijk lukte het Maximili- aan op 7 december een nieuw stapelcontract af te sluiten10. Maar daarvoor had de stad wel aan een aantal voorwaar den moeten voldoen: de Schotten wilden een eigen kerk, een kerkhof, een huis waarin ze bijeen konden komen, een cisterne en tot slot eigen rechtspraak in de stad. Na het afsluiten van het contract duurde het door een oor log met Engeland nog een jaar voordat de schepen weer in Veere konden afmeren. Uit Schotland werden wol, laken, vellen, vachten, huiden en zalm geïmporteerd en de export naar dit land bestond uit zeep, ijzer, wijn, droogwaar, zout, wede en meekrap11. Door de opkomst van Amsterdam in de eerste helft van de 16e eeuw verloor Veere zijn positie op de graanmarkt. Ook werden na 1545 minder goederen uit andere landen geïm porteerd. Een korte opleving vond plaats tussen 1598 en 1603 toen het handelshuis van Balthasar de Moucheron in Veere was gevestigd. In de eeuwen erna restte alleen nog de handel met Schotland en hadden enkele Veerenaren een aandeel in de WIC. Uit een lijst van 1651 blijkt dat er dat jaar 41 koopvaardijschepen Veere als thuishaven had den. Samen werden ze bemand met 480 manschappen en 85 jongens12. Al in het begin van de 18e eeuw kwamen de eerste klach-

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2017 | | pagina 8