De Watersnood van 1953 in Kruiningen
Nehalennia winter 2017 nr. 198
De factoren die tot de Ramp hebben geleid
ten over de terugloop van de handel. De Veerse reder The
odoras van Aller maakte in 1708 zijn zorgen hierover aan
het stadsbestuur bekend. Als oplossing droeg hij aan dat
niemand meer burgemeester zou mogen worden vooraleer
hij twee schepen had uitgereed13.
In de tweede helft van de 18e eeuw waren de handelsacti
viteiten zover gedaald dat duidelijk werd dat de ondergang
van de stad nabij was. In 1770 schreef het stadsbestuur
dat een viertal factoren hieraan ten grondslag lag: het ge
mis van de heren na de dood van de laatste heer in 1558,
het verlies van de Admiraliteit die in 1559 naar Gent was
verplaatst, de concurrentie van de naburige steden en de
opkomst van Middelburg waar de zetel van de VOC was
gevestigd14.
Tot 1798 behielden de Schotten Veere als stapelplaats. On
danks verwoede pogingen door de stad in 1802 en 1814
daartoe gedaan, werden er geen nieuwe contracten meer
afgesloten15. In de 19e eeuw had de stad geen enkele han
delsbetrekking meer en raakte in verval.
Noten
1. P.A. Henderikx, Havenplaatsen in de dertiende eeuw, in Zeeland jrg.
9 nr. 1, p. 14.
2. Zeeuws Archief (ZA), Archief Stad Veere (ASV), inv. nr. 311, fol.
45v. en 8 lr., (ZA) Archief heren van Veere, inv. nrs. 61, 64 en 68 en
J.P.Vlisvliet, Inventaris van het Oud Archief der Provincie Zeeland,
Middelburg 1876, nr. 523.
3. Z.W. Sneller, Walcheren in de vijftiende eeuw, Utrecht 1916, p. 73.
4. Unger, Bronnen tot de Geschiedenis van Middelburg III, 's-Graven-
hage 1931, p. 818-825.
5. Arno Neele, Veere en de wereld, Amsterdam 2005, p. 53.
6. Ibid., p. 69.
7. PZC, 6 feb. 1996, pag. 14.
8. H.M. Kesteloo, De stadsrekeningen van Middelburg van 1365 - 1449,
in Archief, Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen, 1883, p. 270.
9. ASV, inv. nr. GBU 3, brief nr. 118 en www.rootsweb.ancestry.com,
Cowan-L Archives.
10. ASV, inv. nr. 360, rekening van de fortificatiemeesters 1541 en Archief
Heren van Veere, inv. nr. 57.
11. Neele, p. 55 en 63.
12. ZA, Verzameling Aanwinsten Rijksarchief in Zeeland 1960 nr. 17, inv.
nr. 387.
13. ASV, inv. nr. 353, rekest Theodorus van Aller, 28 april 1708.
14. ZA, Verzameling Handschriften, inv. nr. 943, Memorie ten betooge
dat de equipage der 's Lands schepen etc., p. 12.
15. ASV, inv. nr. 203 en ASV inv. nr. GBU 3, brieven nrs. 60, 69 en 118.
Op 1 februari 1953 werden vele dorpen, steden en gebieden in het zuidwesten van ons land getroffen door overstromin
gen: 'de Ramp.' De overstromingen werden veroorzaakt door een storm die een abnormaal hoge stand van het zeewater,
een stormvloed, tot gevolg had. Ook Kruiningen en de omringende polders overstroomden. De gevolgen waren ernstig.
In en rond het dorp vielen 62 slachtoffers. In de talrijke landbouwbedrijven verdronken veel dieren. Miljoenen kubieke
meters zand werden door het water over het land verspreid en grote hoeveelheden vruchtbare landbouwgrond verdwenen
in zee. Hierdoor was de schade in de landbouw enorm.
Sjaak van Loo
Doordat de stormvloed een paar flinke gaten in de zeewe
ring had geslagen, had de zee vrij spel en omdat de polders
onder hoogwaterpeil lagen, werden de grote materiële ver
liezen nog elke dag door de eb- en vloedstroom vergroot.
Het heeft helaas maanden geduurd voordat de dijken
gedicht konden worden en de situatie weer enigszins kon
worden hersteld.
Het zoute water heeft nog jaren na de ramp invloed gehad
Verkeersbord aan de rijksweg A58 in de ondergelopen polder van
Kruiningen.
op de landbouwgronden. De invloed van het zoute water
op de gebouwen, die toen een tijdlang in het water hebben
gestaan, is tot op de dag van vandaag te zien. De invloed
van de Ramp op de infrastructuur is dusdanig geweest dat
deze grotendeels moest worden herzien en vernieuwd.
Het dorp en de polders werden nooit meer zoals voor de
Ramp. Maar: de mens heeft de zee overwonnen; door hulp
van velen is Kruiningen hersteld en vervolgens aanzienlijk
gegroeid.
De invloed van de Ramp op de mensen die de ramp over
leefden en op hun nakomelingen is groot geweest. Er be
staat nog altijd een grote belangstelling voor die tijd. Het
is belangrijk dat toekomstige generaties de feiten van 1953
kennen, zodat zij zich bewust zullen zijn van het altijd
sluimerende gevaar van overstromingen in leefgebieden
die onder hoogwaterpeil liggen.
Land dat onder het hoogwaterniveau ligt
Grote delen van Nederland en zeer zeker van Zeeland lig
gen onder hoogwaterniveau. Al heel lang wonen er in deze
gebieden mensen en de grond is vruchtbaar, zodat velen er
sinds mensenheugenis hebben kunnen leven van de land
en tuinbouw. De nabijheid van de zee maakte ook visserij
mogelijk.