Markten in Veere
Noot 4?
J.H. Midavaine
De vrije markt
De vrije markt werd iedere woensdag en vrijdag gehou
den. In de Middeleeuwen werden daar veel goederen uit
Antwerpen verhandeld die wekelijks met het marktschip
werden aangevoerd. Volgens een 'Vonnesse op 't broot van
buten' van 22 december 1520 mocht daar op woensdag
ook buiten de stad gebakken brood worden verkocht1. Op
19 december 1522 bepaalden burgemeesters en schepenen
dat de verkopers van halsdoeken, banden en dergelijke
van buiten de stad met hun kramen op de markt op de
plaats van de lijnwaadverkopers (verkopers van linnen
goed) moesten staan, en zich ook aan de regels moesten
houden die voor die handelaren in de ordonnantie voor
het staan op de markt waren vastgelegd2.
Uit een gerechtelijk stuk uit 1556 blijkt dat ook lakenver-
kopers uit Amiens hier hun waren aan de man probeerden
te brengen. Na een klacht van een Veerse lakensnijder
bepaalde het stadsbestuur dat ze slechts één dag in de
week op de markt mochten staan3.
Na het verplaatsen van de korenmarkt van de Coren-
marckt naar de Breestraat op 6 oktober 1597,
werd de volgorde waarop de marktkooplui
op de markt kwamen te staan in een nieuwe
ordonnantie vastgelegd. Op het blauw gepla
veide gedeelte tussen de Stadhuisstraat en het
huis De gouden Molen werd de korenmarkt
gehouden. Daarna kwamen de kramen van
de vleesverkopers, gevolgd door die met wol,
laken, broeken en kousen, daarna die van de
kramers en vervolgens die met linnengoed. Ze
werden gevolgd door de kramen van de vette-
wariërs (verkopers van vettige winkelwaren als
olie, smeer, kaarsen en dergelijke), de kruide
niers, de oude kleerkopers en de groentekra-
men. Op het eind van de Markt werd de zui
velmarkt gehouden. Tussen de Nauwstraat (nu
Vuilstraat) en het Vleeshuis aan de overzijde
van de Markt stonden de kramen met fruit.
Van de Nauwstraat in de richting van de Kaai
werd de garenmarkt gehouden. De kramen van
de handelaren in kannen en glas, gevolgd door
de hoedenverkopers en de kramen met blik
stonden achter de voorgaande kramen van de Kerkstraat
in de richting van de Kaai, en de boekverkopers, hande
laren in potten, pannen, ijzerwerk, zeven en bezems van
de Kerkstraat in de richting van de Oudestraat. De markt
vulde de hele Breestraat en het aanbod van producten was
groot en zeer gevarieerd.
Na afloop van iedere markt waren de bewoners van de
Breestraat verplicht de rommel voor hun huizen op te rui
men en de straat schoon te vegen, op straffe van een boete
van 12 groot Vlaams (30 guldencent).
Op de kramen met garen, vlas en lijnwaad na, die op 24
december 1584 een andere plek kregen toegewezen, is
deze volgorde eeuwenlang gehandhaafd gebleven5.
De vismarkt
Vis was het belangrijkste lokale product dat in Veere op
grote schaal werd verhandeld. De markt was in handen
van de Veerse vissers en viskopers. Ze verkochten de vis
in de Middeleeuwen met name aan bezoekende koop
lieden uit de Vlaamse en Brabantse steden, die ze in hun
eigen steden weer verder verkochten aan de consumenten
aldaar. Naast haring werden ook platvis (tong, schol en
Ld.
1%
Nehalennia voorjaar 2018 iil 199
schar), paling, karpers, steur, bruinvis, oesters en mosse
len, en een enkele keer ook zeehonden verhandeld6. Jaar
lijks werd de vismarkt door de rentmeester van de Veerse
heer verpacht. Voor iedere gekochte last haring moest de
koper de kerkmeesters een 'Godspenninck' betalen, een
bedrag van 4 groot Vlaams (10 guldencent) dat ten goede
kwam aan de kerk7.
De eerste vismarkt werd gehouden in dertien visbanken
op een afgebakend terrein bij kapel Kijckgau tegenover de
grote brug op de Kaai. Aan de westzijde ervan stonden de
verkopers met bakvis. Rond 1505 werd de markt verplaatst
naar een hal met twee banken naast de Campveerse Toren.
Als er meer kooplui waren dan er plaats was in de hal,
moest een aantal van hen zijn vis in de openlucht verko
pen8.
In 1709 keerde de vismarkt weer terug naar zijn oude plek
op de Kaai. Erbij werd een afslagershuisje gebouwd dat in
1772 is vernieuwd9. Na een opbloei van de garnalenvis
serij in 1935 werd het huis rechts naast het stadhuis als
visafslag in gebruik genomen. Tot slot werd de vis van
1948 tot 1961 verhandeld in de vismijn schuin tegenover
de Kraanstraat op de Kaai.
In de Middeleeuwen werd de vis aangevoerd door Veerse
en Domburgse vissers die Veere als thuishaven hadden.
Daarnaast kwamen ook regelmatig Vlaamse vissers uit
Nieuwpoort, Duinkerken en Oostende hier hun vis afzet
ten. In de periode 1477-1486 lagen er zo'n veertien en in
1569 tweeëntwintig haringbuizen in de haven. In de 17e
eeuw zien we een daling van het aantal vissersschepen.
Voeren er in de 16e eeuw vanuit Veere nog negentig ter
visvangst, in 1651 waren dat er vijfenveertig en in 1680
nog slechts twaalf10. In de 18e eeuw ging het met de vis
serij snel bergafwaarts en alleen al in het eerste decennia
daalde het aantal pinken van achtentwintig naar dertien".
Na 1753 was het met de pinkvisserij gedaan en tot de
afsluiting van het Veersegat in 1961 bleven alleen de zoet
water- en kleine visserij over.
Behalve de vismarkt verpachtte de rentmeester in de eerste
helft van de 16e eeuw ook een palingmarkt. Ook daar
van kwam een deel van de opbrengsten ten goede aan de
kerk12. Aanvankelijk hield men hem in de openlucht, maar
in 1566 werd er een klein vishuis voor gebouwd13. De
plaats waar hij werd gehouden is niet bekend.
De korenmarkt
Graan was in de Middeleeuwen het belangrijkste import
en exportproduct in Veere. Het werd aangevoerd uit de
Hanzesteden om de Oostzee. In Veere werd het in pak-
In het vorige nummer schreef ik dat Veere in de Middeleeuwen uitgroeide tot een bloeiende havenstad. Een direct gevolg
daarvan was dat er ook markten werden gehouden. In de archieven komen we een vrije markt, een vismarkt, een paling-
markt, een korenmarkt, een zuivelmarkt en de jaarmarkt tegen. Met uitzondering van de vismarkt zullen ze aanvankelijk
wel in en rond de Kerkstraat, het centrum van de stad, zijn gehouden. Naarmate de stad zich in de loop van de 15e eeuw
verder oostwaarts uitbreidde, werden ze naar de Bree(d)straat, nu Markt geheten, verplaatst. Na 1597 werden ze allen, op
de vismarkt na, daar gehouden.
am B4_
-j - i
5
Tekening van het in 1709 gebouwde afslagershuisje
op de Kaai. Archief Stad Veere, inv. nr. 1693-1V.
De Markt in Veere. Uit Tirion, Tegenwoordige Staat der Vereenigde Nederlanden, Amsterdam 1753, t.o. pag. 169. (collectie J.H. Midavaine).