De (alandpolder bij Arnemuiden Rinus Wïllemsen Aankoop en bedijking van het Oranjeplaatje Op 3 juli 1857 zit Jacobus Thomaes in de deftige woning van Henri Dignus Fock (1817-1874) aan de Lange Noord straat in Middelburg. Tegenover hem zit ook Dirk Dronkers die samen met Fock door de notaris als de heren verkopers wordt aangeduid. Met een krachtige handtekening onder de koopakte, wordt Thomaes eigenaar van de Bastiaan de Lan- gepolder (75.03.00 ha) met de daarin gelegen boerderij. En verder krijgt hij in eigendom de schorren en slikken rond om deze polder, die als in een eiland tussen Walcheren en Zuid-Beveland in het Sloe ligt. Alles bij elkaar wel 159 ha. Destijds hadden Dronkers en Fock een deel van het Oranjeplaatje ingedijkt, de Bastiaan de Langepolder. Die bedijking kwam dus als een eiland van 75 ha in het Sloe te liggen. Waarom de heren Dronkers en Fock dat schorren- gebied kort te voren van de Domeinen hadden gekocht? We weten het niet, maar mogelijk dach- ten ze daarmee een voordelige koop te doen. En Thomaes natuurlijk nu ook. Koopsom 76.250,00. Fock was een zeer vermogend man en lid van de Centrale Commissie polder Walcheren. In 1840 trouwde hij met Johanna Caland, de dochter van Abraham Caland. Abraham was werkzaam als opzichter bij Water staat. In zijn jonge jaren woonde hij op Hoofdplaat. Hij kende dus wel de familie Thomaes. Henry Fock stond in 1856 op het punt te verhuizen naar het Slot Ter Hooge, net buiten de stad. Onmiddellijk gaat Thomaes aan de slag om het ooste lijk deel van het schorrencomplex, tegen de Bastiaan de Langepolder, te bedijken. Al in oktober van dat jaar is het werk klaar. De Calandpolder is geboren. Volgens het bestek was de dijk niet aangelegd. Er was een afwijking in de richting van het dijklichaam en bovendien ontbrak de duiker die voor de afwatering moest zorgen. En tenslotte was het dijklichaam over meer dan 700 m niet van goede graszoden voorzien. Het gras was door de droogte verdord en het zand van het dijklichaam was zichtbaar. Bovendien was er zoveel grond in de directe omgeving van de dijk gebruikt, dat er al in oktober van dat jaar sprake was van ontgronding. Om dat tegen te gaan moest er daar een strekdam komen. Kortom: er waren nogal wat mankemen ten aan de jonge polder, die vlug hersteld moesten worden. De Bastiaan de Langepolder leverde als vanouds goede oogsten op. In de nieuwe polder kwam een steenbakkerij, die overgebracht was uit Biervliet. Hoogstwaarschijnlijk was die daar in gebruik geweest voor de bouw van de rooms katholieke kerk. Daar was Thomaes bij betrokken. In de jonge polder moesten immers ook bedrijfsgebouwen opgetrokken worden. De gronden waren tot 1877 vrijge steld van belasting. De tienden had Thomaes kort na de bedijking afgekocht. Het zag er allemaal rooskleurig uit. Bij de scheidingsdijk kwam een eenvoudig landbouwha- ventje om de produkten af te voeren naar Middelburg. Met een roeibootje werd de dagelijkse verbinding naar Arnemuiden de eerste jaren onderhouden. Zoon Constantinus Bernardus toonde zich een vaardige bedrijfsleider. Uit de correspondentie met de provincie blijkt dat men in 1867 grote uitgaven 4079,43) deed voor de zeedijk. De storm van 2 en 3 december veroorzaakte aan de nieuwe polder een schade van 1719,72. Het jaar daarop begrootte men de uitgaven op 7659,00. Hiervan was de grootste post 3500 m3 grond om de gaten te vullen. In april 1867 betrekken Jacobus Bernardus Thomaes en Nehalennia voorjaar 2018 nr. 199 zijn vrouw Maria Elisabeth van Remortel hun nieuwe woning in de kom van Biervliet. Een prachtig herenhuis met twee etages. In de kamer bevindt zich een marmeren schoorsteen. Ook de vensterbanken zijn van marmer. In het kantoor houdt Jacobus zich uren bezig met de bedrijfs voering van het Oranjeplaatje. Hun zoon Constantius Ber nardus trouwt in die tijd en gaat op de ouderlijke boerderij in de Helenapolder onder Biervliet wonen. Thomaes koopt in dat jaar enige percelen landbouwgrond in de pas bedijkte Elisabethpolder. De zaken in Biervliet gaan voorspoedig. In het Sloe is dat anders: de ontgrondingen bij de Caland polder beginnen nu grotere vormen aan te nemen. Op donderdag 15 september 1870 vindt de aanbesteding plaats van 9000 m2 wintermat aan de Oranjeplaat met uitdiepen van de haven, het verstevigen van de Passerdam en het verzwaren van de zeedijk over ca. 50 m. Met zo'n advertentie voor de aanbesteding in de Middelburgsche Courant trekje natuurlijk aandacht. Op 21 april 1872 sterft Jacobus Thomaes. Bij de afwikkeling van de nalatenschap gaat de voorkeur naar de verkoop van zowel de Bastiaan de Lange- als de Calandpolder. De heer Andriessen uit Rotterdam heeft belangstelling. Gronden en gebouwen worden aangeboden voor 205.000,00 en de inventaris voor 35.000,00. Het is dan september 1873. Een maand later toont de heer mr. P.G.A.M van Weel uit Dirksland belangstelling voor het Oranjeplaatje. De prijs is dan gezakt naar 190.000,00. De uiteindelijke verkoop vindt plaats op 29 januari 1874 in Middelburg. De nieuwe eigenaar is Francois Dorzée, grond eigenaar uit het Belgische Bossu in de provincie Henegou wen. Namens de familie is het Augustinus Johannes die de onderhandelingen voort. De verkoopprijs is 180.000,00. Terugkijkend op deze bezittingen in het Sloe, was de aankoop destijds geen voordelige zaak geweest. Reeds in de herfst van 1857 veroorzaakte een zware storm voor 30.000,00 schade aan de zeewering. Bovendien mislukt het jaar daarop de koolzaad- en graanoogst. In 1858 veroorzaakte een storm weer een grote dijkschade: 25.000,00. Dit belette de eigenaar echter niet in de nieuwe polder enige bedrijfsgebouwen op te trekken, die verzekerd werden voor 35.000,00. In april 1874 neemt Augustinus Johannes contact op met Jillis Kooreman (1830-1908) uit Hoofdplaat, technisch ambtenaar bij de polder, die naar het Oranjeplaatje trekt om daar de kavels met vruchten te meten, zodat de nala tenschap van Jacobus definitief afgewikkeld kan worden. Ondergang van de Calandpolder Eind 1889 overstroomde de Calandpolder, maar doordat die vrij hoog lag, was herstel mogelijk. In 1897 meldden de eigenaren aan de dijkgraaf dat ze van verdere onkosten afzagen en vier jaar later overstroomde de polder defini tief. Alleen een herder met zijn schaapskudde was nog dagelijks te vinden op de schorren. Tot de zware storm van 12 maart 1906 het laatste deel van de gebouwen vernielde. Het jaar daarop werd alles verkocht voor afbraak. Tiental len jaren bleven de restanten in het schorre liggen. In 1954 besloot Jacob van 't Westeinde (1896-1977) op nieuw de schorren in te dijken. Met succes. In 1956 haalde hij de eerste oogst binnen. Na de bedijking van het Veerse Gat, verbond men het Oranjeplaatje met het Walcherse vasteland. Het is nu de thuishaven van vliegveld Midden-Zeeland. Het ging als een lopend vuurtje door het dorp in 1856:Thomaes heeft een stuk schorre gekocht in het Sloe. De ouderen in Biervliet zullen ongetwijfeld terug gedacht hebben aan de bedijking van de Angelinapolder in de Braakman, zo'n dertig jaar eerder. In dit artikel gaan we het wel en wee van de Calandpolder bij Arnemuiden na. Een polder waarover trouwens al heel wat geschreven is. Het huis vari Fock, rechts naast de woning met de vlag. Situatie ca. 1900. t/mu/rrrh ifl/oar ftfO. De woning van Jacobus Thomaes in Biervliet. De schuur na de overstroming in 1906. Meer weten? Ferdinand P. Polderdijk: De Oranjeplaat en de Bastiaan de Lange- en Calandpolder, eigen beheer. Veerse Meergids, jaargang 4, no 21, februari 1972. PZC 13 oktober 2010. Met dank aan F.C.M. Thomaes, Fioofdplaat. De boerderij na de overstroming in 1906.

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2018 | | pagina 5