Zeeland en Goeree in de wereld «mi. ami»)
10
bant waren ingezet. Want, zeilen, ankers en touwen ervan
lagen opgeslagen op de zolders van het arsenaal.
Buskruit werd in de Kruittoren bij het Noorderhoofd
bewaard. Na het instorten van deze toren op 26 februari
1630 werd op last van de Admiraliteit van Zeeland in het
arsenaal een grote overwelfde kruitkamer gemaakt 'met
koperen Hengsels en Sloten, om het Kruid voor den Bliksem
en andere ongelukken te beveiligen'. 15.000 kilo buskruit
kon erin worden opgeslagen.
Na de Franse Tijd kwam het arsenaal in gebruik bij de ge
nie. Uit een beschrijving van de vesting uit de eerste helft
van de 19e eeuw blijkt dat zich toen tussen het woonhuis
van de magazijnmeester en het stenen buskruitmagazijn
een omheind kanonperk bevond met daarop een houten
loods. In het buskruitmagazijn kon 40.000 kilo buskruit
worden opgeslagen en in een magazijn links naast het
arsenaal 1400 kilo.
Nadat Veere bij Koninklijk Besluit van 2 november 1861
als garnizoensplaats was opgeheven en het laatste regi
ment in 1866 de stad had verlaten, kwam het arsenaal leeg
te staan. Hierna heeft het gemeentebestuur één van de lo
kalen geschikt laten maken voor verpleging van patiënten
die aan een besmettelijke ziekte leden en gaf de toneelver
eniging Excelsior er nog enkele voorstellingen in.
De laatste gebruiker van het arsenaal was houthandel G.
Alberts Lz. Co, die zijn terrein in Middelburg vanwege de
aanleg van het Kanaal door Walcheren had moeten verlaten.
Op 31 juli 1871 gaf het gemeentebestuur vergunning het be
drijf naar Veere over te brengen. Tot de verhuizing in maart
1874 naar een terrein Achter de Houttuinen in Middelburg
is de stoomhoutzagerij in het arsenaal gevestigd geweest.
In 1885 besloot het rijk een aantal voormalige militaire ge
bouwen en gronden te verkopen. Op zaterdag 16 mei vond
de veiling in de Campveerse Toren plaats. Voor fl. 7400,- -
kocht de Middelburgse aannemer J. van Hoek het arsenaal
en voor fl. 2010,— het erbij gelegen buskruitmagazijn.
Kort voor de sloop, die eind september begon, merkte J.A.
Frederiks in zijn artikel 'Het Arsenaal te Veere'terecht op:
'Voor enkele duizenden guldens is dit eenige voorbeeld van
militaire bouwkunde in sloopershanden overgegaan en bin
nen weinigen tijd zal ons land wederom een gedenkteeken
minder tellen, waardoor de herinnering aan een roemrijk
verleden levendig wordt gehouden.'
Alleen het kleine gebouwtje op de hoek tegenover de brug
is gespaard gebleven. Het diende in de eerste helft van de
19e eeuw tot stalling van de brandspuit, halverwege de
vorige eeuw sloeg oliehandelaar Jan Volmer er zijn brand
stoffen in op, en nu is het in gebruik bij de Jachtclub Veere.
Nehalennia najaar 2018 nr. 201
Jaco Simons
Goeree
In 1751 werd tussen de eilanden Goeree en Overflakkee
een dam gebouwd op initiatief van de Staten van Holland
en West-Friesland. De waterkering kreeg de toepasselijke
naam Statendam. In de jaren daarna groeiden de twee
Hollandse landformaties geleidelijk naar elkaar toe als
gevolg van inpolderingen. Het duo kreeg de naamcombi
natie Goeree-Overflakkee.
Goeree heeft zijn naam te danken aan zijn 'goede rede'.
Een rede is een haven of een beschut gelegen waterplaats
voor schepen om aan te leggen.
Voor de West-Afrikaanse kust vinden we een Goeree dat
nog zijn oorspronkelijke vorm heeft. Afrikaans Goeree is
een eilandje met een omvang van slechts 18 hectare. Het
behoort tot de republiek Senegal en ligt ongeveer 4 km uit
de kust van de Senegalese hoofdstad Dakar, in de baai van
Dakar.
In de zestiende eeuw werd de vaart en de handel op West-
Afrika beheerst door de Portugezen. Vanaf het einde van
die eeuw gingen Hollanders en Zeeuwen dat deel van het
Afrikaanse continent bevaren. Op weg naar Guinee, een
regio aan de zuidzijde van West-Afrika, bezetten Afrika-
vaarders in 1617 een eilandje voor de kust van het huidige
Senegal en noemden dat Goeree, naar het meest zuidwes
telijke stukje Holland. Zij zouden hier voor een appel en
een ei het recht op vestiging hebben bemachtigd via een
lokale leider.
Goeree werd onder de Portugezen, die als eerste Euro
peanen het eiland innamen, Ilha da Palma of Palmeiland
genoemd. Toen de Hollanders voet aan wal zetten, hadden
de Portugezen Goeree allang verlaten. Dat blijkt uit de
vroegst bekende Nederlandse tekening van het eiland.
Hierop zijn geen sporen van enige fortificatie te zien.
De Staten-Generaal gingen toezicht houden op Afrikaans
Goeree. Er werd onder hun auspiciën een begin gemaakt
met de aanleg van enkele verdedigingswerken en er werd
een handelspost opgezet. Op de noordelijke landpunt
kreeg een fort met vier bastions de naam Triton, maar die
werd al snel omgedoopt tot Nassau. Aan de andere zijde,
de zuidkant, lag een heuvel en daarop werd de sterkte
Zeeoog gebouwd, die niet veel later luisterde naar de naam
Fort Oranje.
In 1624 werd Goeree door de Staten-Generaal overgedra
gen aan de toen jonge handelsorganisatie de West Indische
Compagnie (WIC). Vier jaar later probeerden de Portu
gezen het eiland op de Compagnie te heroveren, maar zij
werden door de Nederlanders al snel verjaagd.
In 1664 bezetten de Engelsen niet alleen alle forten aan de
zogeheten Goudkust in de Guinee-regio, ook het eiland
Goeree werd ingenomen. De Staten-Generaal schoten
de WIC snel te hulp. Niemand minder dan de Vlissingse
zeeheld Michiel de Ruyter werd daarvoor ingezet. Het
toeval wilde dat hij zich op dat moment ophield in Gi
braltar. De Ruyter kreeg de opdracht om zich van daaruit
te spoeden naar West-Afrika om de door de Engelsen
bezette forten en handelsposten te heroveren. Dat lukte
binnen enkele maanden. De Ruyters optreden zou de
prelude zijn van het uitbreken van de Tweede Engelse
Oorlog.
11
Gezicht op het arsenaal vanaf het stadhuis, 1885. Zeeuws Archief, Zeeuws Genootschap, Zelandia lllustrata, deel II, nr. 1072a.
Geraadpleegde bronnen en literatuur
Zeeuws Archief (ZA), Archief Stad Veere, inv. nrs. 3111700-1 en 2709.
ZA, Archief Gemeente Veere, inv. nr. NBW 15.
ZA, Archief van de Staten van Zeeland, inv. nr. 1809.
ZA, Archief van de Admiraliteit te Veere 1460-1562, De ontwikkeling
van de Admiraliteit in de Nederlanden.
Krantenbankzeeland.nl, Middelburgsche Courant 20 maart 1874.
Tirion, Tegenwoordige Staat der Vereenigde Nederlanden, Vervolgende
de beschryving van Zeeland, 2e deel, Amsterdam 1753, pag. 170-171.
H. Verweij, Het arsenaal te Veere, in: Zeeuws Tijdschrift, 1985 nr. 4, pag.
140-147.
C.J.W. van Waning, Ter ere van Veere en Vlissingen's roem, Stichting
stamboek ronde- en platbodemjachten, 1963.
J.H. Midavaine, Veere, de eens zo machtige koopstad aan het Veerse Gat,
Veere, 1996.
J.A. Frederiks, Het arsenaal te Veere. Overdruk uit Bouwkundig week
blad nr. 43.
tft f* -
In een serie van vijf korte artikelen in Nehalennia maken we kennis met de namen Zeeland
en Goeree in het buitenland. Na intensief speurwerk wist auteur Jaco Simons voor wat
betreft Zeeland onder meer forten, stadjes en eilanden te traceren. Deze luisteren of luis
terden niet alleen naar de naam Zeeland, maar in een aantal gevallen ook naar Zeelandia,
Nova Zeelandia of Nieuw Zeeland. Slechts drie keer stuitte Simons op de naam Goeree, in
de vorm van een eilandje en een tweetal kapen. We reizen in de vijf bijdragen af naar Afrika,
Azië, Noord-Amerika, Midden- en Zuid-Amerika en Oceanië. Het feit dat Zeeland en Holland
gedurende een aantal eeuwen wijdverspreide handelscontacten hadden, wordt hiermee weer eens
bevestigd. Deze reeks bijdragen beoogt niet een volledige opsomming of uitputtende verhandeling te zijn; eerder een
signalering en misschien, daaruit voortvloeiend, een aanzet tot verdere uitwerking. Aan het einde van het laatste artikel
volgt de bronvermelding betreffende deze reeks.
Het Zuid-Hollandse eiland Goeree, ten noorden van de Zeeuwse
eilanden op de Kaart van Zeeland van Jacob van Deventer uit
1545. (bovenin de afbeelding)