Maritiem erfgoed van het deltagebied advertentie op 6 april 1886 verschijnt in een blad. We le zen: te koop of te huur een woning en een stenen windko- renmolen te Middelharnis. Informatie is te verkrijgen bij J. Sturm Hoofd O.B.S. te Kats. Ook in de mossel- en oestercultuur komen we hem tegen. In 1886 bij de oprichting van de N.V. Maatschappij voor Oester- en Mosselteelt Noord-Beveland te Kortgene. Hij neemt daarin deel voor f 500,00. Politiek actief een sociaal liberaal met een goed netwerk Sturm is ook op politiek terrein actief. In 1884 is hij kan didaat voor de Centrale Liberale Kiesvereniging, afdeling Goes, bij de verkiezingen voor de Provinciale Staten van Zeeland. Sturm wordt niet gekozen. In 1888 wordt de liberale kiesvereniging Algemeen Belang Noord-Beveland opgericht waarvan hij secretaris wordt. Het jaar daarvoor werd hij voorzitter van de afdeling Co- lijnsplaat. Zijn collega-schoolhoofd Anthonie Theodorus Cornelis Swenne is dat van de kiesvereniging te Wissen kerke2. Met Mr. Leendert Abraham Bijbau heeft hij een bijzondere relatie via de links liberale politiek op Noord-Beveland, het onderwijs en het lokale bestuur. Bijbau was bovendien ambachtsheer van Kats sinds 1869. Deze familie was ruim vertegenwoordigd in het plaatselijk en eilandelijk bestuur en deels verwant aan de familie Haringman'. Samenvatting Jacob Sturm is schoolmeester in Kats en plaatselijk actief binnen het verenigingsleven. Verder is hij actief lid van het gewestelijk departement van 't Nut van het Algemeen en dus nauw betrokken bij de volksopvoeding van de gewone man. Ook aan hun behoeftige leefomstandigheden schonk hij de nodige aandacht. Door zijn huwelijk kwam hij in contact met de geweste lijke bestuurders van het eiland. Via zijn vrouw werd hij een vermogend man. Over Sturms kinderen: Drie kinderen stierven op jeugdige leeftijd. Zoon Jacob geboren in 1868 werd leerkracht, later in Rijswijk. Maria Janna Sturm (1870) huwde in Kats in 1899 met Ja cob Frey uit Den Helder, commies ter secretarie gemeente Kats. Willem Frederik Sturm (1876) bezocht de H.B.S. te Goes en werd daar later op sociaal terrein actief. Nehaiennia winter 2018 nr. 202 De hoogaars Pau Heerschap Wie is Wout Dijkstra? Wout woont met zijn vrouw Marietje al geruime tijd in Bruinisse, tenminste als hij niet met zijn in 1971 gebouw de schouw, samen met zijn vrouw op het water vertoeft, want menige vaartocht wordt en werd ondernomen. Hij werd in augustus 1947 in het Brabantse Heusden geboren. Volgens eigen zeggen is hij met de interesse voor varen en oude scheepstypen geboren. Wat hem vooral aanspreekt in die oude scheepstypen is het vakmanschap dat ze allemaal uitstralen. Wout heeft eigenlijk zijn hele leven gevaren. Als het aan zijn vader gelegen had, dan was dat nooit het geval geweest. Die stuurt hem na zijn lagere schooltijd naar de mulo in Ethen. Het wordt daar geen succes. Dat theoreti sche leren, daaraan heeft Wout een broertje dood. Volgens eigen zeggen heeft hij het laagste rapport van Nederland. Varen wil hij. Van zijn moeder mag hij dat en zo vertrekt Wout naar Rotterdam-Zuid om op het opleidingsschip 'De Nederlander' voor matroos te gaan leren. En dat bevalt hem heel goed, want nu haalt hij de hoogste cijfers. Dat opleidingsschip heeft vroeger als veerboot op het IJssel- meer gevaren tussen Noord-Holland en de overkant. De leerlingen verblijven intern op het schip. Op zijn vijftiende krijgt Wout zijn diploma en vaart hij als ketelbinkie op de grote vaart. Zijn eerste grote reis is naar Japan. Op een dag wordt Wout bij de kapitein geroepen. Hij denkt: Wat zou ik misdaan hebben? Ongerust gaat hij er naartoe. Het valt mee. Wout krijgt eerst complimenten voor zijn inzet en toen de mededeling, dat hij vijfentwintig gulden bovenop zijn loon van 100 gulden per maand krijgt. Varen is im mers zijn lust en zijn leven. Wout blijft vervolgcursussen volgen en treedt in 1970 in dienst bij sleepbootfirma Smit Internale BV. Hij vaart 43 jaar op sleepboten, waarvan 35 jaar als kapitein. In 2012 gaat hij met pensioen. Hij leert zijn vrouw Marietje de Koning kennen als hij op de kop van Schouwen op een camping verblijft. Zij trou wen en Bruinisse wordt de woonplaats. Wout is lid van de vriendenclub van platbodems. Hij bezit een Zeeuwse schouw en samen met de vrienden worden vaartochten ondernomen. Zowel over de boot van Wout en de vaartochten in een volgende Nehaiennia meer. De Hoogaars Het meest bekende vissersvaartuig van Zeeland is onge twijfeld de hoogaars. Hoe oud dit scheepstype is, is niet bekend. De naam hoogaars of hoogaerts komt al voor in de 16e eeuw. Hiermee wordt echter niet een vissersvaar tuig aangeduid, maar een vrachtschip. Ook in de 17e eeuw wordt gesproken van 'hoogers', maar hiermee wordt ook een ander scheepstype bedoeld. Pas aan het einde van de 18e eeuw wordt met de naam een vissersvaartuig aange duid. Er wordt vanaf die tijd gesproken van Arnemui- dense, Thoolse, Bruinisser hoogaars. Gewoonlijk typeerde men ze naar de registratietekens die erop voorkwamen, zoals AR, TH, BR, maar dat betekende niet dat ze daar ook gebouwd waren. Er waren op diverse plekken werven waar ze gebouwd werden, maar uiteindelijk waren die te Arnemuiden en Tholen de meest toonaangevende. De hoogaars is een heel mooi, rank vaartuig met een hoogoplopende voorsteven en een achtersteven met een opgetrokken 'kont', vandaar de naam hoogaars. Dat was om het water beter los te laten, zodat het vaartuig een grotere snelheid kon ontwikkelen. Dat idee is ontleend aan de Lemsteraak. In Arnemuiden heeft men op een gegeven moment een bolle onderkant ontwikkeld. Hierdoor kon De school in Kats, huidige situatie Noten 1Pické zette zich als schoolopziener 1860-1866) in voor verbetering van het onderwijs in Zeeland. In 1866 werd hij op 34-jarige leeftijd verrassend minister van Justitie in het Kabinet - Fransen van de Putte. Na zijn kortstondige ministerschap werd hij opnieuw schoolopziener (1867-1878). Daarna werd hij Officier van Justitie in Middelburg en rechter in Tholen en Middelburg. Hij sloot zijn loopbaan af als burge meester van Middelburg. 2. Anthonie Theodorus Cornelis Swenne was, net als Sturm, een sociale en gedreven onderwijzer. Sinds 1886 was hij actief in het bestuur van het Nut en werd in 1891 voorzitter als opvolger van Bijbau. Dat bleef hij tot 1926. Hij was ook voorzitter van de liberale kiesverenging, de kolenvereniging Ons Belang en dirigent van Apollo in Wissenkerke. Verder was hij secretaris van het Nederlands Onderwijzers Genoot schap Noord-Beveland. 3. Mr. Leendert Adriaan Bijbau, ambtenaar Binnenlandse Zaken 1879 1891, burgemeester van Kortgene en Kats, secretaris van Colijnsplaat en Kats, schoolopziener in de arrondissementen Tholen en Schiedam, Dijkgraaf en Ontvanger van de polder van Oud-Noord Beveland. Sinds 1891 gemeentesecretaris van Delft. Hij trouwde in Amsterdam (1884) met Maria Hollestelle uit Colijnsplaat. Meer weten? A. J. Barth en Dr. A. L. de Kort: Tussen isolement en ontsluiting. Een bestuurlijke geschiedenis van Noord-Beveland 1795-1995,2005. C. van den Bovenkamp: Uitgebeeld verleden van Colijnsplaat en Kats, 2016. L. W. de Bree: Het platteland leert lezen en schrijven. Het lager onderwijs op het platteland in de eerste helft der 19' eeuw. Amsterdam, z.j. G. G. de Fouw: Kats in vroeger tijden, Klaaswaal, 1993. C. P. Pols: Kortgene in oude ansichten waarin ook opgenomen Kats, Zaltbommel 1974. Simon Schama: Patriotten en bevrijders, revolutie in de Noordelijke Nederlanden 1780-1813,1989, pag. 616-628. Mr. G. J. Sprenger: Katsiana. Verschillende onderwerpen, getrokken uit de notulen van de ambachtsheren van Kats 1856-1930, verzorgd door F. G. Sprenger, Oostkapelle 1981. H. Uil: De scholen syn planthoven van de gemeente. Het onderwijs in Zeeland en Staats-Vlaanderen 1578-1801. Dissertatie, Bergschenhoek, 2015. T. Visser: Vernieuwing van het lager onderwijs in Zeeland in de eerste helft van de negentiende eeuw, dissertatie, Vlissingen, 1992. G. van der Wal: Mr. M. J. de Witt Hamer. Sociaal, radicaal en liberaal, in: H. J. N. Z. B. 1987. H. van der Werf: Nutsdepartement Noord-Beveland. Van herensociëteit tot culturele verenging, Wissenkerke, 1992. Zeeuwse Krantenbank, internet. Een fraaie afbeelding van een hoogaars, die tijdens de watersportdag in 2017 afgemeerd lag in Middelburg, sierde de cover van Nehaiennia 199. In het voorwoord van dat nummer werd aangekondigd, dat de redactie aandacht zou gaan schenken aan het maritiem erfgoed van Zeeland. Nu is het zover. De heer Wout Dijkstra uit Bruinisse, die alles afweet van oude vaartuigen, is onze gids. In de volgende afleveringen van Nehaiennia zal enkele malen aandacht geschonken worden aan een traditioneel scheepstype, zodat het zelfs een miniserie gaat worden. Wout Dijkstra, foto Pau Heerschap

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2018 | | pagina 11