onderscheiden. Zeeuws gebruik ik altijd in de meest ruime zin van het woord: alle dialecten die in Zeeland worden gesproken de dialecten van Goeree-Overflakkee Dat brengt ons bij het derde woord, dat wellicht het belang rijkste is in deze vraag? Redden? Ja, ook hier weer wat meer toelichting. Betekent 'redden' dat we het over x maanden, jaren weer allemaal zouden moeten spreken? Of betekent het dat we de kennis over ons dialect moeten uitbreiden? En is er iets te redden? Uit een enquête van 2006 bleek dat ongeveer 80 van de Zeeuwen nog goed dialect begrijpt. Als dat nog zo is, hoeven we misschien niets te doen. Het gaat (of ging 10 jaar geleden) dus goed met het Zeeuws. Toch vraag je je af of het eigenlijk allemaal niet te laat is. Ik vrees dat we ondertussen in dit stadium beland zijn. SCOOP meldde in 2015 dat er steeds minder dialect gesproken werd in Zeeland. En als we kijken naar de re sultaten die een recent onderzoek in een Zeeuws-Vlaamse school oplevert, zien we dat de leerlingen van 12 tot 18 rapporteren dat minder dan 15% van hen Zeeuws spreekt thuis. Dat is echt alarmerend laag. We hebben nog twee woorden over: de WE en de HOE? Is daar iets over te zeggen? Niet zoveel als over de vorige woorden. We kunnen ons wel afvragen wie we zijn? Zijn het de gebruikers van het Zeeuws of bedoelen we daar net anderen mee, moet de overheid dat doen voor ons, dat redden? Of is het een taak voor de dialectvereniging. Als we het Zeeuws willen red den, dan zullen we zelf heel goed ons best moeten doen, denk ik. Dat we dat niet kunnen zonder de steun van de provinciale overheden staat buiten kijf, en uiteraard kun nen dialectverenigingen heel wat bijdragen om de sprekers hierbij te helpen. Als de Zeeuwse burger zelf geen moeite doet om het Zeeuws te behouden en door te geven, dan wordt het hoe langer hoe moeilijker om dat te doen. Laatste vraag is dan nog hoeMoeten we het verplicht aanleren op school? Moet er meer positieve aandacht aan besteed worden? Of moeten er meer dialectverenigin-'' gen opgericht worden? Ik denk dat jullie net als ik weten en beseffen dat het Zeeuwse dialect (en niet alleen het Zeeuwse) niet echt meer te redden is. We vechten nog wel even en het Zeeuws blijft zeker nog wel enkele decennia bestaan, maar het wordt steeds minder en minder gespro ken en dus ook minder en minder doorgegeven. Maar wat kan en mag of moet er eigenlijk nog gebeuren of gebeurt er al om kennis over te dragen, het dialect te borgen en het op een of andere manier toch nog door te geven aan de volgende generaties? Het belangrijkste is natuurlijk dat ouders het dialect doorgeven aan hun kinderen, maar iedereen weet wel dat dat elk jaar minder wordt, aangezien de jongeren die het nu nog spreken, wellicht buiten de provincie zullen gaan wonen of een partner zullen vinden buiten Zeeland. Alle maal factoren die ervoor zorgen dat het Zeeuws niet meer wordt doorgegeven. Op het vlak van borgen en doorgeven als cultureel erfgoed zien we de laatste jaren wel een en ander bewegen: er wor den hoorspelen gemaakt, verhalenboeken, met of zonder cd, er worden vertelavonden en zangavonden georgani seerd en hier en daar gaat men wel eens naar een school om daar een lesje over het Zeeuws te geven op een speelse manier. Zoals jullie dat met de Zeeuwse Dialect Vereni ging wel vaker doen. We hebben tegenwoordig ook Peter Slager en Maikel Harte, en vooral Broeder Dieleman die het Zeeuws ook buiten Zeeland op de kaart zetten via hun conferences of liedjes. Elk jaar zijn er vertelevenementen rond de in het kader van de wereldverteldag in maart. Het thema nu is sagen en legenden, maar we willen ook iets doen met de sprookjes van Grimm. In samenwerking met een Friese uitgever zijn we aan het kijken of we het sprookjesboek van Grimm kunnen vertalen naar het Zeeuws. Ideaal zou zijn als er voor ieder dorp in Zeeland een vertaling zou komen, zodat ook hier weer de diversiteit zichtbaar blijft. Omdat het uitgeven van zo'n boek weer heel duur is, bereiden we het eerst voor in het kader van de vertelweek. Op die manier geven we ook weer een stukje door aan onze kinderen, die het op die manier dan toch weer een beetje meekrijgen. Iedereen die geïnteresseerd is, mag zijn naam opgeven bij mij. Dit zijn allemaal nieuwe dingen, hebben we in het verleden dan niets gedaan voor het Zeeuws? Het verleden heeft heel wat opgeleverd! Wat de kennis over het Zeeuws betreft, mogen we vooral trots zijn op het zeer wetenschappelijk onderbouwde dialectwoordenboek in Zeeland. De ZDV was mee met haar tijd en zorgde al vroeg voor een digitaliseringsslag door het boek op cd-rom te verspreiden. Later werd het woordenboek ook nog verder gedigitaliseerd voor de Zeeuwse woordenbank, waar helaas nog geen mogelijkheden zijn voor geluid, maar dat geluid kan je dan weer vinden op de website van de ZDV zelf, waar een andere versie van het woordenboek digitaal raadpleegbaar is. Maar er zijn ook nog veel zwarte gaten in Zeeland. Wat wetenschappelijk onderzoek betreft, scoren we minder goed. Als er al eens om de vijfjaar een scriptie wordt geschreven over het Zeeuws is dat al heel veel. In de 15 jaar dat ik hier werk, heb ik een keer een stagiaire gehad. Blijkbaar missen we in Zeeland dus Neerlandici met inte resse voor dialect Je kan dingen niet forceren, natuurlijk, daarom moeten we goed omgaan met de kennis die er is over het Zeeuws. Het woordenboek is mee met zijn tijd en kan dus ook ingezet worden in de digitale wereld, ook al kan er nog een stap extra gezet worden in het kader van een groter project dat aan de UGENT loopt. Dat is de Dictionary of the Southern Dutch Dialects (DSDD) waarin het Woordenboek van de Vlaamse, Brabantse en Limburgse dialecten aan elkaar gekoppeld gaan worden. De tweede fase van dit project spreekt over het toevoegen van het Zeeuwse woorden boek, maar daarvoor zou het woordenboek volledig uit elkaar gehaald moeten worden en in een database met precieze lokalisering gebracht worden. Wellicht een lastig karwei, maar wel haalbaar vanwege de grote wetenschap pelijke accuraatheid van Ghijsen. Nehalennia winter 2018 nr. 202 Is dat dan voldoende? We moeten vooral mee met onze tijd en dat betekent dat we ook andere bronnen over het Zeeuws digitaal beschik baar moeten maken. Met een groep vrijwilligers hebben wij de afgelopen vijf jaar de regioboeken gedigitaliseerd. De ZDV liet de boeken ongeveer 10 jaar geleden al scan nen, maar dat bleef natuurlijk een plaatje waarin je nog altijd niet kan zoeken. En de boeken hebben - op twee na - geen alfabetische index, waardoor zoeken wel lastig is. De vrijwilligersgroep heeft de ge'ocrde boeken omgezet naar een wordbestand en nagelezen en gecorrigeerd waar nodig. Het is wel een groot werk omdat de dialectische schrijfwijze via de oer vaak fout gaat. De computer kan niet alle woorden lezen, dus manuele correctie is ongeveer het enige wat tot een goed resultaat kan leiden. We moe ten nu nog een manier zoeken om dat materiaal online beschikbaar te maken, bv. via de website van de ZDV, en vooral doorzoekbaar. Hierin ligt immers een schat van gegevens verborgen voor bv. grammaticaal onderzoek van het Nederlands. En we hebben nog wel wat digitaliserings- klussen, maar daarover misschien later meer. Is dit allemaal voldoende om een taal te redden? Op lange termijn vrees ik van niet, maar we hebben er dan toch minstens voor gezorgd dat er voldoende informatie is om een dan bijna bedreigde taal eventueel te revitaliseren. Uiteraard hebben we daarvoor ook vele handen nodig, zowel van geroutineerde sprekers als van jongeren die handig zijn met smartphones en allerlei computertechnie ken onder de knie hebben. We moeten ons afvragen of het Zeeuws de taal van de oudere generatie Zeeuwen blijft of of we erin slagen op termijn toch jongeren erbij te betrek ken? Wie een oplossing heeft, mag me steeds contacteren. Samen staan we uiteraard sterk en kunnen we heel wat doen met en voor het Zeeuws. <-■£■<: - i 25 - t: i Huusnummer in dialect

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2018 | | pagina 14