Onder leiding van de Verenigde Oost-Indische Compag
nie (VOC) werden in de loop van de zeventiende eeuw
vooral op de Zuid-Molukse eilanden opvallend veel forten
en andersoortige sterkten gebouwd. Daaruit blijkt dat
de handelsmaatschappij het voor de specerijenhandel zo
belangrijke gebied goed wilde beschermen tegen dreigin
gen van buitenaf. De verdedigingswerken werden vaak
genoemd naar een Nederlandse stad. Zo treffen we op
Ambon en diverse omringende eilanden de forten Amers
foort, Amsterdam, Beverwijk, Delft, Den Bosch, Duur-
Nehalennia winter 2018 nr. 202
stede, Haarlem, Hoorn, Leiden, Middelburg, Oostburg,
Rotterdam en Velsen.
Op het eiland Haruku vinden we Fort Nieuw Zeelandia
dat later ook Zeelandia of Zeeland werd genoemd. Het
werd opgericht in 1655 en herbouwd in 1822. Haruku,
eerder luisterend naar de naam Oma, ligt direct ten oosten
van het veel bekendere Ambon.
Papua
Nieuw-Guinea wordt beschouwd als het op één na groot
ste eiland ter wereld. Het westelijke deel ervan heet Papua,
een gebiedsdeel van Indonesië dat tot 2001 bekend stond
als Irian Jaya; het oostelijke deel is Papua-Nieuw-Guinea,
een zelfstandige staat.
In de zeventiende eeuw ondernamen de Nederlanders
verkenningsreizen naar diverse delen van Nieuw-Guinea.
De meeste ondernemingen vertrokken vanuit posten van
de VOC in Zuidoost-Azië. De reizen waren commercieel
gezien geen succes omdat het gebied ten aanzien van de
handel niet interessant genoeg was. In tegenstelling tot bij
voorbeeld de Molukse archipel werden in Nieuw-Guinea
geen specerijen of andere handelsartikelen van enige im
portantie aangetroffen. Bovendien was de regio te gevaar
lijk vanwege de zich zeer vijandig opstellende bevolking.
Na eerdere verkenningen in de zeventiende eeuw werd in
1705 een nieuwe expeditie naar Nieuw-Guinea gezonden,
voornamelijk omdat Nederland bang was dat de Engelsen
het nog grotendeels onbekende gebied zouden claimen.
Ontdekkingsreiziger William Dampier was er immers
in 1699 geweest en daarover werd in 1703 zelfs een boek
gepubliceerd. Schipper Jacob Weyland vertrok in 1705
vanuit Batavia, via de Banda eilanden en de Raja Ampat
eilanden richting Nieuw-Guinea. De reis van Weyland
gaf wederom de bevestiging dat er in Nova Guinea geen
vestiging opgezet diende te worden. Voor VOC is Nieuw-
Guinea dus nauwelijks van handelsbelang geweest.
De expeditie leverde wel cartografische winst op. Weyland
bracht delen van dit gebied namelijk zeer gedetailleerd in
kaart. Tussen het Salawati, één van de hoofdeilanden van
de Raja Ampat-archipel, en de zogenoemde Vogelkop, het
noordelijkste deel van Papua, kreeg een aantal eilanden
een Nederlands toponiem, zoals Middelburg (nu Nanah),
Amelandt (nu Ombree) en Zeelandt (nu Tsiof). Ook deze
eilandjes behoren tot de Raja Ampat. De archipel werd in
het koloniale verleden ook wel de Oude Vogelkop ge
noemd.
De Raja Ampateilanden of Viervorsteneilanden bestonden
uit de vier grote eilanden Misool, Waigeo, Salawati en Ba-
tanta en talrijke kleine landformaties. De grootste eilanden
waren genoemd naar de vier zonen van de koning van de
eilandengroep. Na de dood van hun vader, aan het begin
van de zestiende eeuw, lieten zij al ruziënd de archipel in
vier delen uiteen vallen.
Raja Ampat maakt tegenwoordig deel uit van de Indone
sische provincie Papua. We kunnen de totale oppervlakte
van deze eilanden vergelijken met die van Nederland.
Sulabesi
Boano
O
9
Kaart van Dionysus Paulusz uit 1650 met de stadsmuur om Batavia. (Bron: Grote Atlas van de V.O.C.,deel II, pag. 101
Bastion Zeeland, op de kaart van Dionysus Paulusz
Toegangspoort en een deel van de muur van Fort Nieuw
Zeeland(ia) op Haruku. Bron internet
Seram
Kelang
Manlpa
Oma Nusa Laut
Seram Laut
Ambon
Goram
Ambelau
SU
Banda
Ligging van het eiland Haruku of Oma in de Zuid-Molukken. (Bron: G. E. Rumphius/Van Fraassen/Straver: De Ambonse eilanden onder de V.O.C.