Jacob Sturm, hoofdonderwijzer in Kats
illl
koeckjes en andersints te connen vinden en de schade welcke
wij nu door het buelen moeten lijden te prevenieren'. Zij
beloven dan ook zwart op wit, dat zij in het vervolg in
plaats van acht pond bereid zullen zijn tien pond per zak
maalloon aan de molenaar af te staan. De verklaring van
de bakkers wordt ondertekend door: Gerrit Blieck, Her
man van der Mij, Abram van Veen, Adrianus Dorsman,
Wemmer Arent en Robertus Buijs.
Hierdoor is het maalloon minder als bij eenig moolenaar
in desen eijlande wert gedaen als scheppende soowel van de
borgers als backers tien pont sonder dat eenige mooie gevon
den wert welcke van buelsteenen is versien'.
De nieuwbouw
Op 22 december 1704 wordt door de ambachtsheer van
Sommelsdijk een akte van concessie aan de plaatselijke
molenaar verleend 'tot het stigten van een nieuwe steene
coornmole ende 't opleggen van buelsteenen zoo voor bak
kers als borgers', dit 'tot seer merckelijcke dienst en proffijt
en wel insonderheijt voor de backers'. De ambachtsheer
wijst een plaats aan op de Westdijk waar molen en mole
naarshuis mogen verrijzen. De oude molen en het mole
naarshuis worden afgebroken. Nog bruikbare materialen
worden hergebruikt in de nieuw te bouwen molen.
In de achttiende eeuw maken de houten standerdmolens
plaats voor ronde stenen molens (bovenkruiers). Er zijn
twee typen te onderscheiden: de grondzeiler en de stel
lingmolen. Om een molen ook tussen bestaande bebou
wing, of op een lager gelegen terrein voldoende windvang
te kunnen bieden, wordt hij hoger opgetrokken. Hierdoor
kan de molenaar niet meer bij de wieken komen om
daarover onder andere zeilen te spannen of te zwichten
(zeiloppervlak verminderen). Daarom wordt de molen
voorzien van een omloop of zwichtstelling; de stellingmo
len is een feit.
In Sommelsdijk wordt de molen op een dijk geplaatst, dus
er zou volstaan kunnen worden met een grondzeiler, maar
wellicht uit veiligheidsoverwegingen is gekozen voor een
stellingmolen. In de akte van concessie van de ambachts
heer is immers bepaald 'dat zoo na aan de huijsen des
dorps en zoo seer op den kant des dijks, na het speuij toe,
dat nog de wagenbanen daardoor benaauwt, nog de huijsen
daarvan eenig nadeell konnen lijden. Insgelijks van 't soo-
danigen hoogte, dat door de moleroeden in het malen aan
mensch, vee, nog daar voorbij rijdende ledige ofte geladene
wagens geen schade ofte ongeluk veroirsaakt kan werden'.
Aren Korvinck en Adriana zijn trotst op hun nieuwe
molen en laten een gevelsteen met hun naam en het
bouwjaar onder de stelling aanbrengen. Aren is nu al de
derde generatie Korvincken molenaars te Sommelsdijk.
De nieuwbouw van een molen is een mijlpaal, die je in een
molenaarsfamilie niet veel meemaakt.
Drie eeuwen later staat 'De Korenbloem' er nog. Het is
thans de oudste molen op Goeree-Overflakkee. Aan zijn
voorganger herinneren alleen de straatnamen Molenweg
en Molenlaan. Op de vroegere 'Meulehaogte' is sinds 1924
de algemene begraafplaats gelegen.
Nehalennia winter 2018 nr. 202
Een bijzonder man; een voorbeeld van de volksverheffing eind 19e eeuw
Gerard van der Wal
Toezicht op het onderwijs
Door de invoering van de onderwijswet in 1802 kwamen
er meer overheidsbevoegdheden bij het gemeentebestuur,
onder andere de benoeming van schoolmeesters. Ook het
toezicht op het onderwijs werd in die wet geregeld door
aanstelling van schoolmeesters. De eerste schoolopzieners
waren allemaal oud-predikanten, daarna treffen we vaak
juristen aan. In 1873 ontmoeten we op Noord-Beveland
als schoolopziener Mr. Cornelis Johannes Pické. (1831
1887). Hij zou later minister worden1.
In 1889 treffen we Mr. Cornelis de Witt Hamer uit Goes in
deze functie aan. De jaarlijkse plaatselijke inspecties waren
doeltreffend. In Kats was op het eind van de 19e eeuw
Jacob Jan Sturm onderwijzer en later hoofdonderwijzer.
Jacob Sturm
Op 6 januari 1866 komt Jacob Sturm, voorheen hulp
onderwijzer te Middelburg, naar Kats. Zijn jaarwedde
bedraagt f 550,00. Verder verdient hij nog f 140,00 met
allerlei bijbaantjes. Het jaar daarop trouwt hij op Colijns-
plaat op 29-jarige leeftijd met Neeltje Johanna Haringman,
27 jaar oud. Ze was een dochter van de Colijnse winkelier
Jan Haringman en Maria Vink.
Door zijn huwelijk en zijn functie wordt hij al gauw een
zeer vooraanstaande figuur in het dorp.
Jacob was geboren in IJzendijke als de zoon van Jacob
Sturm en Maria de Bruijne. In zijn geboorteakte van 29
november 1837 lezen we dat vader Jakob (met k), opzich
ter bij de Genie was en dat de zoon Jakob werd genoemd.
Jakob ook met een k.
Na de vrede met België in 1839 week de militaire bezet
ting uit IJzendijke en namen Jacob en Maria een café
annex logement over op de Markt. Zijn vader stierf op
jonge leeftijd, waarna zijn moeder tot haar dood het loge
ment voortzette. De weemoedige gedachte aan een vaste
overheidsbetrekking zal zeker in het gezin meermaals ter
sprake zijn gekomen, want Jacobs beide zussen trouwden
met rijksambtenaren en Jacob zelf zocht een baan in het
onderwijs.
Sinds 1841 was er een dagelijkse diligencedienst Breskens-
IJzendijke-Gent. In het stadje waren twee notarissen
werkzaam en er was een flinke middenstand met winkels
en cafés.
In IJzendijke was Marinus Quintus schoolhoofd. Deze
man overleed toen Jacob tien jaar was. Misschien heeft
Jacob in het lokaal van meester Quintus gezeten, maar
hij zal ongetwijfeld veel thuis gehoord hebben over deze
vermogende man die voor menig dorpsgenoot als bankier
optrad. Hoe hij aan dat geld kwam? Via z'n huwelijk. Toen
zijn vrouw later als weduwe stierf, bevatte de nalatenschap
zelfs edelstenen.
15
'De Korenbloem'circa 1900
De gevelsteen
Omstreeks 1800 telde Kats 240 inwoners. Op heel Noord-Beveland woonden in die tijd bijna 3200 mensen. Noord-Beve
land telde toen vier schoolmeesters. Ze werden betaald afhankelijk van het aantal leerlingen. Ze hadden meestal betaalde
nevenbaantjes, zoals voorlezer en -zanger in de kerk, ontvanger van de diaconie en soms ook landmeter. Het aantal
leerlingen varieerde per seizoen: in de lente en zomer was er veel landarbeid en waren er minder kinderen in de klas. In de
winter was dat net andersom!
De IJzendijke markt. Huis met grote vlag is Het Hof van Koophandel, waarin Jacob zijn jeugd doorbracht. Collectie Bert van Gelder