lijk van de vragen en antwoorden mag de heks een kind meenemen - ze belooft dat ze het goed zal verzorgen. De heks zet het kind aansluitend ergens op een plaats in het huis. De heks klopt daarna opnieuw op de deur en zo gaat het door tot er geen kind meer in de kamer is. Vervolgens wordt de moeder ongerust, gaat op zoek naar de kinderen, vindt ze en vraagt hoe het met hen gaat. Ze antwoorden niet omdat ze slecht behandeld zijn, waarop de moeder de heks een pak rammel geeft. Daardoor krijgen de kinderen hun spraakvermogen weer terug: ze roepen door elkaar hoeveel kwaad hen is aangedaan en wat een honger ze hebben geleden. Het spel eindigt als ieder kind iets lekkers gekregen heeft. Er zijn een paar varianten van het spel, onder andere één genaamd 'Mijnheer lange staart', maar de bovenstaande is een van de meest complete. Op het einde van de negen tiende eeuw werd het nog gespeeld, waarbij de beschrijver van het spel de opmerking maakte: 'In hoe ver nu het geloof aan tooveren bij voorkeur zwarte, enz. in deze kinderspelen nog leeft, waag ik niet te beslissen.' Rond deze tijd schijnt het in onbruik te zijn geraakt, in een tijd dus toen men meer oog kreeg voor de individualiteit van het kind en de persoonlijke denkwereld van de jeugd. Het spel werd tegen deze achtergrond waarschijnlijk als te eng afgekeurd. Slot Er zal wel geen Aardenburger meer zijn die nog in de werking van bovengenoemde oude verschijnselen gelooft. Maar er zullen ongetwijfeld wel Aardenburgers zijn die overtuigd zijn in allerlei nieuwere vormen van bijgeloof. Zo blijkt en blijft bijgeloof van alle tijden. Kornelis ter Laan (1871-1963), opvolger van Johan Hendrik van Dale als hoofdonderwijzer te Sluis en samensteller van verscheidene woordenboeken. Één ervan was het nog steeds gebruikte Folkloristisch woordenboek (1949), waarin hij gewoonten, gebruiken en volksge loof uit Nederland en Vlaanderen vastlegde, on der andere uit West-Zeeuws-Vlaanderen waar hij van 1895-1898 woonde. Historisch archief Midden-Groningen. Enige literatuur De literatuur over bijgeloof is onoverzienbaar. Twee willekeurige werken over bijgeloof in het algemeen: A. Berthelot, H. Freiherr von Camphau- sen, Van Goor's Encyclopedisch woordenboek der godsdiensten, Den Haag, 1970 en P. Lorre, Volksgeloof. Boek van magische kennis, Londen, 1992. Een Nederlands standaardwerk over pseudogeloof en pseudowetenschap is M. Hulspas, J.W. Niehuys, Tussen waarheid waanzin. Een encyclope die der pseudo-wetenshappen, Breda, 1998 en Gegevens met betrekking tot de Gallo-Romeinse amuletten in: S. en P.E Botheroyd, Lexikon der Keltische Mythologie, München, 1992, A. Ross, Pagan Celtic Britain. Studies in Iconography and Tradition, Chicago, 1996 en R. en V. Meghan, Celtic Art. From the Beginnings to the Book ofKells, Londen, 2001. De fallus-lunula-amulet wordt beschreven in V.T. van Vilsteren (red.), 100.000jaar sex. Over liefde, vruchtbaarheid en wellust, Assen, 2003,44, en Fallus en lunula. Historiek en context van een Romeins amulet uit Aardenburg in Appeltjes van Meetjesland. Jaarboek van het Historisch Ge nootschap van het Meetjesland nr. 60, 2009,163-214 van ondergetekende. De insignes, de ampullen, de gespbroche en het lintplaatje worden vermeld in H.J.E. van Beuningen, e.a., Heilig en Profaan, Rotterdam, 1993-2018,1,207, 238; II, 258, 308-310, 371, 379,472; III, 169, 259, 396; IV, 173. Meer informatie over de pestgleuven staat in schrijver dezes, Krassen om te genezen in: A.R. Bauwens (red.), Bijdragen tot de geschiedenis van West-Zeeuws-Vlaanderen nr. 27, Aardenburg, 1999,23-42. Het bouwoffer en het Petrusgeld staan in W.P. Dezutter, Enige bijzonder heden betreffende de opgravingen van de St. Nicolaaskerk van Hanne- kenswerve in: J.Ch. Cornelis (red.), Jaarboek 1969/70 Heemkundige Kring West-Zeeuwsch-Vlaanderen, 138-161. Het vers van de vleermuis komt uit K. ter Laan, Van Goor's Folkoristisch woordenboek, Den Haag, 19742,401. De Aardenburgse variant van het spel van Anneke Tanneke Toverheks (compleet met vragen en ant woorden) werd opgetekend door G.P. Roos in De Navorscher van 1875, 380-382.

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2019 | | pagina 8