Van jlkkemienen en draoiommen:
dialeitnamen voor de Zeeuwse bolus*
Ook het middagmaal werd vlug opgeschept en genuttigd.
Altijd aardappels met groente en een kripje. In de namid
dag werd er nog eens geschaft en brood gegeten waarna
men verder werkte tot het donker werd.
De nachtrust
Zoals al eerder werd opgemerkt, sliepen de timmerlui in
het oude phaëletonkot op een laag stro. Als het in het na
jaar wat kouder werd, dan sliepen de mannen op de bak-
keetzolder. Door de kieren tussen de zolderplanken trok
de warmte naar boven. Daar was het lekker toeven!
Het afscheid
De familie De Keuninck had jarenlang op deze pacht-
boerderij gewoond. Toen het eenmaal bekend was, dat
er koopdag gehouden zou worden, viel dat voor de drie
broers Abraham, Izaak en Jan zwaar. We schrijven dan
17 juli 1925 als de eerste van drie koopdagen gehouden
wordt. Op de dag af een kwart eeuw geleden dat de blik
sem in de oude schuur sloeg. Wethouder Sprenger biedt
die dag zijn boerderij met 36.76.82 ha landbouwgrond te
koop aan.
Bram, die toch al kampte met een zwakke gezondheid,
kon dit vertrek bijna niet verwerken. Hij had zijn hele le
ven in het kevènt in de oude schuur geslapen.
In 1864 had de plaatselijke metselaar Van Luyck een
nieuwe woning op de boerderij gebouwd met daarin een
kevènt met twee bedstees erin. Om daarin te komen was er
een buitendeur met drie stenen trapjes ervoor. Ernaast was
een raam. In dat convent hebben de drie broers altijd ge
slapen. De schrijver dezes heeft daar ook een aantal jaren
de nachten doorgebracht.
De schuur staat er nog. Het is een onderdeel van camping
"De Hoogte", bij de Zwartepolder.
Nehalennia herst 2019 nr. 205
Jeanine Dekker en Veronique De Tier (Erfgoed Zeeland)
Uitwisseling van eetculturen
Eind 16de eeuw vestigden zich in Middelburg kapitaal
krachtige Sefardische joden. Ze waren gevlucht uit Spanje
en Portugal, waar ze door het nieuwe katholieke gezag
werden vervolgd. Vooral rijke joodse families van het Ibe
risch schiereiland trokken naar steden in het noordwesten
van Europa, zoals Antwerpen, Middelburg en Amsterdam.
Zij namen natuurlijk hun eetcultuur mee, inclusief hun
spijswetten en religieuze kalender. Tegelijkertijd waren ze
niet ongevoelig voor de eetgewoonten in het nieuwe land.
Soms waren ze genoodzaakt om zich aan te passen omdat
niet alle voedingsmiddelen beschikbaar waren of omdat
sommige ingrediënten te duur waren.
Lekkerbekjes en kibbeling
Onder de gerechten die de Portugese joden meenamen
naar hier bevond zich peshkado frito, in olie gefrituurde
visfilet met een krokant korstje. Het werd al in de 13de
eeuw door joden in Spanje en Portugal gegeten. Fritu
ren in olie werd gezien als iets typisch joods. Niet-joden
bakten immers in varkensvet of boter. Het lijkt erop dat
Portugese joden dit gerecht bij hun komst in de Republiek
hebben geïntroduceerd en dat wij hieraan onze lekker
bekjes en kibbeling te danken hebben. Kibbeling is in de
dialecten van Zeeland bekend als kibbelingk, kibbelik of
kibbels.
Feestgebak
Hetzelfde geldt voor een feestgebak dat al in verschil
lende varianten in het middeleeuwse Spanje en Portugal
bestond. Het werd bereid van gistdeeg met rozijnen of
sukade, dat werd gefrituurd of gebakken. De naam ervan
(bolus) is hoogstwaarschijnlijk afgeleid van het Jiddische
woord bole (meervoud boles), dat vermoedelijk weer te
ruggaat op het Spaans-Portugese bollo, dat fijn broodje
betekent.
Diaspora
Het gebak bereikte Zeeland hoogstwaarschijnlijk al aan
het eind van de 16de eeuw, toen Portugese joden zich in
Middelburg vestigden. Later kwam de bolus ook in Am
sterdam terecht en op andere plaatsen in Nederland waar
Sefardische joden gingen wonen. In Amsterdam ontston
den twee varianten van de bolus: een met amandelspijs
(orgeadebolus) en een met gember (gemberbolus). De
recepten ervan zijn overgeleverd en op internet te vinden.
Maar de bolus verspreidde zich in de diaspora van de jo
den ook wereldwijd. Zo worden er ook bolussen verkocht
in New York (al zijn ze daar twee keer zo groot als de
Zeeuwse), Jeruzalem, Moskou, Parijs en Zuid-Frankrijk.
De schuur op boerderij De Hoogte, Cadzand. Deze brandde af na een blikseminslag op 17 juli 1900 's middags om half drie. Potloodteke
ning in kleur, 30 x 20 cm, Gerard van de Velde. Privécollectie.
Enige genealogische gegevens:
Jannis de Keuninck, Jan de Keunink, geboren circa 1787 trouwde op 10
november 1813 in Biervliet met Maria Josina de Gardeijn. Hij overleed
op 27 mei 1851 te Cadzand. Maria was geboren te Biervliet ca 1791 en
stierf op 30 september 1861 te Cadzand.
Hun zoon Jacob de Keuninck geboren Biervliet op 26 mei 1819 trouwde
te Retranchement op 17 juni 1846 met Marie Masclee, geboren te Retran-
chement op 15 februari 1820 in. Hij stierf 2 februari 1905. Marie overleed
op 9 maart 1913 in Cadzand. De laatste vier jaar was ze blind.
Kinderen van Jacob en Marie. Ze bleven alle drie, ongetrouwd op de
boerderij tot 1925:
Jannis, geboren op Retranchement in 1846, overleden in Cadzand op 7
januari 1931.
Izaak de Keuninck, geboren in 1857 en overleed in Cadzand op 7 novem
ber 1949.
Abraham de Keuninck werd geboren te Cadzand op 11 juni 1858. Hij
overleden daar op 16 februari 1926.
De bolus - hét streekgerecht uit Zeeland - is veel minder Zeeuws dan we denken. Het gebak heeft zijn wortels in Spanje en
Portugal. Joden uit die landen introduceerden het gebak in Zeeland aan het eind van de 16de eeuw. De bolus is in Zee
land nog altijd een veel gegeten lekkernij, maar over wat precies een goede bolus is, verschillen de meningen ook binnen
Zeeland.
DE BOLUS IN DE ZEEUWSE DIALECTEN
o bolus
draaier, stropiedraaier
drol
jikkemiene
koekedraaiom
Verspreiding van de Zeeuwse dialectwoorden voor de
bolus op basis van gegevens uit het Woordenboek der
Zeeuwse Dialecten. (Erfgoed Zeeland/Vakgroep Taal
kunde, afdeling Nederlands (UGent).