Naritem erfgoed in het Deltagebied 4 Lekkernij In Zeeland bleef de bolus in trek, ook nadat de Sefardische joden hier allang weer vertrokken waren. Wanneer de delicatesse zich vanuit Middelburg over Zeeland begon te verspreiden, weten we niet. Vast staat wel dat de zoete lekkernij het Zeeuwse streekgerecht bij uitstek werd. Bij allerlei evenementen worden gasten bij de ontvangst ver welkomd met een bolus bij de koffie, 'n Bolus bie de koffie werd bekend in een Zeeuws liedje van Engel Reinhoudt, die het lied in 1992 op cd zette met volksmuziekgroep Ambras. Van het lied is in 2014 een videoclip gemaakt door videoplatform NetZeeuws.nl. Er bestaan ook mok ken en bordjes met 'n bolus bie de koffie erop. Jikkemienen, drollen en draaiers Op de Bevelanden en in sommige plaatsen op Schouwen en Noord-Beveland worden bolussen ook wel jikkemienen genoemd. Wat de herkomst van dit woord is, is niet dui delijk. Jikkemiene is de verzeeuwste vorm van Jacomina, maar het is dus ook de naam voor de bolus. Was er ooit een Jacomina die de lekkerste bolussen maakte? We zullen het wellicht nooit weten, maar het is en blijft een mooie naam voor het gebak. Op Noord-Beveland, Tholen, Schouwen-Duiveland en in delen van Zeeuws-Vlaanderen is de benaming drol(le) voor een bolus in zwang, en dit benoemingsmotief - de vorm - is onmiddellijk duidelijk als je een bolus krijgt. Op Walcheren en enkele andere plaatsen in Zeeland staan bolussen ook wel bekend als (stropie)draoiers en dat heeft met de bereiding van de bolus te maken. Dialectsprekers van Middelburg, Arnemuiden en Veere hebben het ook wel over een koekedraoiomme. En wat denkt u van de naam klevende liefde, ooit inge stuurd als mooiste woord voor de dialectverkiezing van het mooiste woord in Zeeland? Het geheim van de Zeeuwse bolus Bolussen worden gemaakt van luxe brooddeeg. Het brooddeeg wordt in duimdikke strengen van ongeveer 40 cm gedraaid, zoals ook al bleek uit enkele dialectbenamin gen. De strengen worden vervolgens door een mengsel van bruine basterdsuiker, kristalsuiker en kaneel gerold en in de vorm van een spiraal opgerold. Als de bolussen in de oven worden gebakken, smelt de suiker tot een soort stroop. Die suikerstroop vormt zich rond de strengen van de bolus en maakt deze zowel aan de binnen- als aan de buitenkant kleverig. Het is de stroop die de naam geeft aan het dialectwoord stropiedraoier. De kunst voor de bolus bakker is om de bolus precies op het goede moment uit de oven te halen. Wacht hij te lang, dan is de bolus te hard geworden, maar is hij te snel dan is de bolus nog niet gaar. Plaatselijk verschillen de meningen over wat een goede bolus is. Het verschil zit 'm met name in de samenstel ling van het suikermengsel. En zoals gewoonlijk, als er verschillende meningen zijn, wordt het een soort wed strijd welke nu de beste is. Sinds 1998 worden er dus Zeeuwse Kampioenschappen Bolusbakken gehouden, georganiseerd door de afdeling Zeeland van de Neder landse Brood- en Banketbakkers Ondernemers Vereniging (NBOV). In 2015 introduceerden de ambachtelijke bak kers in Zeeland ook nog de Zeeuwse Bolus Dag (30 mei). Roomboter Bolussen worden bij de koffie gegeten zoals blijkt uit het liedje van Engel Reinhoudt. Ze maken ook wel deel uit van een uitgebreide feestelijke broodmaaltijd. De onderzijde van de bolus, die wat platter is, wordt volgens de traditie met (room)boter besmeerd. Slot Of de bolus nu typisch Zeeuws is of niet, doet weinig ter zake. De lekkernij is gedurende al die jaren wel een ty pisch streekgerecht geworden in Zeeland, een gebak dat door zijn lange traditie en bekendheid dus nog wel enige tijd zijn dialectnamen zal houden, al is het maar omdat ze weinig verhullend zijn (drol) of heel lief klinken (jik kemiene). Nehalennia herst 2019 nr. 205 De hengst Pau Heerschap Wat is een hengst? Als ik bij de familie Dijkstra arriveer heeft Wout al een hele stapel informatieve boeken klaargelegd. Hij begint er gelijk al over te vertellen: De hengst is een typisch vaartuig dat in Zeeuws-Vlaanderen in De Paal op de scheepswerf van de oude firma Verras gebouwd werd. Je zou kunnen zeggen dat het eigenlijk een rooms-katholiek vaartuig is. Zo werden er bijvoorbeeld in het protestantse Arnemui den geen hengsten gebouwd. Het vaartuig is plat en heel breed met een ruim dek. Het werd gebruikt om er vooral op de Westerschelde mee te vissen. De hengst vertoont veel overeenkomsten met bijvoorbeeld de noordelijke schokker. Wout pakt het boek 'De hengst'samengesteld door de grote kenner van oude scheepstypen Jules van Beylen, bladert wat en zegt: In 1942 verscheen er een publicatie waarin iets geloofwaardigs over hengsten was opgenomen. Het was van de hand van Maurice Seghers en R. de Bock. Hier heb je er een goede beschrijving van. Ik citeer: 'De hengst is evenals de hoogaars een platbodem scheepje van de Schelde, de Zeeuwse en de Zuid-Hollandse stroomen. De voorsteven is minder vallend dan bij de hoogaars en de achtersteven is rechtstandiger. Het boeisel is minder naar binnen gebogen en het berghout loopt van voor naar achter eerst onder langs het boeisel, zoals bij de hoog aars, maar breekt af vóór het zwaard, en loopt dan verder naar achter, onder langs de volgende huidplank en eindigt op zekeren afstand van den achtersteven. In het midden zijn hengsten open zoals de hoogaarzen, ze voeren hetzelfde tuig, hebben eveneens smalle zwaarden en brede huidplanken. Ze meten gemiddeld 10 Ton en beoefe nen mossel- en garnaalvisserij evenals de hoogaars. Enkele hengsten komen voor als jacht. De meeste nog in de vaart zijnde hengsten hebben ook nog een motor gekregen, en dus ook een lelijk achterschip.' De hengsten werden wel gebouwd in Zeeuws-Vlaanderen en visten daar ook op de Westerschelde maar dat betekent niet dat er elders geen hengsten voeren. Zo is bijvoorbeeld de Tholen 21 een hengst. Ze werden in De Paal ook voor andere vissersplaatsen gebouwd. Er werd met hengsten op de drooggevallen slikken ook op bot gevist. Han Reijnhout Wout pakt een ander boek van de stapel. 'Kijk', zegt hij, 'hier heb je een boek over de in Middelburg wonende kunstenaar Han Reijnhout. Hij is al op leeftijd, want hij is geboren in 1934, maar behalve dat hij tekeningen en schilderijen maakt, vervaardigt hij ook de prachtigste modellen van oude platbodems. De figuurtjes op de scheepjes zijn heel levensecht. Je kunt de gezichten van de personen gewoon herkennen. Hier heb je bijvoorbeeld een model van die Tholen 21.' Inderdaad allemaal heel levensecht. Veerhengsten Behalve hengsten om mee te vissen, voeren er in Zeeland en Zuid-Holland ook zogenaamde veerhengsten voor het vervoer van personen. Ik was twee weken geleden in het Streekarchief Goeree-Overflakkee in Middelharnis. Toen ik de streekarchivaris Jan Both vertelde, dat ik bezig was met een artikel over het scheepstype de hengst, zei hij: 27 Literatuur Debrabandere, F. (2007) Zeeuws etymologisch woordenboek: de her komst van de Zeeuwse woorden, Amsterdam. Freud, J e.a. (2012) Lekker joods, Amsterdam Tier, V. de (2005), Jikkemienen, postekop en vosse soppen, Zeeuws in de keuken, in: Veronique de Tier e.a. (2005), Proeven van dialect; een kijkje in de keuken van Nederlandse dialecten, het dialectenboek 8, z.pl. www.bakkenderwijs.nl www.etymologiebank.nl wrvw.historiek.net www.netzeeuws.nl/engel-reinhoudt-een-bolus-bie-de-koffie www.zalig-zeeland.com www.zeeuwsewoordenbank.nl *dit artikel is in een iets andere vorm ook te lezen op www.Zeeuwseankers.nl Inmiddels zijn er drie oude scheepstypen in Nehalennia aan de orde geweest: de hoogaars, de schouw en de aak. Nu willen we nog één bijzonder scheepstype bespreken: de hengst. Daarom nog maar eens naar Bruinisse getogen om Wout Dijkstra nog maar eens te bevragen. Het is de laatste aflevering van deze korte serie. Wout richt zijn blik op de horizon. Foto Pau Heerschap. I kluit; 2 kluts, 3 kaphout, 4 rol: kleine plecht, 6 rolkoppen, 7 stoof. H plecht; 9 luik vooronder; KJ vulling; 11 potdeksel (bcschlctscl) 12 waterlijst; 13 mastbank, 14 zwaardknie, 15 dnlboom; 16 zwaardknte met kalf, 17 knie, 10 luik; 19 beun. 20 overloop grootzeil, 21 siuui aak 22 luiwagen. 23 klap, 24 zwaarstuk; 25 stuik, 26 zandstrook, 27 boord, 28 bovenboonl; 29 boeisel, 30 berghout. 31 buikdenning. 32 half na n {ijzerbeslag), 33 schot, 34 «waard, 35 dievendeur, 36 mastkoker; 37 kop van het zwaard, 38 berghout

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2019 | | pagina 15