I
29
'Dan heb ik nog een verrassing voor
je.' Hij diept wat documentatie op over
de veerhengst van Herkingen, die in
1822 verging.
Vanuit Herkingen op Goeree-
Overflakkee was er in de 19e eeuw
een veerdienst naar de Zeeuwse
eilanden met een veerhengst. Er wer
den diensten onderhouden op Veere,
Colijnsplaat, Wemeldinge, De Heen,
Sint-Philipsland, Tholen, Bruinisse
en Bommenede, in principe naar alle
Zeeuwse eilanden met uitzondering
van Zeeuws-Vlaanderen.
Vanaf het begin van de 19e eeuw is Jo
hannes van den Doel veerschipper van
Herkingen. Het was een vrij beroep
en de verdiensten waren goed. Op een
gegeven moment namen zijn twee zo
nen hun vaders functie over.
Op dinsdagmiddag 5 februari 1822
vond er een tragisch ongeval plaats.
In Bruinisse werd een passagier opge
haald, soldaat Adrianus Hoogstrate,
die op weg was naar huis in Sommels-
dijk. Het is die dag onstuimig weer en
er staan flinke golven, maar het weer
is niet te ruw om niet uit te varen.
De veerhengst nadert om omstreeks
15 uur de haven van Herkingen. Aan
boord zijn de twee zonen van Van den
Doel, Jillis en Adrianus en de enige
passagier Van Hoogstrate. Vader Jo
hannes van den Doel staat op de kant
en roept en wenkt naar zijn zoons. In
het zicht van de haven slaat de boot
door een rukwind om. In de haven van Herkingen ligt dan
slecht één vaartuig. De veerschipper probeert zo snel mo
gelijk uit te varen naar de omgeslagen boot, maar hij komt
te laat. Zijn twee zoons Jillis (25 jaar) en Adrianus (23 jaar)
zijn verdronken. Ook de 24-jarige Adrianus Hoogstrate uit
Sommelsdijk komt om in de golven.
Antonie Korteweg, landbouwer in Sommelsdijk, heeft
naar aanleiding van dit noodlottige ongeval een treurzang
geschreven als poging tot opbeuring en vertroosting van
de nabestaanden. Dit gedicht verscheen in het Flakkees
Maandblad van de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen.
Het is een lang gedicht en het eindigt als volgt:
'Hebt ge op aard den strijd volstreden,
Naar Gods raad genoeg geleden,
Wat vreugde wacht u dan!
Ja! dan buigt ge u dankend neder,
Want gij vindt uw' dierbren weder,
Waar u niets meer scheiden kan!!!
Besluit
Dan eindigt hier de reeks Maritiem erfgoed. Het was elke
keer weer een aangenaam verblijf bij de familie Dijkstra in
Bruinisse. Dan komt Marietje nog met een boek aandra
gen over visserstruien in Zeeland. Misschien daarover een
bijdrage in de volgende Nehalennia? Blijven we toch nog
in de maritieme sfeer.
Nehalennia
herst 2019
nu 205
In gesprek met Johan Hendrik van Dale
(1828-1872)
Van de bestuurstafel
Ingevoegd in dit blad is de uitnodiging voor de jaarlijkse
dialectendag op 19 oktober 2019 in De Vroone, Kapelle.
We plaatsten al het jaarverslag en de notulen van de jaar
vergadering, 20 oktober 2018, in Nehalennia no 203.
De financiële gegevens worden uitgereikt aan de bezoekers
en komen op de website van onze verenging.
Ook worden ze op aanvraag toegestuurd.
Het programma voor deze dialectdag ziet er als volgt uit. We
beginnen 's morgens om 9.30 uur met een gezellige inloop
tot 10.00 uur. Dan beginnen we met de jaarvergadering.
Daarna genieten we van Jan Zwemer en Dingeman de Vis
ser, die in het dialect van Walcheren op humoristische wijze
ons vermaken. Na de lunch verrast de bekende taalkunste
naar Wim Daniëls ons met: Onze taal gaat (nooit) verloren!
Met dit programma hoopt het bestuur u een genoeglijke dag
aan te bieden. We vieren immers deze dag samen het 90-
jarig bestaan van onze vereniging. Tot ziens dus, in Kapelle.
WAT VIND IK HET MOOISTE DIALECTWOORD?
Laat het ons weten.
Heb je belangstelling?
Neem dan contact op met één van de bestuursleden
of mail naar
rwillemsen@zeelandnet.nl
of schrijf naar
Zeeuwse Dialect Vereniging
Boterzandestraat 15
4521AS Biervliet
Rinus Willemsen
Vindt u de plaats aan de Kaai in Sluis een geschikte plaats
voor uw borstbeeld
Om te beginnen spreken we af, dat we elkaar tutoyeren.
Dat vind ik gemoedelijker voor een interview. Om op je
vraag in te gaan. Dit is een heel geschikte plaats. Wekelijks
komen duizenden mensen hier langs. Ze bezoeken Sluis
om te winkelen en een hapje te eten. Het zijn voornamelijk
Vlamingen uit West-Vlaanderen. Maar ook mensen uit de
streek en natuurlijk veel toeristen die hun vakantie door
brengen aan de kust.
Is het hier altijd zo druk geweest?
Ja, dat is al jaren zo. In de middeleeuwen was Sluis een
voorhaven van Brugge. Schepen uit Italié, Spanje, Enge
land en de Oostzeelanden voeren hier voorbij door het
Zwin naar Brugge. Je weet dat ik jarenlang archivaris van
de stad Sluis ben geweest. In het Belfort lagen de oude
rekeningen van de stad en ook van de waterbaljuw. Ik heb
daarin veel gelezen na schooltijd, in de vakanties en in
het einde van de week. Een spannende tijd was de Hon
derdjarige Oorlog tussen Engeland en Frankrijk (1337
1453). Vlaanderen moest de Franse koning gehoorzamen,
omdat de graaf van Vlaanderen zijn gebied te leen had
gekregen van hem. Maar Brugge dreef veel handel met
de Engelsen. De Engelse schepen en hun lading werden
op het Zwin tijdens die oorlog in beslag genomen en
verkocht door de Graaf van Vlaanderen. Ik herinner me
nog een aantal voorvallen. Bijvoorbeeld in mei 1383 toen
die van Sluis met een vloot van 22 schepen uitvoeren om
een aantal schepen te onderscheppen die op weg waren
naar Zeeland. Die van Sluis enterden een Zeeuws schip,
waarin zich 33 zakken Engelse wol bevonden, bestemd
voor een handelaar in Dordrecht. Alles werd openbaar
verkocht. De opbrengst was ruim 372 pond Vlaams. Dat
archief van de waterbaljuw was heel interessant: het staat
vol met verbaliseerde schippers die smokkelden op het
Zwin.
In die tijd ben je zeker begonnen met je woordenboek?
Inderdaad, in die grafelijke rekeningen staan allemaal
oude Vlaamse woorden, die van pas kwamen toen ik het
woordenboek ging samenstellen. De bedoeling was de be
tekenis van die woorden zo precies mogelijk te omschrij
ven.
Heb je ook nog iets aan dialect gedaan?
Eigenlijk heel weinig. Een paar artikelen heb ik geschreven
over het kenmerkend taalgebruik in en om Sluis. Eigenlijk
voor heel ons district. Ik heb het Algemeen Vlaamsch Idi
oticon van aanvullingen voorzien van woorden die bij ons
ook bekend zijn. Dat was interessant.
Vergeet trouwens niet dat de studie van de streektalen pas
veel later op gang is gekomen. Nee, ik heb me meer bezig
gehouden met taal in het algemeen en taalboekjes voor de
school geschreven.
Meer weten?
Jules van Beylen, De hengst, 2007
Han Reijnhout, portret van een kunstenaar, Vlissingen, 2009
P. J. Scheerders, De Paal en zijn bewoners, Kloosterzande 1980
Moed en Trouw, de werf in Paal, geschiedenis en maquette, 2019
Voor bezichtiging van de maquette: Bezoekerscentrum Saeftinghe,
Stichting Het Zeeuwse Landschap, Emmaweg 4, Emmadorp.
Wim Daniels