De familie Keldermans bouwde een enorm netwerk van grote kerken in Brabantse Hooggotische Stijl Peter Vleugel Vanaf de elfde eeuw begon de bevolking van Europa te groeien. Dit had meerdere oorzaken, zowel externe als interne factoren. Bij de factoren van buitenaf, speelde het Christelijk worden van Vikingen en Magyaren een grote rol, waardoor hun aanvallen en plundertochten minder werden. De Moslims werden een paar maal effectief ver slagen door Christelijke, gezamenlijke legers en in Mos limlanden was grote verdeeldheid. Een van de interne oorzaken was, dat de opbrengsten in de landbouw toenamen. Het drieslagstelsel werd op gro tere schaal toegepast, waardoor minder grond braak moest blijven liggen en meer vruchtwisseling toegepast kon worden, zodat de grond minder snel uitgeput raakte. Er werden uitvindingen gedaan, zoals de ijzeren keerploeg, die dieper groef en de grond beter kon omwoelen dan de houten hak die tot dan toe in gebruik was geweest. Ver der werden er meer paarden ingezet in plaats van de tot dan toe gebruikelijke ossen. Hierdoor kon meer per dag geploegd worden, dus de arbeidsproductiviteit nam toe. Bij de paarden werden ook nieuwe vondsten toegepast: ze kregen een halster en hoefijzers, zodat ze beter bestuur baar werden en hun hoeven minder sleten. Dit alles leidde tot landbouwoverschotten. Hierdoor ontstond weer inter nationale handel, omdat het ene gebied producten over had, waar in het andere gebied vraag naar was. De landbouwoverschotten zorgden ook voor bevolkings groei in de elfde eeuw. Omdat minder mensen op de rand van het bestaansminimum hoefden te leven, moest er meer grond in gebruik worden genomen om de groei ende bevolking te kunnen voeden. Dit leidde ertoe, dat Nehalennia herst 2019 nu 205 voor het eerst sinds de klassieke oudheid weer nieuwe steden ontstonden op knooppunten van handelsroutes, waar kooplieden en ambachtslieden zich vestigden. Het meeste transport vond per schip plaats, wegen over land waren er weinig en vaak waren ze in de herfst en winter onbegaanbaar. Hier en daar waren nog restanten van het uitgestrekte, Romeinse wegennet aanwezig. In de nieuwe steden kwamen natuurlijk ook kerken. De plaats waar een kerk werd gebouwd, is nooit toevallig daar, want de kerk werd op een hooggelegen plaats zoals een kreekrug gebouwd op een stevige ondergrond, liefst een dikke zandlaag. Met de achterkant, het koor naar Jeruzalem, dus het oosten gericht. Aanvankelijk werden de eerste kerken van hout gemaakt. Later ging men met de po reuze, vulkanische tufsteen uit het Duitse Eifelgebergte bouwen. Dit is een lichte, poreuze steen die makkelijk te bewerken is. De eerste stenen kerken werden gebouwd in Romaanse Stijl. Het Romaans kende zware gewelven met ronde bogen en kleine ramen in dikke muren. Het plafond werd gevormd door stenen, of houten, halfronde tongewelven. Het dak steunde op een houten construc tie. Door grotere welvaart en meer stabiliteit, nam het zelfver trouwen van de bevolking toe en ging ze de blik meer om hoog richten. Abt Suger (1081-1151) van het Benedictijner klooster in Saint-Denis in de buurt van waar nu Parijs ligt, experimenteerde met een nieuwe manier van bouwen, waarbij de muren minder dik werden en spitsbogen door kruisribgewelven een ruimte konden overspannen. De rib ben waren zwaarder uitgevoerd dan het metselwerk ertus sen. Op een houten boogconstructie werden de gewelven gemetseld met lichtere baksteen ertussen. De zware ribben werden pilaren tot de grond toe, een soort stenen skelet ontstond. Hiertussen konden glas-in-loodramen geplaatst worden. Om de grote zijwaartse en benedenwaartse druk van het stenen gewelf op te vangen, moesten aan de bui tenzijde van het gewelf luchtbogen worden gemaakt. Deze bouwstijl werd later Gotisch genoemd.Bij de groeiende bevolking in nieuwe steden paste de tot dan toe gebruike lijke bouwstijl voor kerken in Romaanse stijl niet meer. In de kerken gebruikte men de basilicale bouw die al eer der bij de Vroeg-Christelijke kerken was toegepast. Daar bij werd het midden van de kerk hoger dan de zijbeuken. Vader(schip van de kerk) - Zoon en Heilige Geest sym boliserend. Binnen werd ook een verdeling in drie delen gebruikelijk: onderaan de zware pilaren van de arcade, dan een hooggelegen gangpad tussen de verschillende zuilen, triforium geheten en tenslotte de lichtbeuk met glas-in- lood-vensters. Aan de westkant van de kerk, verrezen meestal twee torens. Vanuit het lie de France verspreidde deze nieuwe Gotische bouwstijl zich over grote delen van Europa. Het werd de stijl van de kerken in de nieuwe en groeiende steden. In verschillende regio's ontwikkelden zich specifieke vor men van de Gotiek zoals in Normandië, Italië of Engeland, maar ook de Schelde gotiek, elk met eigen, typerende kenmerken. Vanuit het hertogdom Brabant ontwikkelde zich de Brabantse Gotiek, die uitwaaierde over Zeeland en enkele steden in Holland. De grondlegger van de Brabantse Gotiek is Jean d'Oisy (1310-1377) geboren in Valencijn in Henegouwen. Hij had in Frankrijk het vak van bouwmeester geleerd. Hij had meegeholpen aan de bouw van de grote, Gotische, Franse kathedralen, in de leer als beeldhouwer bij Franse bouw meesters. De bouwmeester maakte het grote plan. Hij legde verantwoording af aan de bouwheer, een bisschop of vorst waarvoor de kerk gebouwd werd. In de steden kon dit ook het kapittel van kannunniken zijn. De bouwmees ter zorgde voor regelmatige en voldoende aanvoer van de bouwmaterialen. Hij moest ook zorgen voor voldoende vakmensen en hulpjes in de bouwloods, aan de voet van Ingegaan wordt op de oorzaken van bevolkingsgroei vanaf de 11 e eeuw. Romaanse kerkbouw komt kort voorbij. Vervol gens de overgang naar Gotiek: een andere bouwwijze en andere materialen in steden, waarbij de bouwmeester een bouw loods inrichtte. Tot slot het grote project van diverse generaties Keldermansen: De Sint Rombout in Mechelen. In sommige kerken komt Vulkanische Tufsteen naast gebakken kloostermoppen voor. Overgang van Romaans naar Gotiek, vaak in Fries land en Drente nog te zien. Houten vorm om kloostermoppen in te vormen van 30 cm lang. Replica in Cisterciënzer Klooster Adouard in Groningen. De Sint Nicolaaskerk in Brouwershaven is in Brabantse Gotiek gebouwd: koolbladkapitelen aan de bovenkant van een pilaar zijn typerende kenmerken van Brabantse Gotiek.

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2019 | | pagina 3