Rond een tekening van de buitenplaats Niet altijd Zomer
bij Middelburg
Martin van den Broeke
Een boek in de bibliotheek van kasteel Duivenvoorde bij
Voorschoten bevat een afbeelding van een landhuis. Het
is een potloodtekening op achttiende-eeuws papier en
de gedetailleerde weergave doet vermoeden dat deze een
werkelijk bestaand huis voorstelt. Het boek, waarin het
papier is ingebonden, draagt de titel Wintervrugt, gewas-
schen op het Hov Niet altijd Zomer. Het is geschreven door
Alexander de Muncq en in 1712 in Middelburg gepubli
ceerd. De auteur was eigenaar en naamgever van de bui
tenplaats Niet altijd Zomer, die lag aan de zandweg tussen
Middelburg en Veere. Kan het zijn dat de tekening inder
daad dit landhuis afbeeldt? De belangrijkste aanwijzing
voor de identificatie van het huis is een handgeschreven
negentiende-eeuwse aantekening voorin het boek op Dui
venvoorde. Die meldt: Aan het einde van dezen bundel is
eene teekening toegevoegd van het hof Niet altijd Zomer'.
Hoewel het boek is gepubliceerd in 1712 en een tweede
druk verscheen in 1716, dateert de band uit 1720.1
Het is moeilijk om met zekerheid vast te stellen of deze
tekening het huis Niet altijd Zomer voorstelt, omdat de
buitenplaats al lang geleden is afgebroken en andere af
beeldingen ervan mij niet bekend zijn. Wel zijn er enkele
bronnen over de eigendomssituatie, die een idee kunnen
geven wanneer het gebouwd is. Ook is er een boedelinven
taris, die in 1721 is opgesteld na het overlijden van de be
woonster, de dochter van De Muncq, dat een reconstructie
van het huis mogelijk maakt. Tot slot is er de grote kaart
van Walcheren door de gebroeders Hattinga uit 1750 waar
de omtrek van het landhuis op te zien is.
Alexander de Muncq
De auteur van het boek waarin de tekening zich bevindt, is
Alexander de Muncq (1655-1719). Deze was een centrale fi
guur in de politieke twisten die Middelburg en Zeeland eind
zeventiende eeuw in hun greep hielden.2 In 1676 trad hij toe
tot het Middelburgse stadsbestuur en werd al in het daarop
volgende jaar benoemd tot burgemeester. Hij vervulde van
1677 tot 1702 meerdere malen de functies van schepen, raad
en burgemeester. In het gewestelijke bestuur was De Muncq
hoogbaljuw en rentmeester-generaal van Zeeland bewester
Schelde. Vanaf 1695 was hij bewindhebber van de VOC.
Deze combinatie van hoge ambten maakte hem een van de
meest vooraanstaande Zeeuwse regenten van zijn tijd. Hij
onderstreepte die status door in 1679 van de stad Middel
burg de ambachtsheerlijkheden Oost- en West-Souburg te
kopen. Deze deed hij enkele jaren later alweer van de hand.
Naar verluidt liet hij van de opbrengst zijn buitenplaats
verfraaien.3 De Muncq raakte in opspraak toen hij in 1679
ervandoor ging met Henriette Thibaut, de echtgenote van de
Middelburgse stadsbestuurder Francois Velters, overigens
wel met haar toestemming. Tot een bestraffing kwam het
niet doordat stadhouder Willem III hem gratie verleende.
Na het overlijden van Velters trouwde De Muncq met Hen
riette. De zaak deed in de hele Republiek behoorlijk wat stof
opwaaien en werd hem zijn leven lang nagedragen.
Tekening van een landhuis, opgenomen in het boek
Winter-vrugt, gewasschen op het Hov Niet altijd Zomer van
Alexander de Muncq (Middelburg 1712). Stichting Duivenvoorde,
Bibliotheek inv.nr. 3-f-1
Portret van Aletander de Muncq. Gravure door Pieter van Gunst,
1731, naar Philip van Dijk, 1710. Rijksmuseum Amsterdam,
inv.nr. RP-P-1910-1785