lijke relatie, omdat Walraven zijn kinderen innerlijk als
Indos beschouwde. En behalve aan bepaalde blanken had
hij een hekel aan Indo's. Van zijn vrouw Itih hield hij ziels
veel. Omdat hij als schrijver bijna altijd thuis was leverde
dat met zijn kinderen uitermate vervelende situaties op.
Daarbij kwam nog het voortdurende geldgebrek. Walraven
kon nu eenmaal niet verstandig met geld omgaan en het
was voor zijn vrouw moeilijk om de eindjes aan elkaar te
knopen. Als mens was Walraven eigenlijk een zeer onaan
genaam persoon, die veel ruzies veroorzaakte.
Hoewel Itih lekker Indisch kon koken, moest Walraven
van rijsttafels niets hebben. Hij eiste dat zijn vrouw voor
hem echte Hollandse maaltijden bereidde als boerenkool
en peertjes met spek, zodat ze elke dag twee maaltijden
moest bereiden. Zelf kon Walraven ook goed koken. Hij
had zelfs een apparaat waarin hij zelfs worsten van var
kensvlees kon roken.
Walraven voelde zich eigenlijk in Indië gevangen. Hoewel
hij in zijn rijke' tijd best met verlof naar Nederland had
kunnen gaan, was hij ervan overtuigd dat zijn vrouw en
kinderen zich daar niet zouden thuisvoelen. Bovendien
schaamde hij zich eigenlijk voor zijn 'bruine' gezin.
Lichtpunten in zijn leven waren steeds de bezoeken van de
zoon van zijn zuster Frans Schamhardt, die
als stuurmansleerling op een koopvaardijschip vanaf 1938
ook Nederlands-Indië aandeed.Frans is dan 18 jaar. De
schrijver beschouwde deze jongen eigenlijk als zijn blanke
zoon. Schamhardt zorgde er later voor dat het werk van
Walraven in boekvorm werd uitgegeven.
Gevangenschap en dood
Tijdens het sorteren van m'n boekenvoorraad was mijn
grootste ontdekking een boekje van de hand van zijn
oudste zoon Wim geboren in 1922, 'De grote verbittering',
met herinneringen aan zijn vader. De relatie met zijn
zoon Wim was uitermate slecht. Evenals zijn vader leed
Wim aan de kwaal van de Walravens, namelijk stotteren.
Omdat hij op de lagere school daardoor niet snel genoeg
kon antwoorden, lieten de leerkrachten hem links liggen
en verliep zijn schoolcarrière rampzalig. Hij kon het nog
brengen tot automonteur, later volgde hij nog een cursus
voor lasser.
Wel had Wim zich heel goed Nederlands geleerd door
gretig alle in huis aanwezige boeken te lezen. Dat leverde
een wat ouderwets Nederlands op, want de collectie
bestond hoofdzakelijk uit 19e-eeuwse werken van Dickens
en Walter Scott. Evenals zijn vader bleek Wim heel goed te
kunnen schrijven.
Hoewel de verhouding tussen Wim en zijn vader uiterma
te slecht was, heeft hij toch in het kamp zijn vader tijdens
diens ziekte heel goed verzorgd. In een interview uit 1989
uit De Haagse Post met Rob van Olm vertelt hij daarover.
Ik laat het ontroerende fragment hier volgen:
Ik zet de apparatuur op tafel en zeg dat ik bewondering
voor hem heb omdat hij zn vader ondanks alles zo goed
verzorgd heeft. Hij verheft zijn stem: "Waarom? Ik ben zijn
zoon. Ik ben van hetzelfde bloed. Wij dragen dezelfde naam.
Ik denk dat het de plicht is van een zoon om voor zijn vader
te zorgen. In elke omstandigheid. Dit heeft niets te maken
met het geloof of de kerkde lieve heer en allerlei
Zocht u nou in die periode naar liefde van hem? "Hij zei
Frans Schamhardt
Het gezin Walraven. Achter links Willem jr.
Laatste portret van Willem en Itih