Het geslacht Keldermans, deel 2 'MP' v il iélii ifllüi L Drs. Peter Vleugel Brabant en Vlaanderen behoorden in de vijftiende en zes tiende eeuw tot de meest welvarende delen van het Bour gondische Rijk van de hertogen uit het Huis Valois. Zelfs in heel Europa behoorden deze gewesten tot de econo mische top. Op de familierelaties en de staatkundige sa menvoeging van de vele diverse gebieden onder de familie Valois en later de familie von Habsburg ga ik in deze arti kelen niet in. Deze Bourgondische vorsten stimuleerden wel kunsten en wetenschappen. In de tweede helft van de vijftiende eeuw waren er minder oorlogen, wat samen met een redelijk goed bestuur en vele economische activiteiten zorgde voor stabiliteit. Tevens gaven de Bourgondische hertogen opdrachten voor vele bouwwerken in hun gebie den, ze werden mecenassen. Daarnaast was er door de bestuurlijke stabiliteit een sterke groei van de Brabantse en Vlaamse steden, er was veel internationale handel en bloeiende nijverheid, vooral in de laken(wol)industrie. In die steden kwamen burgers aan de macht, een nieuwe regenten-elite. Die bloeiende steden hadden allemaal behoefte aan een grote parochiekerk. Dit moest voor de welvarend geworden burgerij een status symbool worden, een prestige object, waarin ze wilden investeren gedurende een flinke periode. Ook de oprichting van een kapittel met kanunniken aan een kerk zorgde in veel gevallen voor de vraag naar een grotere kerk. Het kapittel moest tot zeven keer per dag in koorgezang en -gebed bidden voor het zieleheil van over ledenen. De meeste kerken in Brabants-Gotische Stijl hadden het zelfde grondplan. doxaal Jan II Keldermans werkte hier in 1439 aan. Het doxaal; van de Sint Gommarus, waar Andries I aan werkte rond 1440 in Lier is ook bewaard gebleven. Andries I en zijn zoon Anthonis I leverden eveneens een oxaal voor de Sint Geertrudiskerk in Bergen op Zoom in 1472. In de werkplaatsen bij de steengroeves werden vele spits boogonderdelen voor vensters gemaakt. Zoals voor een van de grote ramen in de Sint Laurenskerk in Alkmaar. In Schoonheid der Nederlanden, een cultuurhistorische atlas, kwam ik een bruikbare kaart tegen over de ver spreiding van de Brabantse Gotiek, waar ook de andere genoemde culturele uitingen op vermeld staan. De kun sten werden vanuit de grote culturele centra in Brabant en Vlaanderen verspreid over de Nederlanden. Het is ingewikkeld om precies te kunnen ontdekken wie aan een project werkte, want een aantal namen komen ge regeld terug bij de familie Keldermans in de veertiende tot de zestiende eeuw: zoals Jan, Andries, Rombout, Matthijs De vorm was een Latijns kruis, waarbij aan de westkant één toren kwam. Soms kwam op het dak, op het kruispunt van schip, koor en transept een spitse dakruiter om klok ken in te hangen. De dakruiter kwam boven de viering, waar het hoogaltaar stond. In het koor kwamen fraai versierde houten koorbanken voor het koorgebed van de kanunniken. Dit koor werd gescheiden van de rest van de kerk door een (d)oxaal. Ook dit doxaal werd vaak fraai versierd. Veel oxalen zijn echter gesneuveld omdat ze geen functie meer hadden toen kerken protestants werden. In de Sint Pieterskerk in Leuven is nog een fraai bewerkt .m\ 4» Jfe. llrfl Grondplan kerken Brabantse gotiek Kunstig beeldhouwwerk aan doxaal Sint Gommarus te Lier Zie grondplan kerken Brabantse Gotiek, bewerking P.F. Vleugel Al in de steengroeve bij Mechelen gemaakte onderdelen zoals voor dit spitsboogveenster van de Grote Kerk in Alkmaar werden per schip naar de bouwloods vervoerd. Foto auteur transept ajbeuK viering

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2020 | | pagina 4