Nehalennia voorjaar 2020 nr. 207
werd een deel te slopen en de kerk groter te herbouwen.
De nieuwe kerk werd 108 meter lang en 24 meter hoog.
De nieuwe fundamenten voor een hoge toren werden ge
legd op "huyden" door Anthoon I Keldermans rond 1500.
Al tijdens de bouw echter begon de toren te verzakken.
In het oorspronkelijke ontwerp had deze toren 108 meter
hoog moeten worden. Vanwege de verzakkingen werden
zelfs plannen gemaakt om het hele project te stoppen en
maar af te breken. Dit is niet gebeurd, maar de geplande
grote spits kwam er dus niet op. Nu is de toren 65 meter
hoog en staat 2,25 meter uit het lood.
De "huyden" zijn later vaak geïnterpreteerd als koeienhui-
den. Maar wat hebben kostbare koeienhuiden dan voor
zin? Het is ook onjuist. A. de Haan was bij de Rijksdienst
voor Oudheidkundig Bodemonderzoek en betrokken bij
de opgravingen onder de toren van de grote kerk in Dor
drecht. Noot 4. De Haan schreef een verhelderend artikel
hierover: funderen op huiden. Hij vond onder deze toren
huyden: houten scheepswanden met spanten, klampen
en dan dwars op elkaar gelegd. Schepen waren van hout
en hadden een beperkte levensduur. In veel havensteden
kregen de scheepshuyden dus een tweede bestemming:
om de stenen fundering van kerken en torens drastisch te
verbreden, waardoor de druk van de muren over een gro
ter oppervlak verdeeld werd. Goedkoop, volop voorradig
in gebieden aan het water met scheepsbouw.
Anthonie II was ook betrokken bij het afbouwen en van
een stenen gewelf voorzien van de Onze Lieve Vrouwe
Kerk in Dordrecht. Het is ondanks de veenbodem, één van
de weinige kerken in de Noordelijke Nederlanden met een
volledig stenen gewelf en luchtbogen aan de buitenkant.
Uit de stamboom blijkt ook, dat verschillende leden van de
familie Keldermans beeldhouwer waren. Dit was een goed
geschoolde ambachtsman die lid van een gilde was. De na
men van de gilden variëren wat in verschillende steden. Het
gilde zorgde voor een meerjarige beroepsopleiding, contro
leerde de prijs en kwaliteit van het werk, maar had ook een
kapel in de grote parochiekerk. De gilden leverden ook een
bijdrage aan de instandhouding van de kerk.
De makers van houten beelden waren vaak lid van het
Noot 3 Later gingen Anthonis I en diens zoon Rombout II
verder met de bouw. Na de stormvloed van 1530 waren er
veel herstelwerkzaamheden nodig in de stad, dus de werk
zaamheden aan de toren kwamen definitief stil te liggen,
vooral ook doordat er een pestepidemie uitbrak, waarbij
veel mensen overleden.
Overstromingen kwamen in de veertiende, vijftiende en zes
tiende eeuw veelvuldig voor in het kustgebied van Zeeland,
Vlaanderen en Brabant. De stormvloeden van 1530 en 1532,
de Sint Felixvloeden, troffen ondermeer Zierikzee hard, veel
werd verwoest, er vielen vele slachtoffers, maar daardoor
werd ook de stroming van de (Ooster)Schelde verlegd en
raakte Zierikzee zijn open verbinding via de Gouwe kwijt.
Daarna was de grootste bloeiperiode van Zierikzee voorbij
en was er niet meer genoeg kapitaal beschikbaar voor een
dergelijk ambitieus project, dus de Sint Lievensmonstertoren
kon niet afgebouwd worden en de bouw stagneerde op 59
meter. Later werd er nog een dak met flauwe helling opge
legd. Hij bleef staan als de "Dikke Toren".
Daarnaast zien we in de meeste steden, die grotendeels uit
houten huizen met strooien daken bestonden tot ver in de
zestiende eeuw, vaak enorme stadsbranden ontstaan. In de
zestiende eeuw werden vele stedelijke verordeningen ge
maakt om de huizen en daken te laten "verstenen". Meestal
kende de overheid hiertoe belangrijke belastingvoordelen
toe aan de eigenaars.
Ook de belangrijke Zeeuwse handelsstad Zierikzee heeft
verschillende stadsbranden gehad, ondermeer in 1414,
1458,1466,1524 en 1576.
Dordrecht was ondanks de grote overstroming in 1421, de
Sint Elisabethsvloed, in Holland een welvarende handels
stad in de vijftiende eeuw. Everaert Spoorwater (geboren
in Brussel of Antwerpen, rond 1400, hij leefde tot 1474)
was in 1450 een heel eind gevorderd met de bouw van een
grote parochiekerk en toren in Brabantse Gotiek. Maar.
in 1457 werd de stad en bovengenoemde Onze Lieve
Vrouwe Kerk getroffen door een zware stadsbrand, waar
door kerk en toren zwaar beschadigd raakten. Besloten
Stadhuis aari de Grote Markt te Brussel
Deze pilaren, inclusief koolbladkapitelen bovenaan de zuil. De
Grote Kerk in Dordrecht is geheel in steen overwelfd. In het koor:
de houten kanunnikenbanken waren vaak als bouwpaketten bij
de steengroeves in de Zuidelijke Nederlanden door de familie Kel
dermans gemaakt. Foto auteur