Een gedwongen transport voor ie l@hrmaclit Gerard van de Velde Ervaringen van Cadzantenaars in september 1944 tijdens een munitietransport voor de Duitsers met een ondui delijk doel. De Geallieerden waren in aantocht. Op 5 en 6 september veroverden ze Brugge, Gent en Antwerpen. Vermoedelijk wilde de bezetter zijn bevoorrading veilig stel len. De Duitsers waren bang voor de Engels jachtvliegtuigen. Boven op de zwaar beladen boerenwagens lag hooi en stro. Bij Maldeghem aangekomen stonden daar niet de beloofde Vlaamse boeren die de Candzantenaars zouden aflossen. Toen de colonne bij Eecloo was, verschenen plotseling twee Engelse jachtvliegtuigen. Het is zaterdag, 2 september 1994. M'n stiefvader heeft de ganse dag op het land gewerkt. Het beloofde een mooie dag te worden. Onder de kastanjebomen op het Zuid- zandse kerkplein stonden zeker wel vijf vrachtwagens met Duitse soldaten. Ze waren gevlucht uit Frankrijk. In de loop van de middag bracht gemeentebode Piet Bokelaar briefjes rond met daarin het bevel van de Wehrmacht om op maandagmorgen om 7.30 uur op de stelling bij Pro voost (1) te verschijnen met een goede wagen bespannen met twee paarden. "Dat waren toen nog houten wagens, een platte bak en rechte kassen en natuurlijk houten wie len," begint Gerard zijn verhaal. "Verder stond er nog in dat iedereen voorzien moest zijn van voeding voor mens 'M en dier. Voor twee dagen. Zoiets was nog nooit gebeurd. Toen we die zaterdagavond tegen zessen ons dorpje bin nen kwamen stappen, stond iedereen op straat te kletsen en te gissen naar het antwoord op de vraag: Wa moet 'r wel nie gebeuren? We hadden de hele dag op het land gewerkt: paardenbonen snijden met de sikkel. Ik moest hem daarbij helpen. Die morgen hadden wij al de hele dag op het land gewerkt. En nu voor de Duitsers gaon riejen? En dan nog welj'n eigen eten meenemen voo twi daogen? Wao moeten die vinters dan wel nie nao toe?" De stelling van Provoost lag in de Knokkerdpolder, onder Cadzand. In totaal waren er 22 mannen opgeroepen: tien uit Zuidzande, acht uit Cadzand, één uit Nieuwvliet en ook uit Oostburg en Retranchement elk één. Bij ons thuis was er geen briefje bezorgd. M'n stiefvader was blieje. M'n moeder kwam met het idee dat hij maar eens een dagje thuis moest blijven om voor het vet var kentje te zorgen. Zelfben ik die avond nog om een baole kernieneten geweest. Om 8 uur begon de spertied. De volgende dag, zondag, was het stil en schoon weer. Je merkte helemaal niet dat het oorlog was. De afgelopen nacht waren er geen bommenwerpers over gekomen en ook die morgen was er gêên enkele jaoger hier geweest. Die zondag, half in de achtermiddag, kwamen er wel twee Engelse vliegtuigen met dubbele rompen aangevlogen. Ze volgden de kustlijn. Mij is later verteld dat ze kwamen fotograferen. De Duitsers hebben er geen schot op gelost. Verder bleef het die zondag stil. 's Avonds kwamen er ook Nehalennia herfst 2020 nr. 209 geen bommenwerpers over richting Duitsland. Het leek een rustige nacht te worden Totdat 's morgens tegen vieren hard op de deur werd ge bonsd. Mijn stiefvader sprong vlug uit de bedstee en deed snel de grendel van de deur en keek recht in de ogen van zijn baas, Izaak Luteijn. Naast hem stonden twee Duitse soldaten met geweer op m'n stiefvader gericht. Luteijn vertelde dat mijn stiefvader mee moest, direct. De reis zou naar Maldegem gaan. Daar zouden Vlaamse boeren de Nederlandse mannen aflossen. M'n stiefvader schoot in zijn werkgoed en pakte nog snel een oude winterjas mee. De soldaten hadden haast en sommeerden hem direct te vertrekken. Met getrokken geweer liepen ze achter hem aan, de vroege morgen in. Mijn moeder liep op een sukkeldrafje achter de mannen aan met een stuutzak vol brood en met een stikje gekookt spek. De tranen biggelden over d'r wangen, daar op die Sluisseweg. Toen ze in het dorp kwamen, zagen ze dat er al licht brandde in Bram Brils herberg "De drie Koningen", die op de hoek van het Kerkplein stond. De voordeur stond open. De NSB burgemeester Joris van der Bens en zijn vrouw kwamen uit de herberg; mogelijk op weg naar hun gevor derde woning aan de Oostburgsche Straatweg. Ook op het stadhuis was er licht te zien. Toen m'n stiefvader op de hofstee van Isaak Luteyn kwam, stond z'n tuig paarden al angespannen voor de boeren wagen, midden op het hofplein, klaar om te vertrekken. Achterop de wagen was wat klaverhooi getast: eten voor de twee paarden onderwegt. Ingespannen waren Martha, het 'andpèèrd en Mirza, in de roe. Twee mooie schimmels. Sara, de dochter van de baas, kwam met twee stuuten met stroop- vet aangelopen voor mijn stiefvader; dat was zijn morgen- maol. Die twee soldaten kropen op de wagen en doken in het hooi. M'n stiefvader nam de dubbele voerliene, de paar den zetten aan en kwamen in gank. De wagen kwam ook N3 in beweging, de Mariawegt op. Voor de paarden was het uitsom. Tot aan het Kokerswegje, dat weer uitsom (dit kron kelwegje was maar een kronkelpad). Het kwam uit op den Zuudzandsen diek bij Isaak de Neef, dicht bij de stelling van Provoost. Eenmaal daar aangekomen werd de wagenbak vol geladen met granaten en munitie. Daar bovenop kwam het paardeneten. Vervolgens moest mijn stiefvader de wagen boven op de polderdijk zetten. Het was toen ongeveer zes uur. De paarden dronken in de waterput bij Provoost. Rond 7.30 uur kwamen de andere mannen die opgeroepen waren. Hun wagens werden allemaal op dezelfde manier zwaar beladen. De wagen van Izaak Risseeuw-Brakman werd afge keurd: was dat sabotage? Zou hij hiervoor worden gestraft? Maar Isaak Luteyn loste de discussie op en zei: "Die man heeft geen betere wagen." En zo mocht de wagen toch op de dijk, maar wel zonder lading. Ondertussen was een soldaat met een briefje naar het stadhuis gestuurd. De inhoud ging natuurlijk over die afgekeurde wagen. De paarden van die wagen werden nu voor de keukenwagen gespannen en die wagen moest voorop in de stoet rijden. Omstreeks 13.30 uur gaf de commandant van de stel ling opdracht om te vertrekken. Via Potjes ging men naar Zuidzande. Wie reed er voorop? De comman dant, gezeten op een heel mooi paard. Daarna kwamen de soldatenwagens en kwam Izaak van Houte met de keukenwagen. Vervolgens de 17 boerenwagens, beladen met munitie gevolgd door vier mannen uit Cadzand die elk met hun tuig paarden een kanon veldgeschut voort sleepten. Aan elke wagen was een soldaat toegevoegd die ervoor moest zorgen dat alles ordelijk verliep. Ik zag dat allemaal als jongen van 14 jaar door ons dorp voorbij komen. Toen mijn stiefvader voorbij kwam, heb ik mijn hand naar hem opgestoken. Ik was onder de indruk van de colonne die ik voorbij zag komen en de Oostburg- schestraat zag indraaien. Daarna ben ik in gedachten verzonken naar ons huisje in de Sluissewegt gestapt. M'n moeder schonk een bak gerstekoffie voor me in en daarna ben ik mee 'n baole, wat kernieneeten gaon sniejen mee de zikkel. In Oostburg reed de colonne door de Zuidzanschestraat de Nieuwstraat in. Net buiten de bebouwde kom werd halt gehouden om de paarden wat rust te gunnen. Over Draai- brugge naar Aardenburg. Bij de steenfabriek was er weer een korte pauze van tien minuten. Door de Kaaipoort naar Eede tot bij Maldeghem de Rijkswegt ofgróóte baone op, naar Eecloo. Hier werd weer tien minuten gerust en de Vlaamse omstanders wisten te vertellen dat Antwerpen al bevrijd was. Wao moeten gulder naor toe?" was hun vraag. Even later, in de buurt van Eecloo, doken plotseling twee Engelse jagers op. Ze scheerden enkele keren over de colonne. De soldaten doken onmiddellijk in de sloot naast de weg. De voermannen uit het Land van Cad zand bonden hun liene vast aan de roenge van de wagen en zochten ook dekking, onder de wagens en ook in die ondiepe sloot. De vliegtuigen scheerden nog eens over en verdwenen. De colonne trok verder via Eecloo, richting Waarschoot. Bij die plaats kwam de stoet tot stilstand. Hier zou de nacht worden doorgebracht. Enkele officie ren verkenden de omgeving. Een weiland bij een boertje 17 Gerard van de Velde 75 jaar later bij de munitiebunker, ingebouwd in het talud van de polderdijk. De gemetselde bunker had twee kamers De bunker had twee toegangsdeuren. Hier de zuidelijke toegang. In het zuidelijk deel is momenteel een kippenonderkomen Route die de mannen aflegden

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2020 | | pagina 10