Hef gesDacht Keldermans (3) Stadhuizen bouwen Drs. Peter Vleugel In het vorige stuk ging het over diverse kerken, waar leden van de familie Keldermans een aandeel aan leverden. Eén van de laatste kerken waar ze een actief aandeel aan lever den is echter de nog niet vermelde Onze-Lieve-Vrouwe-Kerk in Antwerpen. Onze Lieve Vrouwe Kerk in Antwerpen In de twaalfde eeuw werd er in het havenstadje Antwer pen een Romaanse Kerk gebouwd. De stad groeide, aan de kerk werd een kapittel met kanunniken verbonden, zo ontstond er behoefte aan een grotere kerk. Hiermee werd in 1352 begonnen in Brabants-Gotische Stijl. Ten oosten van de Romaanse Kerk werd met een nieuw, veel groter Gotisch koor begonnen, met 5 straalkapellen. Er werd gedurende de bouw gewoon in de Romaanse Kerk gekerkt en gebeden. De eerste bouwmeesters zijn niet bekend. Vanaf 1396 zijn de bouwmeesters wel bekend: Jacob van Tienen, opgevolgd door Pieter Appelmans in 1419, daarna volgde Jan Tac, vervolgens Evert Spoorwater die na zijn dood in 1474 opgevolgd werd door Herman de Waghe- makere, na hem werd zijn zoon Domien verantwoordelijk voor het geheel.noot 1 Tijdens de bouw van de Gotische Onze-Lieve-Vrouwe- Kerk in Antwerpen werden de plannen herhaaldelijk ge wijzigd, zodat de kerk steeds groter werd. De Antwerpse bouwloods van de kerk genoot grote faam en werd vaak nagevolgd. Aan de twee westtorens werd vanaf begin vijf tiende eeuw gebouwd tot de galmgaten, maar het werk aan de zuidtoren werd in 1475 stilgelegd, vijfjaar later even eens het werk aan de noordtoren. Tussen 1478-1482 werd de Romaanse Kerk, die nu volledig omgeven was door de ruimere Gotische Kerk, afgebroken. Pas twintig jaar later werd verder gebouwd aan de noord toren. Omdat bij springtij de kerk regelmatig onderliep, moest echter de bodem flink opgehoogd worden met een laag zand. Aan het eind van de vijftiende eeuw werd de familie Keldermans bij de bouw betrokken, doordat Mat- thijs Keldermans in 1497/'98 stenen leverde vanuit hun groeves. In dezelfde tijd maakte Andries beelden en nis sen voor de apostelen Petrus en Paulus. Ook Laureijs was actief daar, hij leidde beeldhouwers op en leverde stenen. Ze werkten mee aan de bouw en decoratie van de torens. De torens aan de westkant werden op een vierkant grond vlak gebouwd, van de noordtoren is dat 12x12 meter. De eerste vier geledingen (verdiepingen worden geledingen genoemd) van de noordtoren werden op dat vierkante grondvlak gebouwd, dus rechthoekig, maar iedere ge leding werd hogerop iets smaller dan de vorige. Ook de zware steunberen aan alle kanten werden per geleding minder zwaar. Vanaf de balustrade van de vierde geleding werd een achtkantig torenstuk met pinakels gemaakt, waardoor het geheel een bijzonder rank uiterlijk kreeg. Door de bovenste, ronde geledingen kan heen gekeken worden. De noordtoren van 123 meter lengte, wordt naar boven toe steeds ranker. In 1513 en '14 verrichtte Anthonis II er werkzaamheden maar hij overleed in die periode. In 1518 was de noordto ren klaar en werd samen met het kruis er bovenop gewijd. De kerk hoort met 117 meter lengte, 67 meter breedte en 38 meter hoogte en de noordtoren van 123 meter tot de grootste kerken van Europa. Rombout II Keldermans en Domien de Waghemakere waren in 1520 compagnons en ontwierpen samen de plan nen voor een enorme uitbreiding van de kerk, het Nieuwe Werck. Bij dit megalomane project zou echter de geplande en deels al gebouwde zuidtoren komen te vervallen. Een nieuwe toren zou verder naar het zuiden gebouwd wor den. De meeste kerken in Brabants-Gotische Stijl, hebben slechts één toren aan de westkant. Dus hier werd aan de bestaande zuidtoren niet verder gebouwd, hij kreeg al leen een dak (65 meter hoog). Het midden van de kerk kreeg een houten overkapping met een vieringtoren (In de nieuwe Renaissancestijl). In 1521 legde de landheer, keizer Karei V von Habsburg in het bijzijn van vele hoogwaardigheidsbekleders, de eerste steen voor het Nieuwe Werck. Hiermee zou de op pervlakte van de kerk bijna verdubbeld worden. Maar in 1533 brak er een rampzalige brand uit.Door een slecht gedoofde kaars bij het Sint Gummarusaltaar. De bouw van Nehalennia herfst 2020 nr. 209 het nieuwe, grootse project werd stilgelegd, men koos voor herstel van de bestaande kerk. In 1559 deelde hertog/graaf Philips II von Habsburg, de bisdommen in de Nederlanden opnieuw in: Antwerpen en Mechelen werden bisschopssteden en de Onze Lieve-Vrou- we-Kerk werd kathedraal, de zetel van de bisschop."00'2 In 1566 brak in Vlaanderen en Brabant, waar toen veel Protestanten woonden, een beeldenstorm uit, die over een belangrijk deel der Nederlanden uitwaaierde. Daarbij werden kerken gereinigd van beelden en versieringen die afleiden van het geloof. Ook de kathedraal werd zwaar ge troffen. In korte tijd later veranderde de kerk verschillende keren van kerkelijke richting. Dus veel beelden, decora ties en pinakels die gemaakt waren door Keldermansen, overleefden het niet. Na 1585, toen Alexander Farnese, landvoogd en hertog van Parma, Antwerpen en grote delen van Vlaanderen terugbracht onder de heerschappij van Philips II, werden alle Protestanten en Joden verjaagd. Velen gingen naar het noorden. De kerk werd weer een Rooms-Katholieke Kathedraal en opnieuw gedecoreerd, nu in Barokstijl. Stadhuizen bouwen Als een nederzetting in de middeleeuwen groeide, wilden de bewoners stadsrechten kopen van de graaf of hertog om een eigen bestuur en rechtsspraak te hebben en zich tegen vijanden te kunnen verdedigen. In het economisch centrum, aan het marktplein, werd dan een stadhuis ge bouwd. In tegenstelling tot de meeste overige huizen in de stad, die van hout met strooien daken waren, of met houten vlechtwerk dichtgesmeerd met leem (vakwerk met houten skelet), moest dit stadhuis van steen zijn, met leien of stenen dakpannen gedekt. Dit gebouw moest het aan zien en de macht van de stad tonen, daarom was het ook groter dan de overige huizen. Vaak werden voor zo'n stad huis dure witte Ledesteen of Gobertangersteen gebruikt. Voor veel stadhuizen diende het Gotische stadhuis aan de Grote Markt in Brussel als voorbeeld. Dit werd in de zestiende eeuw de machtigste stad van Brabant, hoofd stad der Nederlanden. Het stadhuis werd door Jacob van Tienen en Jan van Ruysbroeck vorm gegeven, twee zeer succesvolle leerlingen van de al eerder genoemde Jehan d'Oisy. De eerste ontwierp het linkergedeelte van het stad huis, gebouwd tussen 1401 en 1420. Jan van Ruysbroeck was de bouwmeester van het vervolg tussen 1444 en 1455. Door de nissen met beelden en de omhoogrijzende Belfort van 96 meter heeft het gebouw een grote horizontale uit straling met sterke verticale accenten. In de belfort werd de wacht gehouden over de stad en hing de grootste klok die geluid werd bij overstromingen en brand. Deze belfort was een symbool van de macht van* de rijke, zelfstandige burgers van Brussel. Op de vier hoeken van het stadhuis kwamen kleine torentjes. Later werd het stadhuis uitge breid. Het stadhuis werd gebouwd rondom een grote bin nenplaats. Mechelen was al in de veertiende eeuw een belangrijk centrum van de hertogen van Bourgondië en Brabant, dus verrezen ook hier diverse statige gebouwen. Bij de bouw van de Sint Romboutskerk (in het eerste deel van deze serie), waren we een andere leerling van Jehan of Jean d'Oisy tegengekomen: Jan van Mansdale, steenhouwer/ beeldhouwer, die in het huis 't Kelderken, aan de Schild knaapstraat te Brussel woonde en ook steengroeves had. Toen Jean d'Oisy in 1377 overleed, vond het kerkbestuur van Mechelen Jan van Mansdale een geschikte opvolger. Voor het Schepenhuis, wat uitgebreid werd tot stadhuis De noord- en de zuidtoren aan de westkant van de kathedraal van Antwerpen (Eigen opname auteur) De Onze-Lieve-Vrouwe-Kathedraal in Antwerpen vanuit de lucht2 Stadhuis Brussel op de Grote Markt in Brabants-Gotische Stijl (Eigen opname auteur)

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2020 | | pagina 3