Walcherse plaatsnamen aan de Chinese oosthist Volgens een artikel in de PZC van 3 juli 2020 is de kerk door rondreizende steenhouwers en metselaars gebouwd15. De schrijver van de stukjes over de kat kent de geschie denis van de Grote Kerk niet, want dan had hij kunnen weten dat de familie De Prince de vaste leverancier van blauwe steen van de Keldermanssen was. H. Janse schrijft daarover: 'Pieter de Prince was exploitant van groeven van blauwe arduin, thans hardsteen genoemd, te Ecaussinnes, vroeger als Escauschinnes aangeduid, in het noordelijk deel van Henegouwen. Steenhouwwerk werd daar, zoals vaak in steengroeven, vlak bij de plaats van winning geheel gereedgemaakt naar geleverde mallen en daarna verzon den naar de bouwplaats'16. Ook in de Sint-Lievensmonstertoren in Zierikzee, die gelijk met de Veerse kerk onder leiding van de familie Kel dermans is gebouwd, heeft men zijn steenhouwersmerk aangetroffen17. Wat de metselaars betreft, ligt het voor de hand dat de ploeg die het stadhuis op de Markt metselde, na de vol tooiing ervan in 1477 met de bouw van de kerk begon. Perrels schrijft over het metselwerk van het stadhuis: 'In de stadsrekening van 1473, 8e maand 4e week staat "Mijnen heere Loys van der Veer, dat hij leijde onder den eersten steen vander Stedehuijs ter metselaers behouf, 4 Sch. 9 gr. vlms." In die zelfde maand treft men ook aan den eersten post van uitgaaf gedaan aan mr. Heijnrick de metselaer met zijnen knecht of knape. Deze Hendrik wordt behalve metselaar ook den steenhouwer genoemd. Bovendien is zijn loon 12 gr. per dag terwijl een metselaar maar 8 gr. per dag ontving. Dezen mr. Hendrik heeft met zijn knecht of knaap, die Piet genoemd werd te zamen 1138V2 dagen aan den bouw gearbeid. De laatste betaling aan hem gedaan was in de 1 le maand 4e week van 1477. Als metselaars vind ik vermeld Lievin de metselaar, Jan Lievin, Jan Evertz., Jan van Assche, Pieter Pietersz., Adriaen Boudewz., Pieter van de Zande, Coppin van Wiert, Coppin den Hollander en Adriaan Janssen18. In het privilege van het metselaarsgilde was een artikel opgenomen dat bepaalde dat een metselaar die geen poorter van Veere was, voor iedere knaap die hij in de stad liet werken het gilde 2 Vi cent per week moest betalen. Hiermee beschermde de stad haar eigen ambachtslieden. De metselaars zijn daarom inwoners van Veere geweest19. In het artikel 'De kat ontmaskerd' in de Wete van oktober 2008 heb ik antiquair Jos te Water Mulder beschuldigd van afzetterij en bedrog. Omdat hij na alle media-aandacht niet heeft gereageerd, ga ik ervan uit dat mijn conclusie juist was. Noten Nehalennia herfst 2020 nr. 209 Jaco Simons Voor de Chinese oostkust ter hoogte van de miljoenenstad Fuzhou bevindt zichzowel in noordelijke als zuidelijke rich ting, een groot aantal eilanden. Een aantal daarvan kreeg in de jaren zestig van de zeventiende eeuw een Nederlandse naam. De eilanden werden voornamelijk naar Zeeuwse, in dit geval Walcherse, en Hollandse plaatsen genoemd. Negen Fuzhou is de hoofdstad van de Chinese provincie Fujian en ligt ongeveer op dezelfde breedtegraad als het noorde lijkste puntje van de eilandstaat Taiwan. De metropool telt ruim twee miljoen inwoners. In de loop der tijd kende de stad vele naamvarianten. Zo werd Fuzhou in de zeven tiende eeuw door de Nederlanders bijvoorbeeld Hocsiew genoemd, want zo klonk de naam in het lokale dialect. Deze oude benaming zal hier steeds worden gebruikt. Tussen alle Nederlandse eiland- en gebiedsnamen bij Hoc siew deed voor wat betreft Zeeland met name Walcheren mee. We tellen maar liefst negen Walcherse toponiemen. Van dit aantal betreft het zeven keer een eiland en twee keer een zeepassage. De identiteiten werden gegeven tijdens de relatief korte periode dat de Verenigde Oostin- dische Compagnie (VOC) handelscontacten had in deze regio. Dat was van ongeveer 1662 tot 1681. De contacten waren op zijn zachtst gezegd nogal wankel. Eerste pogingen De Amerikaanse sinoloog John Wills jr. omschreef de oude Chinees-Nederlandse contacten op treffende wijze: "Als we uitsluitend naar hun fundamentele waarden en denkbeelden zouden kijken, zouden de Chinezen en Nederlanders uit de zeventiende en achttiende eeuw de meest onwaarschijnlijke vrienden ter wereld moeten zijn." Hoewel het niet eenvoudig zou worden, deed de VOC toch vele pogingen om door te dringen tot het tot de ver beelding sprekende China. En dat terwijl het bekend was dat vreemdelingen van oudsher geen vaste plaats konden verwerven aangaande de Chinese buitenlandse handel. Al in 1599 werd China genoemd in reisplannen en in 1601 was de eerste ontmoeting tussen Nederlanders en China een feit. Vooral de Nederlandse interesse in zijde en porselein was groot. Handelsgaranties werden er echter niet gegeven en dus zette Wybrand van Warwijck in 1604 koers naar de Pescadores eilanden, een archipel gelegen tussen het vaste land van China en Taiwan, om vanuit daar de handel met Chinezen te bewerkstelligen. China toonde Fu clit'W lü/v Hokfyevr, Ir/ii/rz/ af Fo kycn ,/htai Maannm#. 1. PZC 3 juli 2020, Zeelandeditie, pag. 4. 2. Ibid. 2 februari 2008, pag. 32. 3. Ibid. 9 april 2008, pag. 24. 4. Ibid. 2 juli 2008, pag. 17. Katie Heyning was vier jaar lang redacteur van het tijdschrift Zeeland, waarvoor ze veel artikelen schreef over de historie, natuur en economie van de provincie. Sinds 1998 is zij conservator kunst, kunstnijverheid en historische voorwerpen van het Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen. 5. Ibid. 4 oktober 2008, pag. 37. 6. Kees Luyk was in dienst van de Rijksgebouwendienst en werkte als metselaar alleen aan het onderhoud van de kerk. 7. Bouwhistorische documentatie en waardebepaling, Grote Kerk Veere, deel 1, Rijksgebouwendienst, bureau Rijksbouwmeester, Ad viesgroep Monumenten in Rijksbezit, maart 1990, pag. 64. 8. F. Nagtglas, Het dagboek van Anthony Marinissen, in Zeeuwsch Jaarboek 1859, pag. 4. 9. Zeeuws Archief (ZA), Archief Stad Veere (ASV), inv. nr. 9, 25-28 mei 1686. 10. Drs. W. P. Dezutter en drs. M. Goetinck, Op en om de bouwwerf, Brugge 1975, pag. 144. 11. ZA, RAZE inv. nr. 357, fol. 75v. 12. J.W. Perrels, De bouw van het stadhuis te Veere, in de Middelburg - sche Courant 13 maart 1925, pag. 5. 13. ASV, Burgemeestersrekening 1481/1482, inv. nr. 357, fol. 12 r„ 6e maand, 2e week (15 maart-21 maart 1482). 14. Bianca van den Berg, Kerkelijke bouwprojecten van de bouwmees ters uit de Keldermans-familie, in Keldermans - Een architectonisch netwerk in de Nederlanden, s-Gravenhage, 1987, pag. 67-68. 15. PZC, 3 juli 2020. 16. H. Janse, Het bouwbedrijf en de steenhandel ten tijde van de Kel dermans-familie, in Kerkelijke bouwprojecten van de bouwmeesters uit de Keldermans-familie, in Keldermans - Een architectonisch netwerk in de Nederlanden, 's-Gravenhage, 1987, pag. 174. 17. Ibid., pag. 176. 18. J.W. Perrels, De bouw van het stadhuis te Veere, in de Middelburg- sche Courant 14 maart 1925, pag. 2. 19. Zie hiervoor, ASV inv. nr. 1700,15 juli 1569, waarin staat dat Antho- nis Crieckaert het gilde twee pond Vlaams moest geven omdat hij Antwerpse metselaars aan de bouw van het arsenaal had laten wer ken. Uit: Grote Atlas van de VOC deel VII. Prent van de stad Hocsiew

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2020 | | pagina 8