I mm in het Zeeiws 13) i Joop van den Bremen Commisaris van de Koningin Van Gelder gooit in 1996 de knuppel in het hoenderhok door te pleiten voor het gebruik van meer dialect. Voor- en tegenstanders doen een duit in het zakje maar tot een eindconclusie voert de discussie niet. Toch valt niet te ontkennen dat het Zeeuws zo vlak voor het nieuwe millennium een heuse renaissance beleeft. Het tijd schrift Noe ('n bitje uut 't zuudwesten) verschijnt en in de dag- en weekbladen krijgt de Zeeuwse streektaal ook meer ruimte. Schrijvers, vertellers, toneelspelers en acteurs treden vaker met dialect op de voorgrond. Op Omroep Zeeland klinkt regelmatig Zeeuws en Piet Scheerders van Ambras experimenteert in Westdorpe met dialect op school. In mei 1998 is er op het Bevrijdingsfestival in Vlissingen zelfs tijd ingeruimd voor een Zeeuwse middag. Anja Kopmels, Peter Dieleman en Piet Brakman geven er acte de présence. In september van dat jaar vindt in Fort Rammekens het streektaalfestival, Zeeland Noe, plaats. Een van de orga nisatoren is Jos van den Broeke uit Oostkapelle. Hij is al jaren actief in de toneelvereniging maar pas in april van dat jaar debuteert hij als zanger in het Zeeuws. Als zanger verdwijnt hij al snel van het toneel maar in het plaatselijke dorpsleven blijft hij nadrukkelijk aanwezig. Op het programma in Fort Rammekens staan naast vertel lers en theatrale acts diverse muzikanten op het podium. Anja Kopmels, Peter Dieleman en Ries de Vuyst treden s middags op. Na deze solisten volgen 's avonds muziekgroepen. Los Tramafaldores verricht de aftrap. De bluesband uit Oost burg met Ries de Vuyst (gitaar en mondharmonica), Jan Schippers (solo- en slaggitaar) en Bart Toubast (slagwerk) had zich in 1991 al gepresenteerd met een demo-cd1. Na het trio volgt Crash Boogie. Het fundament voor deze band uit Breskens werd in 1979 al gelegd maar begon ei genlijk pas in 1990 met blues in dialect. De rockers spelen alleen in de eigen regio en zijn regelmatig te horen tijdens de visserijfeesten. Maar in 1993 steekt de groep de grens over naar Knokke. In hetzelfde jaar verschijnt de band zelfs in een tv-programma van de VPRO. De bezetting is John de Lijser (zang, mondharmonica en gitaar), Cor Baris (gitaar en zang), Erwin Hoeder (slagwerk), Marcel Prins (gitaar) en Marco Blaakman (gitaar). Plannen voor een cd zijn er wel maar de Bressianen komen niet verder dan twee muziekcassettes2. Het N8werkavontuur blijkt slechts van korte duur te zijn geweest. Surrender treedt in Fort Rammekens namelijk weer op onder de oude naam. Tussen de streektaalzang door zorgt een oliedrumband voor een spectaculair optre den dat het zestiende eeuwse fort op zijn grondvesten doet schudden. Na afloop van het festival keert Ries de Vuyst huiswaarts met een zak aardappelen. Het was het honorarium dat hij voorafhad bedongen. In 1998 richten zanger Henny Lamper en basgitarist An- dré Karelse de band Greezle op. Het repertoire bevat En gelstalige rock, blues en pop. Wat later volgen Nederlandse teksten met cabaretachtige trekjes. In 2000 staat de band voor het eerst op het podium in Kattendijke. Kort daarna verdwijnen het Engels en het Nederlands. Daar komt Yerseks dialect voor in de plaats. Vanaf dat moment noemt de formatie zich Grysl. Na nogal wat personele mutaties krijgt de band vaste vorm met Henny Lamper (zang), Paul Jongejan (gitaar), Kees Welleman (toetsen), André Karelse (basgitaar) en Peter Nieuwenhuize (slagwerk). Al snel zet Grysl de cabarock' met liedjes als Bietnakknaai? op cd3. Op verschillende plaatsen in Zeeland vormt carnaval een hoogtepunt in de festiviteiten. Belangrijk element is de optocht maar er wordt ook gezongen. De carnavalsliedjes Nehalennia winter 2020 nr. 210 zijn hier en daar ook in het dialect zoals bijvoorbeeld in 's-Heerenhoek (Paerehat) bij CS De koenkelpot, in Goes ('t Hanzehat) bij Arti, maar vooral in Hulst (Ulst). Daar treedt de dweilband De Dwaile van Ulst voor het eerst op tijdens het carnaval in 1998. Het orkest bestaat uit bestuursleden en oud-bestuursleden van A.H.C. De Vossen - de stichting, die het Carnaval in de Reinaertstad organiseert. Op cd's van de dweilband4 spelen en zingen de bestuursleden Het Vossenlied in het dialect. De Zeeuws-Brabantse band Bennie Hek en de Houdoes ontstaat in 1999 ter gelegenheid van het tienjarig bestaan van een studentendispuut in Tilburg. De band speelt vooral covers en Nederlandstalige versies van Engelsta lige nummers. Zanger Edy van Driel (1971), alias Bennie Hek, uit Hulst zorgt voor Zeeuwse teksten, De Houdoes kennen enkele personele wisselingen maar krijgen met de Brabanders Jesse Broek (gitaar), Ries Jacobs (basgitaar) en drummer Joris Verstraten uiteindelijk vaste vorm. Ut hrööte schemerlampenlied blijkt een succesnummer tijdens het carnaval in Hulst. In 2004 verschijnt de eerste cd5 met daarop onder meer de cover Un hast die a Truus 'eet naar het succesnummer, A boy named Sue, van Johnny Cash. De Zeeuws-Vlaamse versie valt zelfs enkele keren via het programma Andermans veren op Radio 2 te beluisteren. Begin jaren negentig spelen Maikel Harte en gitarist Donny Benjaminsz tijdens hun middelbare schooltijd zelfgemaakte liedjes. Andere muzikanten sluiten zich bij het tweetal aan. Door studie en andere activiteiten stopt de band enige tijd maar in 2002 pakken de Lamakettas de draad weer op. De band bestaat uit Maikel Harte (zang en mondharmonica), Toine Metselaar (gitaar), Donny Benja minsz (gitaar), Jean-Paul Witteman (contrabas), Friso van Wijck (drums) en Arno Francke (toetsen). Maikel Harte (1975) schrijft de meeste nummers - met een humoristische inslag - in het Terneuzens dialect. De band bereikt binnen korte tijd een soort cult-status. Kapitein Rooibos is een van de favoriete nummers. Van de Lamakettas verschijnen twee cd's.6 Al op de eerste staat het nummer Joehoe (die van mien past in die vanjoe). Mede door de clip die regelmatig op Omroep Zeeland is te zien, stijgt de populariteit van het nummer. De band brengt in 2006 Joehoe op single uit. Het schijfje krijgt al snel lande lijke bekendheid.7 De vraag naar optredens neemt toe en daarmee ook de druk op de muzikanten. De Terneuzense band gaat nog in hetzelfde jaar aan het eigen succes ten onder. Het jaar 2000 is niet alleen het begin van een nieuw mil lennium. Het duidt ook de komst van nieuwe klanken in de streektaal aan. De eerste rapper in het Zeeuws debuteert in het dialectprogramma van Jan Zwemer bij Omroep Zeeland met 'n Gat in de Zak. Achter zijn pseudoniem, Fred Biersteker, blijkt Emiel Reinhoudt schuil te gaan. Het num mer verschijnt op een cd met liedjes van zijn vader, Engel, ondersteund door het L.S. Diekcollectief8. Biersteker is niet de enige Zeeuwse hiphopper. Het trio De Stormtroepers uit Breskens wint kort na de oprichting in 2000 de Grote Prijs van Zeeuws Vlaanderen. Het nummer Zomer in Zeeland dringt zelfs door tot de de nationale hit lijsten. In de bijbehorende videoclip klinkt het stemgeluid van weerman Piet Paulusma. De rappers profileren zich als Zeeuwse babbelaars. Het zijn Sven Cruson, Dennis van der Meulen en Frank de Puijt. Naast het Nederlandstalig werk heeft de groep Hik doe ma stom op het repertoire staan. Het Zeeuwse nummer is nooit opgenomen maar wordt wel live uitgevoerd. Na een paar jaar stoppen de hiphop pers. Sven Cruson (1975) gaat alleen verder. Zijn 'vishop' is de humoristische bewerking van een aantal bekende hiphopnummers in Bressiaans dialect. Op zijn eerste cd voert hij zijn alter-ego Johnny O.K. ten tonele. Onder die naam gaat hij verder. De vishop werkt hij daarbij uit met nieuwe eigen nummers en enkele remixen op vier cd's9. Nog meer landelijke bekendheid genereert Nuff Said. De band begint in 1994 in Middelburg maar verhuist al snel naar Amsterdam. Daar boeken de Zeeuwen Willy Ber- revoets en de broers Michiel en Marijn Slager al ras succes in De Melkweg en Paradiso. Het repertoire bestaat uit Engelstalige rocknummers. Maar in 2000 voegen ze daar Zeeuwstalig werk aan toe. Het is het jaar waarin de speel film Wilde Mossels van Erik de Bruyn uitkomt. De band - omgedoopt tot Paelingvet - speelt daarin de nummers Oemoemenoemoe, Draeg me naer uus toe en Lekker dieng. De bandleden figureren in de film tevens als spelers. De Engelstalige bluesband The Juke Joints maakt eveneens een zijsprongetje in het Zeeuws. Hans de Vos uit Kwaden- damme vertaalde Going to my hometown van Rory Gal lagher in Gae wee naer uus toe. Peter Kempe zingt in 2005 het nummer dat als bonustrack ook op een cd belandt10. In mei 2000 krijgt de Stichting School en Dialect voet aan de grond. Op de Vlissingse Theo Thijssenschool lanceert Piet Scheerders het lespakket voor de basisscholen dat be staat uit een werkboek en twee cd's. Een met verhalen en een met liedjes. Aan die laatste cd werken negen Zeeuwse artiesten en groepen mee11. 21 Jos van den Broeke in 1998, foto: Joop van den Bremen Grysl in 2004, foto: Joop van den Bremen De Lamaketta's in 2006, foto: Joop van den Bremen

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2020 | | pagina 12