Hof Cratneitein (11
■Vh
Buitenplaats en boerderij bezuiden Oostkapelle
L a
Jaco Simons
Het landgoed dat in deze bijdrage centraal staat, moet
er één van aanzien zijn geweest. Het toen gloednieuwe
buitenverblijf kreeg rond 1655 namelijk een plekje op de
zeer bekend geworden Kaart van Walcheren van Nicolaas
Visscher en Zacharias Roman en dat terwijl dit carto-
grafenduo niet erg scheutig was met het vermelden van
buitenplaatsen.
Wanneer ging de opbouw van Crane Hofste(de) ofCrane-
stein, want daar gaat het hier over, precies van start? Wie
was de grondlegger ervan en welke eigenaren volgden hem
op in de loop der jaren? Wat gebeurde er na de ontmanteling
van de buitenplaats? Vragen genoeg om in de geschiede
nis te duiken van dit landgoed, dat even ten zuiden van de
dorpskern van het Walcherse Oostkapelle lag.
Buitenplaats in opbouw
We schrijven 10 juni 1645. Een drietal Oostkapelse sche
penen bevestigt in een akte dat de Middelburger mr. Adri
aen Crane een boerderij heeft gekocht bestaande uit een
huis, een hofstede en een boomgaard. Het is de plaatselijke
landbouwer Willem Laureijsse die zijn bezit van de hand
heeft gedaan. Deze transactie kunnen we beschouwen als
het startpunt van wat in de jaren erna zou uitgroeien tot
landgoed Cranestein.
In de zeventiende en achttiende eeuw was het voor vermo
gende lieden, zoals Adriaen Crane, van groot belang om
een buitenplaats van allure te bezitten. Zij hadden zo een
toevluchtsoord om in de zomer de benauwde stad, waar zij
hun permanente verblijfplaats hadden, te kunnen verlaten.
Bovendien konden zij met een buitenverblijf pronken met
hun rijkdom. Dat was belangrijk om status te verwerven,
want die leidde onder meer tot het verkrijgen van hoge
bestuurlijke functies.
De boerderij die Crane van Laureijsse had gekocht stond
op een perceel van 1 gemet en 31 roeden, bijna een halve
hectare, in het zogeheten Gasthuisblok.1 Grenzend aan
zijn nieuwverworven bezit kocht Adriaen Crane ver
volgens nog stukken land van andere lieden. Dat waren
Andries Bastiaanse, David van Reigersberg en Pieter Bou-
daen Courten. De laatste twee heren waren op Walcheren
destijds bekende namen. Van Reigersberg was onder meer
eigenaar van buitenplaats Wulpenburg, gelegen tussen
Veere en Kleverskerke2; Boudaen Courten was bewoner
van Popkensburg, het kasteel bij Sint Laurens dat in eigen
dom was van zijn vrouw. De genoemde stukken land die
Adriaen Crane "bijeen vergaarde" werden als het ware
samengesmolten tot één perceel van 5 gemeten en 171,5
roeden, qua omvang te vergelijken met ruim drie voetbal
velden. Dit flinke stuk grond zou de basis vormen van de
beoogde Hof Cranestein.
Dat Adriaen Crane bezig was met een landgoed in op
bouw bewijst de zogeheten 'Overloper van de Vijfambach
ten van Walcheren uit 1656. Een overloper is overigens
een soort belastingregister waarin voornamelijk landbezit
werd genoteerd.3 Op het samengesmolten perceel blijkt nu
niet alleen de genoemde boerderij te staan. Er is inmiddels
een U-vormige gracht gegraven waarbinnen een herenhuis
is gebouwd en er zijn vijvers en dreven (bomenlanen)
aangelegd.
Naast het basisperceel werden er in de loop der tijd nóg
meer stukken land in het Gasthuisblok aangekocht door
Crane, die zo een nadrukkelijk stempel zette op het gebied
bezuiden Oostkapelle.
t <iu.
Nehalennia winter 2020 nr. 210
Nr. Adriaen Crane
Adriaen was een zoon van Matthijs Crane en Margriete
Plouch. Wanneer hij precies werd geboren, is niet dui
delijk, maar dat moet circa 1610 zijn geweest. Het gezin
Crane4 bestond verder nog uit een oudere en een jongere
zoon, Lourens en Lennaert.5
Adriaen trouwde in 1641 met Anna van der Merwede van
Clootwijck. Het paar kreeg, voor zover bekend, de drie
dochters Margriete, Anna Maria en Pieternella. Na de
dood van zijn vrouw Anna hertrouwde Adriaen rond 1666
met Maria Schotte, telg uit een Middelburgse regentenfa
milie en weduwe van Jan van Hoorn, ambassadeur aan het
hof van de koning van Groot-Brittannië en daarna raad en
schepen van Middelburg.6
Maria Schotte is eenvoudig te verwarren met Maria Schot,
de Vlissingse die was getrouwd met mr. Apollonius Ingels,
oprichter van Hof Swanenburg aan de duinrand van
Koudekerke op Walcheren. De Middelburgse en Vlissingse
families Schot(te) hadden echter geen verwantschap.7
Adriaen Crane en Maria Schotte woonden in de Gort
straat in Middelburg. De echtelijke verbintenis duurde als
gevolg van Adriaens dood slechts een jaar of vijf. Maria
toucheerde daarna een weduwetoelage van 1875 pond
Vlaams, een aanzienlijk bedrag.8 Zij stierf in 1698 en werd
begraven in de Oude of Sint Pieterskerk in Middelburg.9
Adriaen Crane begon zijn loopbaan als wijnkoopman in
Middelburg en bekleedde vervolgens een indrukwekkend
aantal functies, voornamelijk op bestuurlijk vlak.
Allereerst was Adriaen actief binnen de diverse Walcherse
wateringen, die kunnen worden beschouwd als de voorlo
pers van ons huidige waterschap. Zo was hij in de periode
1644-1670 waterklerk van de Vijfambachten. In die functie
was hij onder meer verantwoordelijk voor het kopiëren
en herzien van overlopers en het ontvangen van geschot,
een soort belasting. Bovendien nam Adriaen zitting in de
magistraat van Middelburg. In de periode 1658-1671 was
hij raad, schepen, thesaurier en burgemeester. In 1665 was
Crane commissaris van de Polder Walcheren en in 1669
leenman Bewestenschelde. Ook was hij overdeken, een
soort voorzitter, van het Houtzagersgilde.
Naast betaalde functies was Adriaen pro deo actief. Inzet
ten behoeve van de kerk of de armenzorg benadrukte niet
alleen een sociale betrokkenheid, maar was ook status
verhogend. Daarom was Crane diaken bij de nederduits-
gereformeerde kerk van zijn woonplaats.
Pas op het laatst van zijn leven bekleedde Adriaen de
topfuncties van burgemeèster van Middelburg (in 1668
en 1671) en van bewindhebber van de Verenigde Oostin-
dische Compagnie. Die laatste functie oefende hij slechts
zeven maanden uit, van 22 januari tot en met 15 augustus
1671.10 Op die datum overleed Adriaen na een intensief
leven. Hij werd enkele dagen later begraven in de Oude
Kerk.
Kort na Adriaens dood liep een schip van de helling van
de Middelburgse VOC-werf. Het schip was gebouwd voor
de Kamer Zeeland en werd genoemd naar de buitenplaats
van Crane. Het deed slechts enkele jaren dienst, want de
Kranestein verging al in 1674 bij het West-Afrikaanse
eiland Sao Tomé.11
Zoals in de inleiding werd aangestipt, staat Adriaens bui
tenplaats vermeld op de kaart van Walcheren van Vis-
"Viertoct
éubs Jmiaehett
t&Savoi
cnr J
V-M-S
Een belangrijk document: in deze schepenakte van 10 juni 1645 wordt bevestigd dat Adriaen Crane de boerderij van Willem Laureijsse
heeft gekocht. De opbouw van Cranestein kan van start gaan
Crane Hofste(de) op de kaart van Walcheren van het cartografenduo Visscher-Roman, circa 1655