Op de kaart van Walcheren van de broers Hattinga uit
circa 1750 werd de naam De Keijzer vereeuwigd. De iden
titeit van de buitenplaats werd abusievelijk als Craeijesteijn
weergegeven. Craeijesteijn was echter een landgoed op het
Zeeuwse eiland Schouwen.
Compagnons in onroerend goed
Als gevolg van een economische teruggang die zich vanaf
ongeveer 1750 geleidelijk had ingezet, was het in bezit
hebben en onderhouden van een buitenplaats voor vele
eigenaren niet meer haalbaar. Na De Keijzer treffen we op
6 februari 1757 dan ook twee investeerders, namelijk de
compagnons Claas van der Vorst4 en Leendert Bomme.5
Deze heren hadden een geheel andere toekomst van de
buitenplaats voor ogen en zagen dit stuk onroerend goed
zuiver als belegging. Na hun aankoop besloten zij om
het landgoed grotendeels te ontmantelen en rendabel te
maken voor landbouwdoeleinden. Het herenhuis werd
afgebroken, het afbraakmateriaal verkocht, de siertuinen
werden omgeploegd en de vijvers gedempt. Er bestaat
twijfel over het lot van de U-vormige gracht waarbinnen
het herenhuis stond. Werd deze behouden of, voor een
deel, gedempt? Op een kadastrale kaart van Oostkapelle
uit 1830 lijkt de gracht nog intact te zijn. Deze ligt echter
niet helemaal op dezelfde plek als voorheen. De gracht uit
1830 bleef tot aan de Tweede Wereldoorlog voor een deel
zichtbaar, maar is misschien niet exact de waterpartij uit
de tijd van Crane.6 In elk geval ging Cranestein in 1757
verder als boerderij waarop een pachter werd gezet om het
bedrijf te rupnen.
Het lijkt er opMat Nicolaas (Claas) van der Vorst make
laar was, want zijn naam treffen we zeer regelmatig aan
in transportakten van onroerend goed. Van der Vorst was
ook gezworene (bestuurder) bij de watering van de Vijf
ambachten van Walcheren. Hij was getrouwd met Susanna
de Voogd en woonde zeker in 1798 aan de Middelburgse
Seisweg.
Leendert Bomme werd in 1727 geboren als zoon van Jan
Bomme en Margaretha van Besten. Hij trouwde in 1750
met Sara Paays. Hij werd een aanzienlijke Middelburgse
koopman genoemd. Bomme zat in de lakenhandel. Daar
naast was hij directeur van de Assurantie Compagnie en
de Middelburgse Commercie Compagnie. Verder was hij
nog regent van het plaatselijke tuchthuis en secretaris van
het Teeken Collegie. De veelzijdige Bomme was een groot
liefhebber van sterren- en natuurkunde en in dat verband
was hij actief als secretaris van het Natuurkundig Gezel
schap te Middelburg.7
Al op 18 januari 1760 kwam er een einde aan het compag
nonschap Van der Vorst-Bomme dat slechts drie jaar had
geduurd. Claas van der Vorst werd nu alleen eigenaar van
Cranestein.8
Hendrikse, Koole en het tijdperk Naljaars
Van der Vorst bezat Cranestein meer dan 30 jaar, want
pas op 25 mei 1787 treffen we de volgende eigenaar, de
Oostkappelse landbouwer Jan Hendrikse.9 De pachter die
tijdens Van der Vorst op de boerderij werkte verdween
omdat Hendrikse zelf zijn boerenbedrijf ging bestieren.
Hendrikse bleef niet erg lang op Cranestein. Al op 17
juli 1798 verkocht hij zijn boerderij. Voor het bedrag van
2566 pond Vlaams werd Jan Marinisse Koole de nieuwe
bezitter.10 De omvang van Cranestein en de bijbehorende
grond bedroeg maar liefst ruim 63 gemeten, waarvan er 39
gemeten in de directe omgeving ofwel in het Gasthuisblok
lagen.
Jan Koole kwam van oorsprong uit Serooskerke, maar
verhuisde via Vrouwenpolder naar Oostkapelle. Hij
trouwde in 1790 met Pieternella Melis. Naast zijn werk als
landbouwer nam Koole zitting in de gemeenteraad van
Oostkapelle. Nadat Jan Koole was overleden11, brak het
tijdperk Maljaars aan.12
De eerste Maljaars die op Cranestein ging wonen en wer
ken was Abraham Abrahamszoon Maljaars. Hij kocht de
boerderij in 1826 van de erfgenamen van Jan Koole.
Abraham werd in 1803 in Kleverskerke geboren uit het
Nehalennia voorjaar 2021 nr. 211
huwelijk tussen Abraham Janszoon Maljaars en Catharina
Schout. Abraham sr. was een geboren Kleverskerkenaar,
verhuisde naar Aagtekerke, maar keerde met de koop van
de grote buitenplaats Delflust terug naar zijn geboorte
streek.13 Abraham sr. telde voor zijn landgoed het enorme
bedrag van 4670 pond neer.14 Dat betekende dat Abraham
jr. uit een vermogende familie voortkwam en daarom in
staat was om op slechts 23-jarige leeftijd een boerenhof
stede te kopen. De omvang van het grondoppervlak van
Cranestein bedroeg circa 25 hectare. Abraham jr. was
getrouwd met Maria de Visser. Hij overleed op 6 februari
1874 in Oostkapelle.15
Abrahams opvolger was zijn zoon Jan. Hij was niet alleen
actief op Cranestein, maar ook werkzaam als molenaar op
de Oostkappelse molen aan de Noordweg. Jan Maljaars
was in 1859 getrouwd met Catharina Koene. Een neef van
zijn vrouw ging de molen pachten, nadat Jan had besloten
om zich volledig over Cranestein te gaan ontfermen. Jan
werd maar liefst 90 jaar oud en overleed in 1926.
Al vele jaren eerder, vermoedelijk kort na 1906, had Jans
zoon Zacharias het roer overgenomen op Cranestein.
Zacharias Maljaars was in 1900 getrouwd met Jacoba
Coppoolse. Zij was afkomstig van boerderij Pitteperk
bij Serooskerke. Zacharias was een markant persoon in
zijn dorp en verre omstreken. Hij was zestien jaar lang
wethouder en tijdens de Tweede Wereldoorlog een aantal
jaren locoburgemeester van Oostkapelle. Daarnaast
was hij onder meer commissaris bij het waterschap. In
het Land- en tuinbouwblad van de Zeeuwse Landbouw
Maatschappij van 21 juli 1978 staat een bijzonder feit over
hem vermeld: "Zacharias Maljaars bereikt de respectabele
leeftijd van 100 jaar." In 1979 stierf hij.
In 1937 werd Zacharias' zoon Jan eigenaar van Crane
stein. Jan Maljaars jr. was in 1929 getrouwd met Debora
de Visser, van boerderij Nieuwerve bij Aagtekerke. Ook
Jan jr. bewees uit een sterk geslacht te zijn voortgekomen,
want net als zijn grootvader en vader bereikte hij een hoge
leeftijd. Jan werd 93 jaar oud en stierf in 1996.
Rond 1960 nam Jans' zoon Zacharias het boerenbedrijf
over. De in 1930 geboren Zacharias Maljaars jr. trouwde
met Pieternella Leuntje Francke. Zij bracht haar jeugd
door op boerderij Franckenhof bij Oostkapelle. Samen
kregen Zacharias en Pieternella twee dochters.
Kort na 2000 verkocht Maljaars Cranestein en vertrok hij
naar Vrouwenpolder. Er kwam niet alleen een einde aan
Cranestein als agrarisch bedrijf, maar ook een einde aan
het ongeveer 175-jarige Maljaarstijdperk.
Toen ik Zacharias Maljaars enkele jaren geleden sprak
in een verzorgingshuis in Domburg vertelde hij: "Ik ben
70 jaar lang actief geweest op het boerenbedrijf, eerst
onder mijn vader en later zelfstandig. Boer is een prachtig
beroep, maar door de ontelbare, van bovenaf opgelegde
regels was het gewoon niet leuk meer. Ik vond het genoeg
zo." De boerenschuur van Cranestein heeft met zijn
opvallende 'knik' een aparte vorm. Daarover zei Maljaars:
"Ik heb mij laten vertellen, dat men de schuur ooit wilde
vergroten. De omringende gracht lag toen in de weg. Mo
gelijk koos men daarom voor die opvallende knik?"
In 2009 vond in het kader van het project 'Verborgen Bui
tens' op Cranestein een archeologisch onderzoek plaats,
waarbij onder meer de gedempte U-vormige gracht voor
een deel werd uitgegraven. Daarmee werd er een glimp
van de ooit zo chique buitenplaats teruggehaald.16
Cranestein heeft nu de functie van (woon)boerderij, daar
aan de Wijkhuijsweg bezuiden Oostkapelle. De naam van
de grondlegger is altijd behouden gebleven. Adriaen Cra
ne heeft zich met zijn Cranestein weten te vereeuwigen.
Boerderij 't Houten Kraantje
In navolging van zijn broer Adriaen werd ook door
Lourens Crane een naamsver wij zing in het leven geroe
pen. Lourens gaf zijn boerderij, die aan de duinrand van
Oostkapelle lag en in dezelfde tijd als Cranestein werd
gebouwd, namelijk de naam 't Houten Kraantje, met een
knipoog naar zijn familienaam.17
Als we de overloper van de Vijfambachten van Walcheren
De huidige boerderij Cranestein aan de Wijkhuijsweg in Oostkapelle
Kaart van Walcheren van de broers Hattinga uit ca. 1750, met 't Houten Kraantje (hier Houte Kraantie)
langs het duingebied van Oostkapelle