Veters dicht! t o <c> Veronique De Tier en Piet van Sterkenburg Je hoort het je moeder of je vader, of de juf nog roepen. Hoe wel je tegenwoordig ook ritsen en andere sluitingen vindt aan schoenen, is de schoenveter nog lang niet uit het beeld verdwenen. Kijk maar eens in de etalage van de schoenwin kel. De schoenveter is zelfs nog niet eens zo oud. Tot in de twintigste eeuw wei-den schoenen immers met een gesp of een knop gesloten of zelfs open gelaten. De eerste schoenveter wordt genoemd in een Engels document van 1790. Veters worden ook wel eens gebruikt om corsetten te rijgen. Maar nu terug naar de schoenveter. Die leer je als kind al vroeg kennen. Voor je je schoenen zelf strikte, zul len je ouders tientallen keren gezegd hebben: "kom hier zodat ik je veters kan dichtmaken." Met dialectsprekende ouders kreeg je misschien een ander woord te horen. Vanaf je vierde of vijfde levensjaar werd je geacht dat zelf te doen. Sommige kinderen werden daarbij geholpen door de school die strikdiplomas uitreikte wanneer kinderen zelf hun veters konden strikken. Opvallend daarbij is dat kinderen die goed kunnen knippen en kraaltjes rijgen vaak eerder zijn in het strikken van hun schoenveters. De veter zelf is dus nog overal bekend, maar hoe zit het met de namen voor de veter in Zeeland? Welke namen waren er en welke kennen de Zeeuwen nu nog? Variatie in Zeeland Het Woordenboek der Zeeuwse dialecten geeft je heel wat namen voor de schoenveter. Zeeuwen noemen het nestel, nesseling, nesteling, esseling, esteling, strik of strek en rijger. Veter staat niet in het Woordenboek, maar uit een enquête van enkele jaren geleden blijkt veter nu het algemene woord. Van de andere woorden blijft nauwelijks nog iets over. Nesselingen Ook al strikte je in de middeleeuwen je schoenen nog niet, toch vind je in het Middelnederlands al nastel en nestel in de betekenis 'rijgveter, snoer om iets vast te maken. De oorsprong van het woord vind je in een oud Indo-Ger maans werkwoord dat 'samendraaien, knopen betekent. In het Duits is Nestel een standaardtaalwoord. Het WZD geeft nestel voor Ouwerkerk, Cadzand en Schoondijke. Als je in de Database van de Zuidelijk-Nederlandse Dialecten kijkt, blijkt nestel vooral in de Brabantse en Limburgse dialecten bekend te zijn. In Zeeland is vooral nesseling en nesteling. Het WZD leert dat vooral nesseling vroeger algemeen was. Je hoorde het op alle Zeeuwse eilanden en op Goeree- Overflakkee. Bij de recente opvragingen blijkt dat het VETER WZD O nesseling nesteling nestel O esseling esteling strek strik rijger fetel Nehalennia zomer 2021 nr. 212 VETER V&A O nesseling <j> nesteling strik veter woord echt al op sterven na dood is. Het wordt nu nog genoemd in Hengstdijk en s-Heerenhoek, de andere plaat sen gebruiken het standaardtaalwoord veter. Nesseling is een variant van nesteling, dat tegenwoordig nog uitsluitend voorkomt in Oost-Zeeuws-Vlaanderen, maar ook dat was vroeger anders. Je hoorde het niet zo frequent als nesseling, maar het was her en der bekend in Zeeland: op Goeree- Overflakkee, Schouwen-Duiveland, Walcheren en vooral in het Land van Hulst en omgeving. Nesseling en nesteling zijn afleidingen van nestel. De st van nestel is in nesse ling geassimileerd tot ss en het achtervoegsel -ing is eraan toegevoegd. Er waren vroeger ook nog varianten zonder n: esseling en esteling. Esseling (uitgesproken als esselienk of asselienk kwam voor in Yerseke, Aagtekerke, Veere, Brouwershaven en Serooskerke. De vorm met t enkel in Noordgouwe. Hier is sprake van een verkeerde woordanalyse. De n van nesseling of nesteling is hier geen restant van het lidwoord, wat door deze sprekers wel zo werd geïnterpreteerd: den nesseling werd den esseling. Ook in het aangrenzende Waasland in Vlaanderen is dit het gewone dialectwoord. Strik je schoenen! Het WZD geeft ook strik en de uitspraakvariant strek. Strik blijkt de uitspraak te zijn in West-Zeeuws-Vlaanderen en het zuidoosten van Walcheren, strek is dan weer populair op Zuid-Beveland en Walcheren. In de recente enquête is strik enkel nog opgetekend in één plaats in Oost-Zeeuws- Vlaanderen: Overslag net op de grens. In de Database van de Zuidelijk-Nederlandse dialecten is het ook nog opgegeven in Waterlandkerkje en Groede. Een strik kennen we als de 'verbinding van twee linten of touwen, waarbij het ene stuk in lusvorm genomen wordt en het andere daaromheen gedraaid en vervolgens recht of in lusvorm door het oog wordt gestoken, waarna het geheel 19 De woorden voor de veter in het Woordenboek der Zeeuwse Dialecten. t De woorden voor de schoenveter in de vragenlijst van Vraag en Antwoord.

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2021 | | pagina 11