Kastelen en steden met fortificaties door
Keldermansen aangepast (5)
Drs. Peter Vleugel
Eeuwenlang was het krijgsbedrijf redelijk overzichtelijk: de
adel woonde in kastelen met hoge stenen muren en weinig
vensters, omgeven door een gracht met een ophaalbrug.
Verder waren er steden, die zich, nadat ze stadsrechten
kregen, mochten verdedigen met een aardenwal en een
gracht. Over die gracht lagen houten (ophaal)bruggen. Na
een belegering werd de wal vaak vervangen door een hoge
stenen muur, met weergangen en hoge, stenen stadspoor
ten. De aanvallers en verdedigers bedienden zich van
pijl en boog en speren. Een kasteel of stad werd omsin
geld, waarbij alle toegangswegen afgesloten werden. De
belegeraars probeerden de stad uit te putten: als er gebrek
aan water of voedsel of munitie kwam en geen hulp van
buitenaf mogelijk was, moest de stad zich wel overgeven.
Aan het begin van de veertiende eeuw werd echter het
buskruit uitgevonden, het is niet precies bekend wie die
uitvinding heeft gedaan, noch wanneer. Het oudste docu
ment over buskruit staat in een Kroniek over het Beleg van
Metz uit 1324: er werden kanonnen en buskruit gebruikt1.
De eerste vuurwapens werkten niet goed, het was vooral
de enorme knal die schrik aanjoeg, eventuele schade
was meegenomen. Pas in de loop van de vijftiende eeuw
verbeterde de vuurkracht, maar ook de verhoudingen in
het buskruit. De kanonnen werden groter en kwamen op
een houten affuit te staan, zodat beter gericht kon worden
en de kanonnen makkelijker verplaatst konden worden.
De schootsafstand werd steeds groter, zodat er bressen
in stenen stadsmuren konden worden geschoten. Mi
neurs ondermijnden de muren van belegerde kastelen of
stadsmuren, die daarna opgeblazen werden met buskruit.
Tevens kwamen er handvuurwapens; dus de manier van
oorlog voeren veranderde drastisch door de uitvinding
van het buskruit.
In de periodes van 1477-1483 en van 1517-1530 waren in
de Nederlanden veel oorlogen. Dat betekende dat zware,
extra belastingen aan de steden opgelegd werden, dat de
handel vaak stagneerde door oorlogsgeweld, dat er vaak
rondtrekkende soldaten waren, die niet of te weinig be
taald hadden gekregen en wilden plunderen.
Maar het betekende ook dat stadsmuren aangepast
moesten worden aan de veranderende manier van oorlog
voeren. Tevens waren er door alle oorlogschades veel repa
raties aan bestaande fortificaties nodig. Hier kregen leden
van de familie Keldermans vele opdrachten voor.
Ook de kastelen verloren hun functie en werden vanaf de
late vijftiende eeuw verbouwd. Dat kon twee kanten op:
Het werden, of fortificaties met veel dikkere muren, steile
aarden wallen en halfronde bastions met geschutskoepels
en afvoerkanalen voor kruitdamp. Of de kastelen werden
omgebouwd tot comfortabele, luxe woonverblijven voor
de adel. Hieronder van allebei een voorbeeld waar de
familie Keldermans aan meewerkte: De bouw van Kasteel
Vredenburg in Utrecht. Een voorbeeld van die tweede
richting is de Markiezenhof in Bergen op Zoom.
In de Nederlanden was leenheer Keizer Karei V von
Habsburg begin zestiende eeuw belangrijk als graaf of
hertog. Zijn voorouders, de Brabants-Bourgondische
hertogen, streefden echter al eerder naar heerschappij over
grotere, aaneengesloten gebieden. Misschien wel koning
over alle Nederlanden? Slechts in Friesland, Groningen
en Ommelanden, Drenthe en Sticht (de huidige provincie
Utrecht) en Oversticht( huidige provincie Overijssel) en
Gelre ongeveer de huidige provincie Gelderland) was
geen directe, Habsburgse zeggenschap. Wel veel onenig
heid en onrust. Karei V het de adel een aantal kastelen
aan zijn gebiedsgrenzen duchtig versterken, waarbij veel
uitvoerende taken door de familie Keldermans werden
gerealiseerd. Zij hadden namelijk kennis van verhoudin
gen, voldoende inzicht in hydraulica en grondmechanica
om zware gemetselde muren op de drassige Nederlandse
veenbodems aan te kunnen leggen, tevens konden ze grote
hoeveelheden natuursteen leveren3.
Veere
De uitbreidingen van Veere waren de eerste vestingwerken
Nehalennia zomer 2021 nr. 212
door de familie Keldermans. Veere was een handelsstad, vis
sershaven en de plaats waar Engelse wol werd aangevoerd.
Het werd de thuishaven voor de oorlogsvloot van de Neder
landen in de vijftiende eeuw. Daarmee groeide de stad flink,
dus moesten de vestingwerken worden vergroot. Anthonis
I Keldermans was er vanaf 1479 regelmatig, vanwege de
bouw van de Onze-Lieve-Vrouwe-Kerk. Hij ontwierp eind
vijftiende eeuw tevens de Campveerse Toren, de Kruit
toren en Montfoortse Toren. De zwaarste muren, bekleed
met harde, Brabantse natuursteen, kwamen aan de zijde
van het Veerse Gat. Er kwamen schietgaten voor kanon
nen in zware, overwelfde kelders4. In het Stadhuismuseum
van Veere hangt een schilderij van Hendrik Corneliszoon
Vroom (de schilder leefde later dan de bastions ontstonden,
maar het geeft een goed, met wat fantasie gemaakt beeld
van de beschreven situatie.) De vestingwerken van Veere
zijn later nog diverse malen aangepast en deels afgebroken.
In dezelfde tijd, in 1492, werd een fort gebouwd om een
inundatiesluis bij Mechelen te beschermen: het kreeg
muren van 3,5 meter dik. Het kasteel in Wouw werd tus
sen 1492 en 1504 verbouwd, moderne fortificaties werden
aangelegd. Matthijs II Keldermans had de supervisie,
later was Rombout II verantwoordelijk. Ook Anthonis I
verleende diensten als steenhouwer. Door Laureijs Kel
dermans werd in 1497 Ledesteen geleverd voor trappen,
busgaten en daklijsten.
Verdediging rond Huist
Hulst, in het huidige Zeeuws-Vlaanderen, hoorde tot in
de zestiende eeuw bij Vlaanderen. De nederzetting kreeg
vroeg, al in de twaalfde eeuw, stadsrechten. De stad werd
een marktplaats, een handelsrouteskruispunt over water
en land. Daarnaast was darinckdelven, dus turfwinning uit
zout veen, van groot belang. Dit leverde zout en brandstof
op. De stadsverdediging bleef achter, pas in 1460 wer
den er stappen daar toe gezet, nadat de stad slachtoffer
was geworden van een rampzalige aanval door Gent. In
1506 werd door Rombout II Keldermans begonnen met
de bouw van een dubbele poort op de plaats waar al een
aarden verhoging was, aan de noordkant van de stad, een
strategisch punt6. Het werd een gebouw met twee torens
en twee poorten en eronder een zware, gemetselde tunnel
die de verbinding vormde tussen de buitenhaven en de
binnenhaven. Deze haventoegang kon worden afgesloten.
Tevens zorgden Arduinstenen beren voor scheiding van
zout water van het zoete grachtwater7. Deze Bollewerck-
poort sloot aan op de aarden stadswallen.
Deze poort uit 1506 is in 1596 afgebroken en onder de
nieuwe wallen begraven, vanaf 1956 weer opgegraven. Het
geheel werd recent gereconstrueerd als Keldermanspoort,8
met de eveneens uitgegraven haven.
Rombout II werkte aan vele fortificaties
Rombout II werkte aan vele projecten: Bij het kasteel van
Buren legde hij fortificaties aan met vier zware bastions
We zien een flinke, ommuurde stad met kantelen op de stadsmu
ren, waarachter een weergang en ervoor een natte gracht. De mu
ren hebben torens en stenen stadspoorten. Het is een belegering
in de vijftiende eeuw. De belegeraars gebruiken ruiters (het oude,
feodale leger), piekeniers te voet, maar ook kanonnen op een af
fuit die projectielen afvuren, afkomstig uit: Koch, Over Hellebaar
den, Donderbussen en Huurlingen2.
Op een gravure van Frans Hogenberg uit 1588, zien we een
belegering van het kasteel van Wouw in 1583 met zware, vrij lage
geschutstorens naast een brede gracht, en een groot, buiten de
stad uitstekend poortgebouw. De muren zijn beveiligd door een
aarden wal, waar kanonvuur niet door komt. Deze verdedigings
werken zijn door Matthijs II en Rombout II aangelegd. Op de
achtergrond zien we carré's met soldaten te voet die lange pieken
dragen. In: Keldermans: Een architectonisch netwerk in de Neder
landen5.
Schilderij in Stadhuis Museum Veere: door Hendrik Corneliszoon
Vroom, begin 17e eeuw: Zeegezicht op Veere met rechts drie
bastions: vlnr Montfoortse toren, Campveerse toren en Kruittoren.
Eigen opname auteur.
Reconstructie-maquette Bollewerck - of Keldermanspoort in Hulst
in Museum Hulst. Vanaf de noordzijde met aansluitend de stads
muren. In de bronnen staat dat er geen muren waren, maar wallen.
Het blauwe links en rechts is de stadgracht. Het blauwe in het mid
den is de haveningang met de stenen tunnel die met twee zware,
houten deuren afgesloten kon worden. De twee wegen over land
zijn aan weerszijden van de haven. Eigen opname auteur.