fluitje. Twee keer blies hij op zijn tweetonig fluitje, waarna
Hubrecht instapte. De machinist zette de tram in bewe
ging. Langzaam, heel langzaam gleed die vooruit. Som
mige mensen hepen nog een eindje mee. Anderen bleven
op het Kerkplein staan en zwaaiden.
De laatste keer dat Hubrecht z'n hand opstak, was toen hij
in het deurgat van de tram stond en de tram de Oostburg-
se straat indraaide.
Later zou blijken dat dit moment de laatste keer was, dat
Hubrecht en Janneke elkaar zouden zien.
"Noe is tie weg," zeiden de mensen en gingen stil naar huis.
Jacob de Keuninck reed na de afscheidsbijeenkomst in
Jannekes huis door de Dorpsstraat en de Molenweg over
de Knokkertweg met zijn phaëton naar huis, naar de
Hoogte. Die weg werd in oude tijden ook wel de Heerlijk-
heidsdijk genoemd.
De reis ging naar Antwerpen, waar Hubrecht Risseeuw
zich inscheepte aan boord van de stoomboot New York,
een vaartuig van ruim 60 jaar. Gezagvoerder was Bastiaan
Cornelis van Walraven. Hubrecht stond ingeschreven als
passagier tweede klas toen hij op 16 april s morgens om
11.30 uur dood werd aangetroffen onder in het schip.
Onmiddellijk werd de kapitein erbij gehaald. Hulp mocht
niet meer baten. Vervolgens werd een proces verbaal op
gemaakt dat ondertekend werd door de kapitein en twee
getuigen.
Nog diezelfde middag vond er aan dek een droevige plech
tigheid plaats, waarin Van Walraven voorging. Daarna
werd het stoffelijk overschot over boord gezet. Het schip
voer toen op de Atlantische Oceaan.
door, "dan zien wudder mekaore in Amerikao terug".
Intussen was de pakkaoge ingeladen door broer Isaac. De
conducteur zag alles geduldig aan en speelde met zijn
Zuidzande
Nehalennia zomer 2021 nr. 212
Enkele dagen later kwam de post. Het slechte nieuws van
Hubrechts dood sloeg in als een bom. Heel Zuidzande
was in rouw en leefde mee met de jonge weduwe en haar
kinderen in het èrbeiers'uusje op de Sluussewegt.
Een paar maanden later vertrok Janneke 'êêl allêêne naar
Amerika. Het was toen 11 november 1913.
Broer Isaac
Lena's zwager, Isaac Risseeuw Jr. was toen de enige van de
familie die in het Land van Cadzand was achtergebleven.
Hij was geboren op 2 september 1850. Veel jaren werkte
hij als pèèreknecht op het Bèrg 'Of van baos Abraham
Risseeuw. In 1904 was het plekje van de kinders Pieter
Verhaoge te koop. Tijdens die openbare verkoping kocht
Bram het boeltje voor zijn zoon David. Hij voegde daarbij
een paar percelen land en zo kwam Isaac terecht op deze
boerderij. Natuurlijk werd hij degrööte knecht. Hij betrok
een huisje in de buurt, nummer 47. Isaac stond in heel de
streek bekend als een uitstekende pèèreknecht en hij was
meer in depèèrestal dan in zijn eigen huisje.
Isaac is heel zijn leven joenk gebleven, zoals de mensen
in deze streek toen zeiden als ze het over een vrijgezel
hadden. Hij sleet zijn laatste jaren in het vertrouwde
huisje, waarin ook zijn gröötvaoder nog had gewoond. In
de Sluisseweg.
Vanuit de boerderij waar hij bijna zijn hele leven had
gewerkt, werd met zorg naar hem omgekeken toen hij
ziekelijk werd. Hun twee kinderen, Abraham en Marie,
brachten dagelijks om beurten het middageten naar Isaac.
En 's avonds om precies 8 uur werd op de deur geklopt en
werd de kèremelkse pap gebracht bij deze oude man. Isaac
was zot van karnemelkpap met een lepel stroop erin van
het bekende Zeeuws Meisje.
Op zondag 13 december 1928 werd de Zuidzandse huis
arts Jacob Dikkenberg bij Isaac geroopen. Helaas te laat.
De dokter kon niets meer voor de oude Isaac betekenen.
Een paar dagen later werd hij in Zuidzande op het kerkhof
begraven.
Van het gezin Risseeuw - Buize was niemand meer in
deze streek. Die staoke is 'elemaol weg, zeiden de mannen
op zaterdagavond in de schèèrwienke. Maar het feit, dat
de Suusansenaoren nog jaren later over Hubrecht en Isaac
Risseeuw met respect praatten, geeft wel aan, dat ze hun
sporen in de gemeenschap hadden nagelaten.
In het voorjaar van 1929 werd het huis met slechts één
raam openbaar verkocht aan Jacob Bouwen. Hij was de
vader van onze buurman Jozias die het schamel woninkje
hielp afbreken. Jacob bouwde op deze plek een schuurtje,
dat er momenteel nog staat.
Als ik daar voorbij rij, dan komt het hele bovenstaande
verhaal in mijn gedachten.
Tenslotte bedank ik Jozias Bouwens voor al je interessante
gegevens die je met me deelde in de jaren vijftig, toen we
samen op het Moleneinde woonden.
En verder bedank ik Abraham Risseeuw. Hij heeft Isaac
geleerd 'oeje mee de pèèrden moste riejen.
Met deze phaëton kwam de familie De Keuninck van De Hoogte
naar Potjes, om van Hubrecht afscheid te nemen.
I
Marktplein met Tram
De Markt in Zuidzande, ca 1900. Hier stapt Hubrecht op de tram. Bron: Beeldbank Zeeland, no 24516.