Ontwijding op het kerkhof Jan de Casselaere was in deze jaren priester van de Sint- Nicolaasparochie. Hij was zeer nauw betrokken bij het verzoek aan de paus om de aflaatbrieven en reisde er zelfs voor naar Rome. Wat er op een zekere dag in Biervliet gebeurde, weten we niet precies. De stadsrekeningen geven daarvan geen uitsluitsel. Op een dag moet De Casselaere een diepgaande discus sie hebben gehad met zijn collega van de Onze Lieve Vrouwekerk, Cornelis de Costere. Mogelijk liep het uit op een handgemeen. Het gevolg was dat het kerkhof werd ontwijd. Inhoudelijk ging het over de betekenis van de aflaatbrieven voor de stervende. In de stadsrekeningen lezen we daarover in een doorge streepte post. Hieruit blijkt dat De Casselaere betaald zou worden voor het schrijven van een niet genoemd aantal aflaatbrieven: "getuuchbrieve[n] van de[n] aflate inde hure van den doot".1 Tijdens een ontmoeting en discussie met De Costere van de Mariaparochie op het kerkhof naast de Sint-Nicolaas- kerk werd de begraafplaats ontwijd.2 Dit schandaal ging natuurlijk snel door de stad. Het kwam ook bij de geestelijke overheid. Het gevolg was, dat beide priesters geen missen meer mochten opdragen. De deken van de Vier Ambachten celebreerde toen de missen.3 Overleden parochianen konden in die periode niet op het kerkhof van de Sint-Nicolaasparochie worden begraven. De oplossing Om deze twist te beslechten, betreffende de theologische interpretatie van de aflaatbrieven, kwamen uit Utrecht kanunnik Zweer van de Wetering en notaris Rijcke naar Biervliet. Samen met de deken van de Vier Ambachten stelden ze ter plaatse een onderzoek in. Het vonnis viel in het nadeel van Jan de Casselaere uit. De Rijcke stelde de uitspraak op schrift. Al met al kostte dit proces de stad 32.0.0. lb.vls.4 Het kostte de magistraat enige moeite de wijd-bisschop van Utrecht naar Biervliet te laten komen om het Sint- Nicolaaskerkhof opnieuw te wijden. Bij deze gelegen heid logeerde de kerkelijk leider bij burgemeester Jacob Geeraerde. In de stadsrekening wordt duidelijk vermeld dat hij hier was vanwege de aflaat. Over de kosten voor de inwijding van het kerkhof wordt niets vernomen in de stadsreke ning. Toen de heren huiswaarts trokken, gingen ze eerst nog even naar Hulst. Intussen was De Casselaere allerlei rod dels in Biervliet aan het rondstrooien. Daarover maakten de burgemeesters zich zorgen en ze reisden op 14 mei 1446 de heren uit Utrecht achterna naar Hulst.5 Het geroddel leidde tot geschil tussen de magistraat en Jan de Casselaere. In het eerder genoemde kerkelijk vonnis dat De Rijcke opstelde, was een voorwaarde opgeno men dat de magistraat en De Casselaere met elkaar in gesprek moesten gaan om een oplossing te vinden voor hun verziekte verhouding. Als bemiddelaar trad Rogier van Ghistelle op. Met een maaltijd in Biervliet, waaraan naast de beide priesters, de bemiddelaar, de burgemees ters, schepenen en de baljuw aanzaten, werd het conflict bijgelegd.6 Hoe het afliep Op Hemelvaartsdag 26 mei 1446 waren de eerste aflaat - gangers er getuige van dat een grote processie door de straten trok. Daarin werd de pauselijke bul meegedragen. De menigte bewoog zich richting de Sint-Nicolaaskerk. Daarin celebreerden de geestelijken de mis, waarna de gelovigen een aflaatbrief konden verwerven. Op Aswoensdag van het volgend jaar trokken weer honderden gelovigen door de Biervlietse straten. Het was het begin van de vastentijd, maar ook het einde van het winterseizoen. Mensen hadden er behoefte aan elkaar te ontmoeten en afspraken te maken voor de lente. Samenvatting De pauselijke bul bracht in het begin wel enige welvaart in de stad die al jaren op z'n retour was. Bezoekers moesten op het eiland overnachten. Hun verblijf bracht wel extra inkomen voor de stad, want de accijnzen op wijn en bier gingen omhoog. Maar die opgang was van korte duur. Clr nvffrW \<u, L \mm Kor Nehalennia herfst 2021 nr. 213 Lag Biervliet ongunstig op een eiland? Of was de naams bekendheid niet groot genoeg? Biervliet lag wel in een uithoek van het missiegebied dat de geestelijken hadden bereisd om naamsbekendheid aan de aflaten te geven. In elk geval doofde na een korte periode het vuur bij de gelovigen om naar Biervliet af te reizen. De stadsrekeningen bleven zorgelijke tekorten verto nen, vooral door de hoge kosten aan de zeeweringen in Zeeland. Geldzorgen waren onophoudelijk onderwerp van discussie in het Biervlietse Belfort, waar eertijds welvaart was. 5 Een betalingsbewijs, bestemd voor pastoor Jan de Casselaere, ARA Rekenkamer, Acquites de Lille, inv. no 74, jaar 1544. Beukelsstraat Biervliet. De grote plataan staat op de openbare begraafplaats; het vroegere Sint-Nicolaaskerkhof. Toegangshek van het vroegere Sint-Nicolaaskerkhof. Noten: 1. ARAB, Rekenkamer inv. no 32087, fol 13v 2. Idem fol 30r 3. Idem fol llv. 4. Idem fol 12r 5. Idem fol 29r 6. Idem fol lOr] ARAB: Algemeen Rijksarchief in Brussel. Gegevens uit het Project Digitalisering Vlaamse bronnen o.l.v. dr. Adrie de Kraker. Meer weten? Bossche, Barbara Van Den, Willemsen Rinus: Biervliet tussen eb en over vloed, Terneuzen, 2020. Willemsen, Rinus: Naar Biervliet om een aflaat, in Zeeland, tijdschrift Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen, 2021/1, blz. 16-22.

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2021 | | pagina 4