van der Wekken later transportondernemer te Brouwers
haven.
Op een balk op de graanzolder boven het zich gedeeltelijk
onder de kap bevindende woonhuis, aan de voorzijde,
stond het jaartal 1609, aldus destijds de eerder genoemde
Johan.
Aan de zuidzijde rechts om de hoek waren de stallen met
plaats voor vijftien stuks rundvee en er was ook plaats
voor vijf paarden. In een grote kelder onder het woonhuis
werd boter voor de donderdagmarkt in Zierikzee bewaard.
Tijdens de storm van 30 september 1911 werd het 17e
eeuwse bouwwerk (afmeting 20 x 22m) beschadigd en
tenslotte in 1912, kort nadat de foto gemaakt was, afgebro
ken.
'Het Rietbosch'
Deze stolp van de familie Johan Dalebout stond tot de af
braak in 1908 driehonderd meter westelijk van de Slikweg
op zeer drassige grond waar overwegend riet groeide.
De kinderen van Dalebout werden dikwijls in de winter,
bij wateroverlast, met de "schute" naar school gebracht.
Ook vroedvrouw en dokter gebruikten dit vaartuig. Ook
legde men soms kleidammen rond de erven aan om droog
te blijven.
De 17e eeuwse stolpboerderij "de Kevie" en zijn laatst
bewoners, in het bijzonder Daniël Viergever
Deze 17e eeuwse stolpboerderij "De Kevie" was tot de
sloop in 1947 van Jacob Viergever (1872-1952). De laatste
bewoner was tot de evacuatie van 1944 zoon Daniël
(Daan) "de Schouwse Edelman". Sinds de herverkaveling
van de jaren vijftig is dit ongeveer de plaats aan de tegen
woordige Floresweg 5 waar nu een woning uit de jaren
zeventig staat met een natuurtuin.
Alleen de zuidelijke zijde, het woongedeelte, had een gele
IJsselstenen muur met ramen en de lage ingang naar de
spoelkeuken, tevens bakhuis met oven. Ze stond in verbin
ding met de dorsvloer en via een dwarsgang bereikte men
de woonkeuken (ook zomerkamer genoemd) en vervol
gens de woonkamer (de winterkamer) waar gestookt kon
worden. Beide hadden hoge bedsteden, bereikbaar met
trapjes. Uit dit laatste vertrek kon men via een gang in
de koestal komen. Langs een van de houten zijgevels van
het bedrijfsgedeelte liep de deel of dorsvloer, waarvan de
mendeuren aan de achtergevel insprongen. Aan de andere
zijde van het hooivak was naast de paardenstal, de koestal
met afgeschoten voergang. De dieren waren vastgebonden
aan stalhouten. Oorspronkelijk stonden die op de Hol
landse manier met de koppen naar de buitenwand (in de
20e eeuw naar de voerbak gekeerd). De watervoorziening
bestond uit een weiwaterput en een regenbak.
De bedrijfsvoering bleef destijds eenvoudig; voor de hooi
oogst huurde men een paard. Tot omstreeks 1920-1925
toen de door paarden getrokken grasmaaier in gebruik
kwam, werden de weilanden met de zeis gemaaid. Voor de
zuivelbereiding hadden ze een karnmolen, een tredmolen
aangedreven door een lopende hond.
De maten en afmetingen van 'de Kevie' hebben we te
danken aan onder andere de bouwkundig geschoolde Leen
Beije in 1914 te Kerkwerve geboren, later architect in Veere.
In 1943 werkte hij in opdracht van het Nederlands Open
lucht Museum te Arnhem om onderzoek en opmetingen
op Schouwen te doen onder andere omdat er van de
aanvankelijk minstens 35 stolpen toen nog maar drie
over waren. Hij ontdekte ook het bouwjaar 1670 van "de
Kevie" die door stormen beschadigd was. Zoon Daan en
burgemeester Vermeulen wilden de restauratie uitvoeren
maar de oude sombere Jaap Viergever was nog eigenaar
en wilde daar niets van weten. Hij zei: 'De toekomst ziet
er vo mien net zo donker uut as da'k om 12 ure 's nachts
mit donkere maene in d'n tras kieke (regenbak)'. Jammer
genoeg bleef hij tot het einde de baas. Onbekend was dat
spoedig Schouwen onder water zou komen te staan door
de oorlogsinundatie in februari 1944.
Nehalennia herfst 2021 nr. 213
De hier genoemde stolp, toen nog aan Kievitsweg Dl 1,
had zijn spottende bijnaam gekregen na de zware storm
van 30 september 1911 toen het puntdak in elkaar woei en
daarna bijna plat dicht getimmerd werd. Timmerman Van
Driel van Kerkwerve klaarde dit. De stolp kreeg toen de
vorm van een 'kevie', de Schouwse naam voor een gevloch
ten wilgentenen kippenmand, spottend bedoeld, maar
dan wel erg groot! De oudste foto van "de Kevie" dateert
uit 1923 en werd door fotograaf P.C. Pagé uit Zierikzee
gemaakt.
Bij de stolp hoorde drassig weiland en droger bouwland
samen ongeveer acht gemeten eigendom en negen geme
ten pacht in totaal ruim zeven hectare en was in de vorige
eeuwen alleen weiland. Vogeleieren waren er in het voor
jaar hier genoeg te vinden en door iedereen als lekkernij
beschouwd. De Viergevers gingen in de jaren twintig in
het voorjaar met hun gezochte kievits- en meeuweneieren
onder andere naar 't Huis van Nassau' waar ze 25 cent per
stuk opbrachten. Met gevangen paling voor palingbrood
natuurlijk naar de Zierikzeese bakkers Vogelaar, Brouwer
of Potappel en met eigen gemaakte boter naar andere win
keliers in 'de Stad' om die daar voor hun eigen boodschap
pen te ruilen.
Meestal werd dit vervoer naar Zierikzee vroeger gevaren
met hun vijf meter lange kloetschuit, toen nog algemeen
in gebruik in het Lage van Schouwen.
Over "de Schouwse Edelman" bijnaam van Daniël
(Daan) Viergever, laatste bewoner van "de Kevie"
Recentelijk vertelde Daans buurman Stoffel Boot van zijn
jeugd begin jaren veertig toen hij samen met zijn broer
Joop dikwijls in de keuken, de zomerkamer, bij Daan in
de "Kevie" aan de tafel zat. Hij herinnert zich hem als een
aardige, humoristische en precieze man, die toen zo onge
veer 35 jaar was. Het viel op dat hij bij het uitgaan met zijn
vrienden of bij kerkbezoek er zo verzorgd uitzag. Daarom
stond hij bekend als "de Schouwse edelman", zeker een
compliment!
Hij had al sinds
augustus 1938 een
DKW motorfiets
met kenteken
K-14964. Met een
pet op reed hij
naar de Chris
telijk Gerefor
meerde Kerk
en dicht bij de
bestemming, zette
hij dan zijn hoed
op en arriveerde
in stijl.
Dan in februari
1944 veranderde
alles met de
verschrikke
lijke tijding dat
de Duitsers de
sluizen van Schouwen zouden openzetten om het eiland te
inunderen. Bijna de hele bevolking moest direct vertrek
ken. Ook Daan, "de Schouwse Edelman", vertrok voorgoed
van het eiland en trouwde in Langerak (Z.H.), waar zijn
nakomelingen nog wonen.
In de stolp kwam uiteindelijk meer dan een jaar lang
meter zoutwater te staan. Met de zware storm van 7 sep
tember 1944 liep het dak van de desolate leegstaande stolp
nog eens schade op.
Na de oorlog werd al in december 1945 in het kader van
de "Dienst Wederopbouw Boerderijen" een schuur met
schilddak van elf bij vijf meter getekend, dat in 1946 naast
de zwaar beschadigde stolp werd gebouwd, bedoeld voor
runderen en een paard.
In 1947 werd het restant van "de Kevie" tenslotte gesloopt
en na de watersnoodramp van 1953 ook de zeven jaar
eerder gebouwde schuur.
Wat gebeurde er tenslotte met deze ouderwetse
stolpboerderijen?
Door de eeuwen heen was de ontwatering van de pol
der verbeterd door de aanleg van sluizen, windmolens,
vaarten en boezems. En zeker ook met ingebruikneming
van het stoomgemaal in 1876 bij Flaauwers, het eerste in
Zeeland. Men kon toen in het lage van Schouwen deels
Laatste bewoner.
'De Kevie'foto uit 1925. De stolp gezien vanuit het zuidoosten,
met op de voorgrond de altijd belangrijke en onmisbare drinkput.
'De Kevie', interieur.
Genoemd naar een mand om kippen te vervoeren, die in het klein
dezelfde vorm heeft als een stolp.
De rommelige achterzijde van de stolp van vóór 1940, met open
mendeuren en een moderne zaaimachine voor paardentractie op
de voorgrond.
FTii tiarl al «inrls