Willem en Jannetje van Riet m overschakelen van melkveehouderij naar wat akkerbouw zoals graan, meekrap of vlas. De stolpen waren toen niet handig meer en werden geleidelijk vervangen door huizen en schuren. Stolpen kwamen in Zeeland alleen op Schou wen voor. Oorspronkelijk van hout gebouwd waren ze afgedekt met riet of zoals later met roggestro (roggeglui). Later werd het woongedeelte van IJsselsteen opgetrokken en afgedekt met Woerdense pannen. De Schouwse stolpen vertoonden overeenkomst met de veel rijkere Noord Hollandse stolpen, zowel wat vormgeving als inrichting betreft. Slot Het is jammer dat dit typische boerderijtype op Schouwen verdwenen is. Het verdient aanbeveling om in dat lage gebied er een opnieuw te bouwen. Die zou dan kunnen dienen als een informatiecentrum voor dit gebied. Vanwege plaatsgebrek is het onmogelijk hier alle stolpen te behandelen. De overige worden besproken in de volgende Nehalennia. Nehalennia herfst 2021 nr. 213 De rechterhanden van Walden Jan J.B. Kuipers Een belangrijke figuur voor het reilen en zeilen van de Bussumse kolonie Walden rond 1900 komt maar spaar zaam in de bronnen en rijke literatuur over het onderwerp voor. Het gaat om de geboren Goesenaar Willem Frederik van Riet. Ook zijn eveneens in Goes geboren echtgenote Jannetje was belangrijk voor deze kolonie, en zij wordt nog zeldener genoemd. Walden is wel de bekendste van de utopistische kolonies in Nederland rond het begin van de twintigste eeuw, met als goede tweede de kolonie van de christen-anarchistische Internationale Broederschap in het nabije Blaricum. Initia tiefnemer van Walden was Frederik van Eeden (1860 1932), psychiater en gearriveerd letterkundige. Tijdens een wandeling met zijn gezin zag Van Eeden een hutten- kolonie van dagloners of eekschillers (verwij deraars van eikenbast) in het Vierhoutense bos. Op 6 juni 1897 schreef hij in zijn dagboek: 'Ik heb nu nog maar een ideaal, mijn leven door te brengen in zoo'n hut, in dat bosch.' Manchester Het idee voor en de naam van de kolonie rijpte bij Van Eeden door lezing van Walden, or Life in the Woods (1854) van Henry David Thoreau, waarin deze auteur zijn eigen (solitaire) ervaringen van het wonen aan het meertje Wal den Pond bij Concord in New England beschrijft - of lie ver mythologiseert. Van Eeden kocht het landgoed Groot Cruysbergen in de als villapark opgezette wijk Het Spiegel in Bussum. Door architect Willem Bauer liet hij er in de lente van 1898 de eerste hut voor zichzelf bouwen. De kolonie richtte zich vooral op tuinbouw en was in theorie gebaseerd op gemeenschappelijk grondbezit. Vogels van diverse pluimage stroomden toe, van jonge intellectuelen (zoals de schrijver en latere uitgever Nico van Suchtelen) en bevlogen idealisten tot psychiatrische patiënten, voor wie het oord als rustoord werd ingezet. Ook spiritisten voelden zich aangetrokken - in dit verband is het wel aardig om te vermelden dat de tijdens zijn leven befaamde paragnost Gerard Croiset in 1909 op Walden het levens licht zag. Maar toen was de kolonie als organisatie al bankroet. De praktische opzet was vrij wankel. Van Eeden beschikte aanvankelijk maar over één praktisch ervaren werk- en vakman, Willem van Riet uit Goes, het hoofdpersonage van dit artikel. Uiteraard zwoegden, groeven en spitten Van Eeden en zijn idealistische acolieten ook hard. Van Eeden was daarbij gehuld in een speciaal vervaardigd manchester pak, een dracht die gedurende enkele decen nia het 'uniform' van de rijkgeschakeerde linkse beweging zou blijven. Zijn dagboek meldt op 2 maart 1898: 'Ook heb ik Willem van Riet als knecht gehuurd.' Spoedig ar riveerde de nieuwe kracht, aldus de aantekening van 21 maart: 'Willem van Riet is gekomen en helpt ijverig.' Het zal ten aanzien van deze Zeeuwse medewerker bij dergelij ke korte en zakelijke notities blijven, zoals op 9 mei 1899: 'Willem van Riet kwam met Jannetje.'1 Bredere beweging Walden was geen unicum, maar maakte deel uit van een bredere beweging - zoals de al genoemde kolonie van Blaricum. De grote voorloper van de coöperatieve bewe ging in Nederland was de sociaal-liberale jurist Michiel Jacobus (Jacques) de Witt Hamer (1843-1925), evenals de Van Riets een geboren Goesenaar.2 Zijn proefschrift De arbeidersvereenigingen (1866) was de eerste serieuze studie in Nederland over coöperaties als geschikt middel ter verbetering van de toestand van de arbeidersklasse. Merk waardig genoeg schittert zijn naam door afwezigheid in de omvangrijke dagboeken van Van Eeden, die toch grondige studie van de coöperatieve gedachte had gemaakt. Reële voorlopers van het kolonie wezen waren de Bond voor Landnationalisatie (1889) van Jan Stoffel en de Duitse Vrijlandbeweging uit datzelfde jaar. De laatste streefde naar een ideale staat, te vestigen op een plateau in de buurt van Kenia. Nederlandse afdelingen verschenen in 1896, maar verdampten alweer in het volgende jaar. De in 1901 opgerichte Vereniging Gemeenschappelijk Grondbezit, waarbij behalve Van Eeden ook een schrijver als Nescio zich aansloot, overleefde daarentegen de Tweede Wereld oorlog en is in 1958 omgezet in de Methöferstichting. De tuinderskolonie en weverij De Ploeg (1921/1923) was de meest succesvolle exponent van deze vereniging. Een nuttig paar Verschillende auteurs over Walden hebben de belangrijke rol van Van Riet aangehaald, als de vakbekwame kracht die hij was tussen alle goedwillende maar onhandige kolonisten. Willem was op 12 juni 1875 in Goes geboren als tiende en jongste kind van Jacob van Riet (schoenma ker) en Adriana Catharina Polfliet (naaister). Beide ouders waren ook in Goes geboren in 1832 respectievelijk 1834. Jacob was al op 5 januari 1875 overleden, Adriana over leefde hem tot 1889. Hoe kwam Van Eeden aan zijn Zeeuwse medewerker? Hier speelde Willems oudere broer Adriaan Frederik een belangrijke rol. Hij was op 8 december 1868 in Goes ge boren en naar Holland getrokken; in 1898 trouwde hij in Haarlem met Petronella Cornelia Broekmeijer. Van Eeden leerde Willem kennen als broer van deze Adriaan, die de (huis)knecht was geweest in de Amsterdamse psychiatri sche praktijk die hij van 1887-1893 met de eveneens uit Goes afkomstige A.W. (Albert) van Renterghem dreef. De werving van Willem in maart 1898 als een der eerste medekolonisten maakte het 'complot' van 1898 compleet. Een nuttige aanwinst was het zeker. Willem mocht dan wel niet om ideële redenen zijn toegetreden, maar hij was 'allround': hij kon zowel smeden, timmeren als tuinieren en voorts allerlei andere voorkomende werkzaamheden 11 Op de weg, natuurgebied plan Tureluur. Foto: Pau Heerschap.

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2021 | | pagina 7