S3
Sociaal Idealisme.
m
vu
vm
oost-wAuüeh
:>west-Waldêh
®Qfa
In 1902 werd een nieuwe administrateur aangesteld: de
voormalige predikant Anne de Koe, die voor zijn in
trek op Walden negen maanden met zijn vrouw en drie
kinderen in de kolonie van Blaricum had verbleven. Op
basis van het financieel overzicht dat hij maakte over 1901
werd besloten dat vier man moesten worden ontslagen,
'waaronder lieve goeie jongens, vrienden van Martha en
mij. Ik heb het mij zeer aangetrokken, maar ik erkende
de noodzaak,' meldt Van Eeden in zijn dagboek op 21
februari 1902. Willem en Jannetje behoorden tot degenen
die konden blijven. Willem zou zich volgens de gegevens
van De Koe vooral bezig gaan houden met de groentever-
Kinderen en verdere lotgevallen
Willem en Jannetje bleven na hun terugkeer tot het eind
toe aan Walden verbonden. Ze zouden volgens diverse
koop, het tuin- en smidswerk. Op 1 maart vroeg Van Riet
een wekelijkse toelage van fl. 2,-. Ook wilde hij voor de in
de kolonie verkrijgbare levensbehoeften graag op dezelfde
voet komen te staan als onder anderen De Koe.
Toch besloot Van Riet net als tuinman Jan de Graaf een
half jaar later te vertrekken. Van Eeden meldde het in zijn
dagboek op 3 augustus 1902, zonder de directe aanleiding
prijs te geven. Het Waldendagboek biedt meer aankno
pingspunten. Er waren pogingen in het werk gesteld om
de positie van de gehuurde werkers gelijk te schakelen met
die van de idealistische kolonisten. De Koe had er zelfs
op aangedrongen dat personen die geen geestverwanten
waren (zoals Van Riet) zouden vertrekken.
Willem vertrok dan ook op 11 augustus naar een be
trekking in Amsterdam. Hij bleef waarschijnlijk wel in
de buurt van de kolonie wonen. Zijn afwezigheid was
dan ook tijdelijk. In januari 1903 zien we hem terug op
Walden. Deze keer was hij aangenomen voor vast (tuin)
werk tegen fl. 8,- per week, later fl. 1,50 per dag. Maar zijn
woning was hij kwijt. Bakker G. Th. De Haer woonde er in
van 14 november 1902 tot het vertrek van de bakkersgroep
uit Walden in januari 1907, vandaar de latere aanduiding
'bakkerswoning'.4
Nehalennia herfst 2021 nr. 213
publicaties, zoals de annotaties in het Waldendagboek,
twee zoontjes hebben gekregen, die dan misschien allebei
vroeg zijn overleden. Genealogische sites zoals aange
haald in noot 3 vermelden geen nakomelingen. Ook over
de lotgevallen van de Van Riets na de periode Walden is
behalve Willems baan als conciërge weinig bekend. Op
online-begraafplaatsen.nl vond ik alleen gegevens over de
eveneens te Goes op 6 juni 1870 geboren Jannetje Adriana
Meijler. Zij was overleden op 13 januari 1952, getuige een
intussen verdwenen grafteken op begraafplaats Den en
Rust in Bilthoven; ze was gehuwd geweest met de op 2 mei
1949 gestorven Marinus Gerardus de Jonge.5 Van de acht
vermelde Willem Frederik van Riets op deze site komen
geen data overeen met die van 'onze' Willem.
Het einde voor Walden
Administrateur De Koe kwam vanwege zijn onverdraag
zaamheid en eigenmachtig optreden ook in conflict met
Van Eeden; hij luchtte vervolgens zijn gemoed met ano
nieme, giftige stukjes over Walden in de SDAP-krant Het
Volk. Na een intermezzo in Sexbierum, waar De Koe zich
in 1903 overspannen bij zijn ouders had teruggetrokken,
verhuisde het gezin weer naar Bussum. In 1908 werd De
Koe benoemd tot directeur van Ons Huis in Rotterdam,
een instelling voor volksontwikkeling. Van Eeden had in
1904 als nieuwe administrateur Frederik Emons aange
trokken - eigenlijk al te laat.
De geruchtenmachine omtrent Walden zwoegde intus
sen dapper voort. Niet alleen aangaande de affaire Truida
Everts. Er was ook een zelfmoord gepleegd! Architect Wil
lem Bauer hing zich in 1904 op, zijn lijk werd door Van
Eeden zelf aangetroffen. 'Zondag ging ik de arme Willem
Bauer opzoeken,' schrijft hij op 26 april in zijn dagboek,
'en vond hem opgehangen in het tuinschuurtje. Arme,
fijne, gevoelige man met zijn groote gaven. Het was een
lugubere vlek in dit blije, hoopvolle, levensrijke voorjaar.'
Waarna de zonderlinge slotzin volgt: 'Maar het depri
meerde mij niet.'
In 1906 verlieten de bakkers, aan wie Walden driekwart
van de omzet dankte, de kolonie. In Bussum gingen ze
verder met hun bakkerij Walden. De zieltogende kolonie
ging een jaar later failliet.
Van Eeden hield een jaar na het bankroet alweer lezingen
in de Verenigde Staten om zijn ideaal van coöperaties
en gemeenschappelijk grondgebruik te propageren. Het
leidde in North Carolina tot de Van Eeden Company.
Besluit
Er is weinig stoffelijks meer over van Walden. Het kolonie
terrein en het (vernieuwde) landhuis Oud Cruysbergen,
nu een kantoorgebouw, liggen aan de zeer drukke N236.
Het huis van de voormalige secretaris van de kolonie ligt
naast het landhuis. Om de hoek aan de Nieuwe 's-Grave-
landseweg verrijst nog het half verscholen Boschlust, een
levensgroot concreet spoor van Willem en Jannetje van
Riet. Een eind terug staat op het terrein langs de N236
een grote bouwmarkt. Daarachter, verscholen achter een
betonnen schutting, bevindt zich op het terrein van Liesje
de Graaf-Cramer (zij vestigde zich in het huis van Truida
Everts) Van Eedens in 1908 heropgebouwde schrijvers
hut, tevens de enig overgebleven hut van Walden. Boven
de schutting kun je sinds jaren De Graafs 'huisvlag' zien
hangen: een wit doek met een zwarte heks met puntmuts
en een zwarte kat op een bezemsteel. Haar huis heet, met
een wel zeer duidelijke knipoog, 'De hof Van Eeden'.
De reden waarom Willem en Jannetje maar zelden in de
dagboeken en andere bronnen worden genoemd, in tegen
stelling tot talrijke anderen die een veel minder essentiële
rol vervulden, is niet moeilijk te achterhalen. In de hele
ontwikkeling van Walden zien we een duidelijk verschil
tussen de 'echte' kolonisten die aanwezig waren om ideële
redenen en de ingehuurde krachten. Tussen beide cate
gorieën bestond overigens een verschuivende en soms
vervagende grens.
De groep idealisten omvatte permanente en tijdelijke
bewoners. Sommigen brachten geld, eigen land, een huisje
of hut in. De mensen met een intellectuele of artistieke
achtergrond bleken voor het zware werk ongeschikt. Dat
werd grotendeels uitgevoerd door ingehuurde arbeiders
en vaklui als Van Riet. Deze werknemers waren onmisbaar
voor de concretisering van de hooggestemde ideeën van
Van Eeden en de 'echte' kolonisten. Maar als individuen
15
I Tribune
1
hut van F. v Eeden
IX
vilL De Maerle' van Betsy van Hoogstraten
Starttoren
U
villa De Lelie van Martha vat: Vloteu
X
hut von Adriaaa van Oordf
i Jocfecyvcrhlijf
keet v«n Willem Bauer
X!
'üe Kaap' fkoefciershuis1 van S, dc Haan tot !f»n4
4 (."oasumpiiekeet
IV
hut van Carry van Hoogstraten
XII
zoning voa Jao i.angelaar
S- Paardenstallen
V
keet van Nico van Sucbteien Aaltje Bakker
Xllf
rvoning van Truida Everts verplaatste hut van Van Leder
6 Muziektent
VI
ko'onichuis van LK A. de Kee F. Crnon?
XIV
groentckusscn en bijonslal
?- vjfla'Kiem-Crt)>sberpen'
'De Villa' |Hoschhist| van W, van RietJ
XV
'Cruysbergen'- Kolonjehuis WALDEN
S - Renbaan vóór 19ÜÖ
woning van S. de Haan kippenfokkerij na 1904
XVI
kolonirhakkf rij
i ÊRRÈlfS tTZCENS
RENBAAtj CRUYi>BER<S£N Mf
l\\\W
;w\nn\
A B gh
Plattegrond van Walden met het huis van Van Riet (omcirkeld). Naar Martin Heyne (in: Van der Heide 1998).
Boschlust, het huis van Van Riet in Bussum
(foto H.M.D. Dekker, 2020)
Job Yan Eeden: Twee ton weg, Walden rerdwenen de les ie duurmaar nu
dat algeren op kapitaal gemakkelijker is dan bet vruchtbaar te maken,
Spotprent van Louis Raemakers op het mislukken van Walden.
Onder de toeschouwers criticasters als SDAP-vcorman Troelstra en
Van Eedens voormalige vriend Herman Gorter.