aiMBtolSlfeMgpy De koningin vaart voorbij IllNï Pl«. -«-.J -BLa BB v urn m spyLs»'' k"fiföSdfcttMrMJÊ Vlissingen Rinus Willemsen Het ging als een lopend vuurtje door Biervliet: koningin Johanna komt voorbij gevaren. Daarom liggen die drie roei boten in de haven. Netjes opgekalefaterd. Een paar mannen zijn met teer aan het werk. Maar het fijne van het verhaal, dat weten de mensen op de kade niet. Koningin Johanna werd op 6 november 1479 geboren in Toledo als dochter van Isabella van Castilië, koningin van Castilië en Ferdinand II van Arragon. Haar leven nam een wending nadat Spaanse en Habsburg- se onderhandelaars op 5 november 1495 een huwelijksak koord sloten voor Johanna en Philips de Schone, hertog van Bourgondië en Heer der Nederlanden. Ze ging op 30 juli 1496 in het Spaanse Laredo aan boord van een grote vloot van ruim honderd schepen met bestemming Antwerpen. Aan boord bevond zich de hele hofhouding van Johanna. De schepen worden beveiligd door honderden soldaten om het gezelschap onderweg tegen zeeroverij te beschermen. Om te voorkomen dat er tijdens de reis honger of dorst werd geleden, ging er een grote hoeveelheid voedsel mee, zoals 85.000 pond gerookt vlees, 50.000 haringen, 1.000 kippen, 6.000 eieren en 400 vaten wijn. Op de rede van Arnemuiden ging de schepen voor anker. Op 20 oktober 1496 trouwde Johanna in Lier met haar Philips. Kort daarop begint een reis langs de steden Antwerpen, Gent en Brugge, waarna de Hollandse steden Delft, Den Haag, Haarlem en Leiden deelden in de blijde inkomst. Het moet Johanna zijn opgevallen dat de sfeer en levenswijze in Vlaanderen en Holland heel anders was dan op het Iberisch schiereiland. Op 24 februari 1500 werd hun derde kind geboren. Het was zoon Karei; die later bekend zou worden als Karei V. Kort daarna, vóór 1 mei van dat jaar, reisde Johanna naar Boekhoute met de bedoeling door de Braakman en over de Westerschelde naar Vlissingen te varen. Het was bij die gelegenheid, dat ze langs het eiland Biervliet zou varen. Wat het uiteindelijk doel van deze reis was, komen we in de literatuur niet tegen. Was Johanna op weg voor een ontspanningsreisje om Vlissingen te bezoeken? Of zou ze er iemand op de rede ontmoeten? Vragen waarop we geen antwoord kunnen geven. In elk geval trokken de drie roeiboten in de Biervlietse haven veel bekijks. Ze hadden een verhoogde achtersteven "voor casteel" en een ruime opbouw op het achterschip, "de campagne". Elke roeiboot werd voortbewogen door acht roeiers. Verder was op elk vaartuig een trompet ter. Aan de opbouw hingen groene lakens en wapperden vrolijk banieren met daarin afgebeeld de vorstelijke stan daard. Dit alles vormde een feestelijk gezicht. De vorstin werd welkom geheten door baljuw Joris van Ghistelle en stadssecretaris Philips Huerebloc. Zij zorg den ook voor de bevoorrading van de vloot, zoals eten, drinken en "andersins". De totale kosten van deze bevoor- ■y iCr- Watrrrfït «r itflFT Hxd? vfan Ëariae s-m. Jfy: a l -'T j\i 2- '3«J1)1 3 pars1 Nehalennia winter 2021 nr. 214 Johanna bracht de volgende jaren in Vlaanderen door en vertrok daarna naar haar geboorteland, waar ze overleed in een Spaans klooster in 1555, nadat ze jarenlang als psychiatrisch patiënt was opgenomen. Ze ging de geschie denis in als Johanna de Waanzinnige. Samenvatting In het voorjaar van 1500 zeilde de jonge Johanna, konin gin van Castilië door de Braakman langs Biervliet naar Vlissingen. Vanuit Biervliet verwelkomden de baljuw en de secretaris het gezelschap. Wat de eindbestemming van het gezelschap was, komen we uit de stadsrekeningen niet te weten. Deze vermelding staat in de Biervlietse stadsrekening die de periode 1 mei 1499 tot 1 mei 1500 beloopt. ARA Rekenkamer, inv. no 32.132. fol. 9 r. jaar 1499/1500. ARA Rekenkamer inv, no 13.663. ARAB Rijksarchief in Brussel Met dank aan Herman Speijer. rading bedroeg 3.9.2. ponden Vlaams. In de stadsrekening noteerde de klerk 0.10.0. ponden Vlaams; waarschijnlijk uitgaven voor de roeiers en trompetters. Aanwezig waren twee Biervlietse notabelen: Ridder Joris van Ghistelle en stadssecretaris Philips Huerebloc. Van Ghistelle was al in 1485 de baljuw van Biervliet. Hij woonde niet in Biervliet, maar verbleef er dikwijls. Moge lijk had hij hier een huis. Bij belangrijke gebeurtenissen, zoals jaarlijks het samenstellen van het nieuwe stadsbe stuur, was hij aanwezig. Hij was benoemd door de graaf en werd betaald door de stad. Verder verkreeg hij inkomsten uit de opgelegde boetes in de stad. Bij deze processen fungeerde hij als openbare aanklager. Huerebloc werd in 1496 stadssecretaris van, Bier vliet. Hij verzorgde er de administratie, zoals het schrijven van de stadsrekeningen in tweevoud. Daarvoor declareerde hij onder andere de kosten voor papier en zegelwas. Verder verzorgde hij de hele bestuurlijke administratie en het ar chief dat in het plaatselijk belfort in kasten op de schepen kamer was ondergebracht. Hij stamde uit een geslacht dat niet eerder een secretaris in Biervliet leverde. Opmerkelijk is dat de eerste burgemeester, Pieter Boet- zaert, niet bij de verwelkoming aanwezig was. Misschien was hij uitstedig; op reis voor de stad. Deze man kwamen we in het stadsbestuur in die jaren slechts enkele keren tegen. Hij was bestuurlijk gezien, geen zwaargewicht. Neer weten Prawdin, M. von, Johannia de Wahnsinnige, Habsburgs Weg zum Welteich, Wien, 1938. Brouwer, dr. J., Johanna de Waanzinnige, Amsterdam 1940. 3 ''ItWtjt. i -^CrMali&Ür5r TVS/clieren. Slf+ri if. -^2-27 V Z/ihmr Ciw at JÉL \fir aanr* v r-A~c 7XattJtiTj S 1 i<4r. Smtiitr -JlL yijihttrJft Gezicht op Vlissingen vanuit de zee. Guiccardini, ca. 1590.

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2021 | | pagina 3