Schore, een Zuid-Bevelands dorp m Bas Oele Wanneer het dorp Schore is ontstaan, is niet bekend. Vermoedelijk, zoals praktisch alle dorpen in Zeeland, rond het jaar 1000. In de middeleeuwen stonden her en der verspreid een aantal boerderijen langs de wegen. In de volgende eeuwen breidde het dorp zich gestadig uit. Neringdoenden en ambachtslieden vestigden zich in het dorp. In de 12e eeuw werd op de plaats waar de Haaimeet en de Zandstraat elkaar ontmoetten een houten kerk gebouwd die in de 15e eeuw vervangen werd door een stenen kruiskerk. Eeu wenlang begroeven de Schorenaren hier hun doden in de gewijde aarde. Het graven van het Kanaal door Zuid-Beveland was een ingrijpende gebeurtenis. De dorpskern kwam westelijk van het Kanaal te liggen, terwijl Vlake en het deel van het dorp aan de Schoorse Zoute weg, aan de oostzijde kwam te liggen. Een draaibrug verbond de beide dorpsdelen. Vanaf het Station Vlake reed een tram via de Schoorse Brug naar de Veerhaven van Hansweert. Na 1850 werd het koor van de kerk afgebroken en ter plaatse een school gebouwd. In 1890 is aan de Haaimeet een drie-klassige school gebouwd. Aan het Kerkplein ver rees een gemeentehuis. Hoewel Schore geen groot aantal inwoners had, was het qua oppervlak één van de grootste gemeenten van Zeeland. In 1914 was de kerk dermate vervallen, dat er dringend wat moest gebeuren. Omdat de kosten van restauratie dermate hoog waren, werd besloten de kerk af te breken. Aan architect Bierens uit Biezelinge werd de opdracht verstrekt een nieuwe kerk te ontwerpen. Het werd een eenvoudig zaalkerkje, de 15e eeuwse toren bleef bestaan. Omstreeks 1925 werd de boerderij en het woonhuis van Jan de Jager aan de Haaimeet afgebroken. Op het terrein werd een riante villa gebouwd, omringd met een prachtige tuin. In 1934 werd het Kanaal door Zuid-Beveland verbreed. De westelijke kanaaldijk werd 30 meter naar het westen verlegd, er bleef een breed voorland voor toekomstige verbredingen gereserveerd. De spoorbrug en de Schoorse brug werd bij Vlake vervangen door een spoor- en ver- keersbrug, gebouwd bij de Maatschappij 'De Schelde' in Vlissingen. Het station Vlake werd verlegd naar Kruiningen. Samen met de buurtschappen Kleine Hoek, Het Meultje, Vlake en Schore achter de Brug was Schore een gezellig dorp met veel voorzieningen. Zo waren er twee slagers, twee bakkers, twee schilders, twee cafés, twee smeden, twee rijwielherstellers, twee aannemers, een manufacturier en enkele kruidenierswinkels. Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog in 1939 kreeg Schore te maken met inkwartiering van Nederlandse militairen. Op 10 mei 1940 viel Duitsland Nederland bin nen. Het Franse Leger schoot Nederland te hulp. Op 14 mei 1940 werd op bevel van burgemeester Hendrik Daniël Trimpe (1934-1941) de gehele bevolking geëvacueerd. Bij de nadering van de Duitse troepen werden door het Ne derlandse leger de spoor- en verkeersbruggen opgeblazen. Op 17 mei werd door de Franse torpedojager 1' Imcom- prise, die bij de Kapellebank op de Westerschelde lag (in Nehalennia winter 2021 nr. 214 de veronderstelling dat de Duitse troepen Schore hadden bereikt) het dorp beschoten. Toen op 18 mei de eerste bewoners terugkeerden troffen ze een enorme ravage aan. De spits van de toren was verdwenen en de gehele dorps kern lag in puin. Het gemeentehuis lag volledig in puin, evenals de nieuwe bakkerij met winkel van Stevense. Van de boerderij van Mange en die van Kievit was niets meer te bekennen. Het kerkgebouw liep gelukkig wat lichte schade op zodat vrij spoedig weer kon worden gekerkt. De bewoners bleven echter niet bij de pakken neerzitten en begonnen onmid dellijk met het opruimen van de ravage. Spoedig verrezen er verschillende houten barakken, Bij de familie Leijs aan de Haaimeeet werd de voorkamer ingericht als gemeen tehuis. De herstelkosten van de oorlogsschade waren heel hoog. De gemeenten Schore en Vlake konden dit bedrag niet opbrengen. Daarom werd door het Provin ciaal Bestuur besloten tot gemeentelijke herindeling per 1 januari 1941. Schore bewesten het Kanaal en de buurt schappen Kleine Hoek en het Meultje kwamen bij Kapelle. Vlake en Achter de Brug kwamen bij Kruiningen. Begin 1941 werd door de Provinciale Dienst Wederopbouw een bijeenkomst in Schore belegd om de toekomst van Schore te bespreken. Hierbij waren aanwezig het college van Bur gemeester en Wethouders van Kapelle en enkele inwoners van Schore. Besloten werd alle niet herstelbare gebouwen volledig te slopen, een nieuw stratenplan te ontwerpen en de dorpsterp met circa 60 cm te verlagen. Professor Es- chaucier werd uitgenodigd dit plan te ontwerpen. Bij zijn plan werden de Smidsgang en de Achterweg niet gehand haafd, De Steenweg wordt tot de Langstraat doorgetrok ken. Door afbraak van het zwaar beschadigde derde lokaal van de school ontstond ruimte om een straat rondom de nieuw te bouwen kerk aan te leggen: het Nieuwe Kerk plein. Op aanraden van Professor Eschaucier besloot men alle nieuwbouw in de zogenaamde Delftse Schoolstijl uit te voeren. Als eerste nieuwbouw werd aan het Nieuwe Kerkplein naast de school, een meesterswoning gebouwd. Dit gebouw werd direct door de bezetter gevorderd. Bij de bevrijding werd het gebouw dermate beschadigd dat het werd afgebroken en nooit is herbouwd. Aan de Langstraat kwam aan het Nieuwe Kerkplein een klein plantsoen. Aan architect D. Rodenburg uit Rotterdam werd de opdracht verstrekt een kerkgebouw met consistorie en toren te ontwerpen. Het werd een fraai modern gebouw. Inwendig vallen de gelijmde houtspanten op en de als een roeiboot uitziende preekstoel. De ramen zouden voorzien worden van fraaie gebrandschilderde ramen. Die werden echter bij levering onmiddellijk in kisten opgeslagen in een kelder en pas na de bevrijding geplaatst. Aan het Nieuwe Kerkplein kwamen drie dubbele fraaie woonblokken tot stand; het middelste blok bevatte een winkelpand. Aan de oostzijde van de kerk, aan het Nieuwe Kerkplein, bouwde men vier woonhuizen, terwijl op de hoek met de Langstraat de bakkerij met woonhuis en winkelpand van de gebroeders Stevense verrees. Aan de Langstraat achter het plantsoen werden de smederij en woning van C. Sanderse herbouwd. Met de bouw van de werkplaats met winkel annex woonhuis van de gebroeders Smallegange in 1948, was alle nieuwbouw voltooid. Op last van de bezetter evacueerde de bevolking van Schore op 25 februari 1944 naar Kapelle en Biezelinge. Op 21 april mocht iedereen terugkeren. We schrijven 8 juli 1944, een zwarte bladzijde in de geschiedenis van Schore. 's Morgens tegen 8 uur deden Engelse bommenwerpers een aanval op de Vlakebruggen. Op de woning van H. Glerum aan de Haaimeet viel een bom. De woning werd zwaar beschadigd. De werkplaats van J. van Koeveringe werd eveneens getroffen. Een viertal inwoners van Schore was ten noorden van Vlake op weg om werkzaamheden voor de bezetter uit te voeren. G. van Liere, C. Rijn, R C. van Koeveringe en M. Zuidweg kwamen hierbij om het leven. J. Stevense, L. Mange en C. Sanderse raakten elders gewond. De bruggen waren praktisch niet beschadigd. Op 4 augustus 1944 werden de bruggen met succes opnieuw gebombardeerd. Nu waren ze volkomen onbruikbaar. In Schore ontstond veel schade aan woningen, veel ruiten sprongen. Op 28 oktober kwa men na langdurige beschietingen, waarbij dertien wonin gen totaal werden vernield en vele andere schade opliepen, de Canadese troepen via een vlotbrug over het kanaal en was Schore bevrijd. Spoedig werd over de resten van de Vlakebruggen een Baileybrug gelegd en konden zware tanks het kanaal oversteken. Mei 1945 viel bij herstel van de beschadigde school de heer Mieras van de steiger en overleed aan zijn verwon dingen. Het bevrijdingsfeest werd op gepaste wijze ge vierd. In de volgende jaren werd Schore een levendig dorp. Buurtverenigingen en de Mandolineclub Tremola zorgden voor gepast plezier. De spits is van de toren en de winkel en bakkerij van Stevense zijn vernield.

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2021 | | pagina 6