De eerste Veerse parochiekerk (1347-1484) Jan Midavaine Het blootleggen van een klein gedeelte van de fundering van de kort na de reformatie gesloopte kooromgang van de Grote Kerk in Veere, in oktober 2021was aanleiding tot het schrijven van dit artikel In de middeleeuwen stond hier de eerste Veerse parochiekerk, die in 1347 is gesticht en tot 1484 in gebruik is geweest Het kerkarchief uit de rooms- katholieke tijd is niet bewaard geblevenzodat van andere bronnen gebruik moest worden gemaakt Kijckgau Veere is halverwege de 13e eeuw als vissersgehucht ont staan. Tegenover de huidige Kapellestraat bouwden de eer ste bewoners aan de haven een kapel, die aan Sint-Paulus werd gewijd. Komend vanuit het gebouwtje had men goed zicht op het Veersegat, waardoor men even gauw kon kijken of de vissers al in aantocht waren. Hierdoor kreeg de kapel de naam KAPEL KYCMGAÜ. Kijckgau1. Veere viel toen onder de parochie van het aangrenzende dorp Zanddijk, waar ook bij kasteel Zanden- burg een door Wolfert van Borsele (t 1299) gestichte huiskapel stond2. Door de sterke toename van het aantal inwoners in de eeuw erna raakte de kapel aan de haven te klein, waardoor men genood zaakt was een kerk te bouwen. Bovendien wilden de Veerenaren dat de plaats een zelfstandige parochie zou worden. Stichting De stichting van de parochiekerk vond plaats op Maria- Lichtmis (2 februari) 1347, toen Wolfert III van Borsele, heer van Veere en Zandenburg, en zijn oom Klaas van Borsele, heer van Brigdamme, met toestemming van de parochiepriester van Zanddijk overeenkwamen dat in Veere een parochiekerk gesticht zou worden, waarvan de parochie van Zanddijk afgesplitst zou worden, en wel zo dat de bewoners van Veere en die van kasteel Zanden burg tot de parochie van Veere zoudén behoren. Tevens regelden ze de uitoefening van beider collatierechten en andere rechten in deze twee kerken. Dat laatste deden ze ook voor de kerken van Vrouwenpolder en Sint Katherij- nekerke (Borsele), en de kapel van Zandenburg3. Op 9 juni 1348, de dag na Pinksteren, bekrachtigde Zweder uter Loe, kanunnik te Utrecht, als vicaris-generaal van bisschop Jan van Utrecht, de scheiding van de kerken van Zanddijk en Veere, en de vaststelling van de parochiegrenzen, zoals dat het jaar ervoor in een oorkonde was vastgelegd4. Wolfert en Klaas van Borsele Wolfert III van Borsele is rond 1313 geboren als zoon van Wolfert II, heer van Veere en Zandenburg, en Aleid van Henegouwen, bastaarddochter van graaf Jan II van Hol land en Henegouwen. Door een weloverwogen politiek waren zijn ouders en grootouders erin geslaagd de grond slag te leggen voor de aanzienlijke positie en rijkdommen van het geslacht. Wolfert werd page aan het hof van graaf Willem III en in 1337 was hij ridder. Na de dood van zijn vader beleende gravin Margaretha hem in 1346 met de stad en heerlijkheid van Veere. Hij liet de plaats voorzien van poorten, muren en grachten, waarna stadsrechten werden verleend. Wolfert trouwde met Hadewich Bot van der Eem, het vierde en jongste kind van Gijsbert II van der Eem en Margaretha van Arkel. Tijdens de zeeslag bij Veere in juni 1351 is hij gesneuveld, of gewond geraakt en kort daarna overleden5. Klaas I van Borsele, heer van Brigdamme, was de jong ste zoon van Wolfert I van Borsele, heer van Veere en Zandenburg, en Sybille van Praet. Hij kreeg een opleiding tot ridder aan het hof van graaf Willem III. De polder Oosterland bij Zierikzee liet hij bedijken en in Brigdamme stichtte hij een kapel. Hij overleed in 1357 en werd in het Tertianenklooster in Middelburg begraven. Hij was gehuwd met Johanna van Zevenbergen6. Gotische stijl Net als alle andere kerken op Walcheren werd de paro chiekerk op een kreekrug gebouwd, zodat de inwoners bij extreem hoge waterstanden daar een veilig heenkomen konden vinden. J.J. van der Horst schrijft in 1864 in zijn artikel 'Kerkelijk Veere' dat de kerk aan de H. Maagd Maria werd toegewijd, onder de titel Onze-Lieve-Vrouw ter Sneeuw. Hij omschrijft hem als: 'Een ruim gebouw, Nehalennia - voorjaar 2022 - nr. 215 met drie beuken, uit Zeeuwsche moppen in eenvoudigen spitsbogen-stijl opgetrokken. Volgens hem werd de kerk in 1348 door paus Clemens VI, die toen in Avignon zetelde, tot parochiekerk verheven en met veel aflaten en gunsten verrijkt voor allen die haar zouden begiftigen of bezoe ken7. Bij de beschrijving van het uiterlijk van de kerk baseert Van der Horst zich op afbeeldingen van het koor van de Grote Kerk zoals dat te zien is op prenten en schilderijen van vóór de brand in 1686. Algemeen gaat men ervan uit dat de oude kerk als koor voor de Grote Kerk heeft gediend8. De rekeningen van de Utrechtse dom vermelden in Veere in de periode 1419-1480 vier vicariën, twee in de paro chiekerk en twee in de kapel van Zandenburg9. De vicarie was in de middeleeuwen een afgezonderd vermogen, waarvan de opbrengst bestemd was voor het levenson derhoud van een priester. Deze was verbonden aan een bepaald altaar en moest daar een of meerdere missen opdragen, in gebeden bepaalde personen gedenken en eventueel nog andere in de stichtingsbrief opgedragen taken uitvoeren. Van der Horst vermoedt dat de dienst werd waargeno men door een pastoor en een kapelaan10. Zij woonden tegenover de kerk in een gedeelte van de Kapellestraat dat 'Papestraaf werd genoemd, een naam die na de Franse Tijd in onbruik is geraakt. Een aflaat en bisschop Rudolf Op 2 juni 1435 lezen we in de archieven van het Vaticaan dat paus Eugenius IV een verzoek van ridder Henricus, (Hendrik IV van Borsele, heer van Veere en Zandenburg), had ingewilligd, waarbij hij had verzocht dat de vrome deel nemers aan de plechtige processies, die op Witte Donder dag, Paaszondag en acht dagen daarna in Veere plaatsvon den, met een aflaat van zeven jaren en zeven quadragenen (periode van 40 dagen) begunstigd zouden worden11. Van der Horst schrijft in zijn artikel dat men in 1405 begon met de bouw van de Grote Kerk, die in 1435 in ge bruik genomen werd. Vervolgens schrijft hij dat bisschop Rudolf van Utrecht in 1437 naar Veere kwam om hem en de altaren te consacreren. Hij baseert zich daarbij op de (verloren gegane) stadsrekening van laatstgenoemd jaar, waarin de volgende post staat opgenomen: 'Item ghegheu- en den Biscop die hier die kercke en die outaers wiede van coste bouen tander dat die kercke gaf - XIX Sch. gr.'12. Van der Horst trekt hier een verkeerde conclusie. Omdat de toren van de oude parochiekerk pas in 1482 is afgebro ken, kan hier geen sprake van de inwijding van de Grote Kerk zijn13. Mogelijk moeten we denken aan een nieuwe kerk op Zanddijk of de inwijding van de Gasthuiskerk aan de Veerseweg. Een gebrandschilderd raam In 1446 leverden Jan die Kokelaere en zijn zoon op kosten van Hendrik van Borsele een gebrandschilderd raam voor de kerk. Samen met het drinkgeld bedroegen de kosten 4: 12 3 gr. Vlaams14. Van der Horst schrijft dat het een geschilderd raam was met heiligenbeelden, waaronder volgens Boxhorn dit versje stond: Heer Henrick, Heer van deser Stede, Dese glasen maecken dede Admirael ghenerael des Koninckrijckx Is hy op die Zee van Vranckrijckx. MCCCCxlvj men doen schreef. Ian de Boelaer dit werck bedreef15. Bedevaart Hendrik IV van Borsele behoorde tot de hoogste adel in ons land en was Ridder in de Orde van het Gulden Vlies. Hij was grootgrondbezitter, bekleedde hoge functies in dienst van de landsheer en had een familiaire band, of was bevriend, met de voornaamste Europese vorstenhuizen. Onder hem kon Veere uitgroeien tot een van de grootste transitohavens in ons gewest. In februari 1450 vertrok hij samen met zijn zoon Wolfert voor een bedevaart naar Rome16. Vermoedelijk heeft hij tijdens deze pelgrimstocht de paus verzocht de Veerse parochiekerk tot collegiale kerk met 12 kanunniken te verheffen. Zijn verzoek werd ingewilligd en op 26 augustus 1452 lezen we in de archie ven van het Vaticaan dat paus Nicolaas V de abt van Sint- Michael te Antwerpen, de deken van Sint-Pieter te Leuven en de deken van Sint-Pieter te Middelburg tot uitvoerders van dit besluit had benoemd17. JMMC. r lm KiJUf Writ aanrtn* mk ilvaMtwft ol Gezicht op een deel van de stad Veere, kopergravure door Pieter Bast, Zeeuws Archief, Zeeuws Genootschap, Zelandia Illustrate, deel II, nr. 992. (15 i Eew.) Oost ~*i) Ü.e. Plattegrond van de kapel Kijckgau. Van der Horst, Kerkelijk Veere, t.o. pag. 212.] Portret van Hendrik IV van Borsele. Miniatuur in een statutenboek van de Orde van het Gulden Vlies. Den Haag, Koninklijke Bibliotheek, hs. 76E10, folio 60 verso.

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2022 | | pagina 3