‘Langzaam verwijderen zich zijn voetstappen
m
0
ff
Nehalennia herfst 2022 nr. 217
■s
Jan Ko uwen
12
Sinds ongeveer 1780 woont in Oud-Vossemeer Levi Laza-
13
Schrijven over ‘de Joodse gemeenschap’ op het eiland Tho-
len is eigenlijk een onmogelijkheid. Niet dat er geen Jood
se inwoners zijn geweest, maar het waren er simpelweg te
weinig om van een gemeenschap te kunnen spreken. Al
dacht men daar eind 18e begin 19e eeuw zelf anders over.
Maar volgens Pinkas woonden er op het hoogtepunt, in
1840, maximaal 28 joden op het eiland.2 Op een bevol
king van 8.522 is dat maar net 0,3 procent. En terwijl de
bevolking van het eiland steeg tot 11.805 in 1930, nam
het aantal Joodse inwoners af tot één. Het volgende is dan
ook niet het verhaal van een gemeenschap. Niet dat er
geen pogingen zijn gedaan om een echte’ Joodse gemeen
schap te doen ontstaan; vooral Levi Lazarus Van Broek
(1761-1831) heeft zich hiervoor ingezet. Maar uiteindelijk
mislukte het en gaat het hier dus over een aantal personen
die samen iets gemeenschappelijks hadden: hun joodszijn.
Oud-Vossemeer
Het was een dorp met een gespleten gemeenschap’. Een
klassiek verzuild levenrooms-katholieken en protestan
ten leefden er lange tijd naast elkaar en niet met elkaar.
Zo waren er bijvoorbeeld twee rederijkersverenigingen:
‘De Eendracht’ en ‘Sint JosefOud-Vossemeer was een
hoge heerlijkheid, wat wil zeggen dat de schepenen recht
konden spreken over halszaken, derhalve lijfstraffen opleg
gen en doodvonnissen vellen. Het verhaal gaat ook dat het
hoogstwaarschijnlijk de plaats is waar de voorouders van
de Amerikaanse familie Roosevelt vandaan komen. Het
heeft het dorp in ieder geval het ‘Four Freedoms Monu
ment’ opgeleverd.
dan komen we hen regelmatig tegen. Zo kopen ze op 4
januari 1793 van Pieter van den Bogaard een huis en erf
voor 102 ponden en 10 schellingen (buurtschap Kalis-
buurt); Op 19 februari 1793 van Wilhelmus Smits een huis
voor de prijs van 170 ponden. Op 26 mei 1794 verkopen
ze het eerste huis aan Pieter Smits voor hetzelfde bedrag
als waarvoor ze het kochten. Het andere huis ‘binnen
de Ring’ wordt op 18 januari 1796 verkocht aan Jacob
Linthout Dignuszn. Voor 241 pond, 13 schellingen en 4
penningen.
Voor Joods Tholen en Joods Bergen op Zoom hebben
deze twee heren, die vanaf 1811 met de achternaam ‘Van
Broek’ door het leven gingen, dan ook zeer veel betekend.
En wat zeer interessant is: als men naar de parenteel - de
meest uitgebreide vorm van afstammingsonderzoek - van
beide heren kijkt kom je opvallende dingen tegen. Zo valt
de ‘mobiliteit’ op. Veel van de afstammelingen van Levi
Lazarus zijn in Noord-Brabant en Zeeland terug te vin
den, maar ook elders in het land. Bij de ‘Bergse tak’ is het
anders. Mozes, een zoon van Salomon, komt in Londen
terecht. Salomons kleinzoon Jacob gaat naar Bordeaux.
Daarnaast zijn er nog ‘Van-Broek-afstammingssporen’ te
vinden in de Verenigde Staten, Zuid-Afrika, Brazilië en
Indonesië.
Verderop in dit verhaal komen we de ‘Van Broek’-en nog
wel een aantal keren tegen, maar laten we teruggaan naar
Oud-Vossemeer. Daar komt, rond 1839 nog een andere
joodse naam voor: Stokvisch. Eva David Cohen (±1805),
getrouwd met Joseph Raphael Stokvisch (Amersfoort,
1786 - Rotterdam, 1853) bevalt op 3 november 1839 van
een dochter, die de naam Sibora krijgt. Het gezin verhuist
al voor 1843 naar Rotterdam. Sibora trouwt in 1870 met
de sigarenmaker Emanuel Andriesse (Ouderkerk a/d
IJssel, 8 jul. 1845). Het echtpaar Stokvisch-Cohen krijgt
nog een zoon: Raphael Joseph (Rotterdam, 7 aug. 1843-
Rotterdam, 8 dec. 1924), die in Rotterdam in 1869 met
Rebecca Wessel trouwt en daar als hotelier werkzaam is
geweest. We komen de naam Stokvisch in de eerste helft
van de negentiende eeuw ook tegen in Kloetinge (1825-
1827) en Middelburg (1847-1848)
Vanuit de oostkant van het eiland steken we nu over, waar
bij we Sint Annaland rechts en Sint-Maartensdijk links
laten liggen en gaan naar het bijna meest westelijke deel
van het eiland; naar Stavenisse.
■1
rus met zijn vrouw Hester Levi Wassenaar. Levi Lazarus
is afkomstig uit Wallhausen, een plaatsje in de omgeving
van Bad Kreuznach aan de Nahe. Zijn vijf jaar jongere
vrouw zou in februari 1765 te Waalwijk geboren zijn. Na
de geboorte van hun zoon (Levie, 1791) vertrekt het gezin
aan het eind van de 18e eeuw naar Bergen op Zoom, maar
ze keren vrij snel weer terug naar het eiland en gaan dan
op Scherpenisse wonen.
De broer van Levi Lazarus, Salomon Lazarus, heeft in die
periode (1781-1791) ook in Oud-Vossemeer gewoond. Hij
is in 1790 getrouwd met Kaatje Levy en het echtpaar krijgt
daar gezinsuitbreiding: een dochter met de naam Jeanne
Lazarus (1791). Het gezin vertrekt in 1791 naar Bergen op
Zoom. Om zich daar definitief te kunnen vestigen heeft
Salomon Lazarus wel een verklaring van goed gedrag
nodig. Dat blijkt geen probleem te zijn. Op 13 septem
ber 1791 krijgt Salomon deze verklaring van de Baljuw
- Willem Pieter Catshoek - en schepenen van de hoge
heerlijkheid van Oud-Vossemeer. In 1794 wordt de tweede
dochter geboren: Elisabeth/Isabelle Lazarus.
Het is te Bergen op Zoom dat de dochter Jeanne Lazarus
op 26 maart 1818 onder de choepa - het huwelijksbal
dakijn - staat met de uit Eindhoven afkomstige Salomon
Mozes Bloemendaal. Vermoedelijk op de zolder van de
Boterwaag op het Zuivelpleintje, omdat deze sinds 1793
als synagogeruimte was ingericht. De inwijding van de
eerste ‘echte’ Bergse synagoge was pas op 1 Elloel 5593
oftewel 16 augustus 1833.
De moeder van Jeanne heeft dit niet meer mee mogen
maken. Zij is al in 1795 overleden. Salomon trouwde voor
een tweede maal. Nu met de uit Bladel afkomstige Eva/
Jochebed b. Adries (1773). Dit huwelijk werd gezegend
met negen kinderen.
Salomon Lazarus Van Broek (1760-1853) heeft als lid en
bestuurder van de Joods Bergse gemeente financieel sterk
bijgedragen aan de bouw van de synagoge van 1833. Op
zijn grafsteen - hij ligt begraven op de joodse begraaf
plaats aan de Bergsebaan 25 te Bergen op Zoom - staat:
De heer, de rijke, geliefde, oude en vereerde Parnas en
bestuurder de weled. heer Sjlomo, zoon van de weled. Fliëzer
fon Broehk en de naam van zijn moeder is Feier.7
Beide heren - Levi Lazarus en Salomon Lazarus - zijn in
de periode 1793 tot en met 1796 actief op het gebied van
onroerend goed. Kijken we alleen naar het eiland Tholen
Een andere naam op de eerder genoemde lijst is Simon
Lion (of Levie), gehuwd, koopman, 42 jaar en wonende te
Nieuw-Vossemeer.3 Daar is zijn zoon Levi geboren.4 Hoe
veel joodse inwoners het eiland Tholen in die dagen heeft
is niet met zekerheid vast te stellen. Bijna twintig jaar later,
in 1815, zijn het er wat Tholen-stad betreft in totaal negen.
Dat is het aantal volgens de opgave van Zadok Levi van
Oss. Hij, als administrateur der Israëlitische gemeente van
het arrondissement Zierikzee, meldt dit aan de parnassijns
(bestuurders) van de Hoofdsynagoge te Middelburg. De
Joodse gemeenschap Zierikzee valt in die dagen organi
satorisch onder ‘Middelburg’.5 Van Oss laat ook weten dat
hij van Sint-Maartensdijk, Scherpenisse en Sint-Annaland,
die tot het arrondissement Zierikzee behoren geen opgave
heeft omdat ‘de heer L. Van Broek te Scherpenisse weigert
de opgave te doen van deeze 3 gemeenten. '6
Na deze informatieverstrekking komt ‘den Commissaris-
Generaal, belast met de zaken der Hervormde Kerk’
(sic!), bij schrijven van 28 december 1816 (nr. 3860/1744)
met het definitieve besluit dat er binnen het ‘ressort der
Nederlandsche Israëlietische Hoofdsynagoge te Middel
burg’ een ‘kerkgang of ringsynagoge te Zieriksee zou worden
opgericht. Tot die ringsynagoge kwamen te behooren de
Israëlieten, wonende te Zieriksee, Nieuwerkerk, Renesse,
Tholen, Scherpenisse en St-Maartensdijk en die, welke elders
op de eilanden Schouwen, Duiveland en Tholen mochten
zijn gevestigd.’ De ringsynagoge telt bij haar start in totaal
64 personen - 35 mannen en 29 vrouwen - verdeeld over
18 huisgezinnen, waarvan 7 huisgezinnen op het eiland
Tholen. De conclusie dat er getalsmatig niet echt van een
joodse gemeenschap op Tholen kon worden gesproken
lijkt dus aardig te kloppen. Zeker als men bedenkt dat
men voor het houden van ‘godsdienstige bijeenkomsten’
het minjan nodig had: 10 volwassen (boven de 13 jaar)
mannelijke personen.
Wanneer we plaatselijk gaan kijken naar de Joodse aanwe
zigheid op het eiland dan beginnen we ons rondje met als
vertrekpunt Oud-Vossemeer. Historisch gezien konden we
daar de eerste Joodse inwoners tegenkomen. Tenminste
voor zover we nu weten.
Cohen, Wassenaar, Van Minden, Emanuels, Van Broek,
Simons, Melger, Levi en Morel. Dit zijn enkele van de
namen van joodse personen die, vanaf het laatste kwart
van de achttiende eeuw, korte of langere tijd het eiland
Tholen hebben bezocht of bewoond. Asjkenazische joden,
oorspronkelijk afkomstig uit Oost-Europa, die rond 1600
naar het huidige Nederland waren gekomen.
Rondtrekkende Joodse handelaren waren - net als alle
andere marskramers - verplicht om zich te melden bij de
plaatselijke autoriteiten van de plaats waar zij verbleven.
Werden zij toegestaan te handelen dan kregen zij in ruil
voor hun paspoort een veiligheidskaart die maximaal
veertien dagen geldig was, maar steeds verlengd kon
worden. Hierdoor weten we dat Meijer Levi van Was
senaar, Mozes Cohen en Mozes Levi van Muiden aan het
begin van de 19e eeuw met enige regelmaat op het eiland
verbleven.
De eerste geboren eilandelijke Tholenaar met een joodse
achtergrond is, voor zover we kunnen nagaan, Levi Salo-
monszoon Lazarus. Zijn vader staat op de ‘Namenlijst voor
dienstplicht of contributie in aanmerking komende perso
nen, wonende in de dorpen van het eiland Tholen en Sint
Philipsland’, uit 1797/98. Hij is volgens de gegevens dan 36
jaar oud en slager te Scherpenisse.
En net als in de rest van Nederland verliep de vestiging
op het eiland niet gemakkelijk. Want, ondanks de op 2
september 1796 formeel afgekondigde burgerlijke gelijk
stelling van de joodse bevolking kunnen er op het eiland
Tholen bewijzen van anti-joodse sentimenten teruggevon
den worden. Helaas wijkt Tholen dan ook niet positief af
van de rest van de Nederlanden. Zo wordt op de zevende
van de lentemaand 1809 de bevolking ‘gewaarschuuwd om
bedagt te zijn in het koopen ofhuueren van loten’ die aange
boden worden door voornamelijk ‘zwervende Jooden en
andere landlopers’. Toch was het klimaat blijkbaar niet zo
sterk anti-joods dat leden van deze bevolkingsgroep zich
niet op het eiland wilden of konden vestigen.
Joodse aanwezigheid op het eiland Tholen (1e deel)
Groeten uit öud Vossemeer
Oud-Vossemeer, ZB -PB 1490/10003.
Kalis buurt, Oud-Vossemeer.
Oud-Vossemeer, ZB-PB 17433/03571.
I I 1 F