m
Nehalennia winter 2022 nr. 218
17
16
Tholen-stad
In het jaar 1815 vraagt Salomon Lazarus Van Broek - de
‘Bergse tak’ - toestemming om, in navolging van zijn broer
in Sint-Maartensdijk, ook in Tholen-stad een bank van
lening te mogen oprichten. Ook hier geeft het gemeen
tebestuur haar toestemming. En ook hier gaan lenen en
gokken hand in hand. Ook Salomon verkoopt loten.
De bank wordt vanaf 1822 geleid door de zoon van Sa
lomon: Levi Salomon Van Broek (1799-1849). Hij is ge
trouwd met Eva Jacob Fles (1797-1882), dochter van Jacob
b. Jacob Fles en Rachel b. Aron Dietz. Het echtpaar krijgt
er zes kinderen. Daarvan overlijden er twee binnen hun
eerste levensjaar.
Tot aan 28 juni 1830 was de bank van lening gevestigd
in het pand B 188 (aan de buitenbocht van de Oude-
landsestraat en de Oudelandsepoort). Op die datum wordt
het pand voor 900 gulden gekocht door de Nederlandse
Terug naar de Joodse inwoners: de al eerder genoemde
familie Levi/Lion. Simon Levi en zijn vrouw Esther Levi
hebben enige tijd, samen met hun zoon Levi Lion in Sint-
Maartensdijk gewoond. Zoon Levi trouwt daar op 22
maart 1838 met de uit Fijnaart afkomstige Matje Simons.
Ze is de dochter van Benjamin Simons en Sara Joseph.
Voor Matje is het haar tweede huwelijk. Ze is de weduwe
van Levie Van Broek (overl. 12 april 1837). Levie is de
zoon van Levi Lazarus Van Broek en Esther Levi Wasse
naar. Matje is 49 jaar als ze met Levi Lion trouwt.
Beiden blijven de rest van hun leven in Sint-Maartensdijk
wonen, waar Levi als 'vleeschhouwer werkzaam is. Levi
Lion overlijdt op 15 december 1879 en zijn vrouw twee
jaar later op 27 december 1881. Omdat het eiland Tholen
geen eigen Joodse begraafplaats heeft zijn beiden buiten
het eiland begraven: op de Joodse begraafplaats te Bergen
op Zoom. Men kan hier indirect wel uit afleiden dat de
band met Joods Bergen op Zoom hechter was dan met één
van de Joodse gemeenten in Zeeland.5
Nog een familie: Zendijk - Mozes David Zendijk (Leeu
warden, 1821) en echtgenote Trijntje Simon Polak (Am
sterdam, 1824). Ze hebben - net als Levi Lion en Matje Si
mons - ook in Sint-Maartensdijk onder de choepa gestaan:
op 5 juli 1855. Het is eveneens voor Trijntje haar tweede
huwelijk. Eerder was ze in Amsterdam getrouwd (1844)
met Menkes Daniel Frank. Deze overleed op 10 november
1853 en liet haar met twee jonge kinderen achter: Grietje
Menkes (1849) en Simon (1851).
Ruim een jaar later wordt bij het echtpaar Zendijk-Polak
dochter Sara (26 augustus 1856) geboren. Helaas overlijdt
haar moeder Trijntje - op 20 maart 1858 - als Sara nog
geen twee jaar oud is.
Haar vader hertrouwt datzelfde jaar - op 7 oktober 1858
- met Aaltje Wolf Machoel (Bergen op Zoom, 1828). Het
gezin wordt groter: Johanna (1859), David (1860), Esther
(1861), Fronica (1863) en Heintje (1866). Op 17 juni 1867
vertrekt het grote gezin naar Zierikzee, waar ze gaan wo
nen op het adres Visstraat 11Daar worden nog twee kin
deren geboren: Samuel (1867) en Hartog (1868). De laatste
overlijdt na ruim twee maanden.
In Zierikzee heeft Mozes Zendijk een winkeltje in manu
facturen en handelt hij in goud- en zilverwerken. Helaas
is niet alles succesvol en wordt door de arrondissements -
1920). Ook bij dit gezin zie je dat er in de eerste helft van
de negentiende eeuw nog steeds sprake is van een vrij
hoge kindersterfte.
In de ‘Staat van personeel der bijkerk der Israeliten te
Scherpenisse eiland Tholen pro 1825’ staat over Josef Mar
cus geschreven: 'Een slachter. Moet voor zijn huijsgezin wel
zijn best doen. '10 Wat dat betekent kan men zich met zo’n
groot gezin wel voorstellen. Op het eiland Tholen waren
de bestaansmiddelen voor een (Joodse) slager toch wel
beperkt. Daarnaast had hij wat betreft het Joodse kosjere
slachten in die dagen minimaal van drie geloofsgenoten
concurrentie: Mozes Van Broek te Stavenisse, Abraham
Simons te Sint Maartensdijk en de eerder genoemde Levi
Lion. Er was voor dit gedeelte van zijn beroepswerkzaam
heden geen afzetmarkt: alleen het eigen gezin natuurlijk
wel.
En dat concurrentie soms hard tegen hard gaat blijkt in
1822. Op 12 juli van dat jaar is hij gedaagde bij de Recht
bank van Eerste Aanleg te Zierikzee. Hij wordt beschul
digd van het beledigen van koopman Israël de Winter en
'slagen met een stok toegebragt’ te hebben. Dit incident had
plaats in het huis van Benjamin Melger in Scherpenisse.
Gelukkig voor hem wordt hij vrijgesproken en moet de
eiser - Benjamin Melger dus - de proceskosten van
13,001/2 betalen.11 Opnieuw zien we hier dat men er za
kelijk gezien geen moeite mee had om een geloofsgenoot
voor de rechter te dagen.
Het gezin blijft uiteindelijk niet op het eiland wonen. Ze
vertrekken op 29 juni 1842 en vestigen zich op Zuid-
Beveland, in de stad Goes. Daar lijken meer mogelijkhe
den te zijn: zowel economisch als geestelijk. Het nieuwe
woonadres is de Lange Vorststraat C 252. In diezelfde
straat bevindt zich de synagoge. Dat betekent dat er door
de grootte van de gemeenschap meer afzetmogelijkheden
zijn. Ook de perspectieven voor een goede joodse opvoe
ding en opleiding zijn goed, want een jaar later sticht men
er een joodse school. De derde van Zeeland. Bijna vijf jaar
woont Marcus in Goes. Op 15 juni 1847 overlijdt hij; niet
te Goes maar te Bergen op Zoom. Zijn twaalf jaar jongere
echtgenote blijft met haar kinderen wel in Goes wonen en
zij overlijdt daar bijna 25 jaar later op 10 maart 1872.
Terug naar het eiland Tholen gaan we naar Tholen-stad.
Sint-Annaland
In het na 1476 door Anna van Bourgondië gestichte
dorp woont in 1818, Marcus Joseph Nathan (1771, Kapel
Avezaten) die getrouwd is met Cornelia Jacobs (1796,
Zierikzee). Cornelia is de dochter van Gerrit b. Jacob en
Schoontje b. Lazarus Van Broek. Marcus is evenals Levi
Lion in Sint-Maartensdijk vleeschhouwer/slager van be
roep. In het archief van de Zierikzeese hypotheekbewaar
der 1811-1838 staat hij in 1821 vermeld als schuldenaar.
Vermoedelijk betreft het een hypotheek op het huis en erf
kadastraal bekend (1832) onder B 142, groot 0,0181 hecta
re.9 Het is daar dat hun tien kinderen worden geboren. Dit
is de lijst: Sara (1819-1907), Jozina Markus (1821-1865),
Neeltje Markus (1824-1900), Jozef (1826-1826), Gerrit
Marcus (1827-1899), Jozeph (1829-1842), Roosje (1832),
Hendrina (1834-1873), Kaatje (1836-1836) en Levi (1837-
die het plafond stutte beperkte het spel toch wel enigszins.
Tot 1936 hebben Jacob en Sara het café uitgebaat, al was
het voornamelijk Jacob die het café bestierde. Sara kwam
alleen als het er erg druk was. Een van de twee dochters
- Maria Johanna Wilhelmina (1892) - trouwt in 1925
met Dingenus Louis Hage. Hij koopt het pand om er een
meubelzaak in te vestigen. In 1998 heeft het pand nog een
rol gespeeld in de geplande uitbreiding van het er naast
gelegen gemeentehuis.
En dan is er nog het verhaal van de ARP-politicus Hans
Heinrich Schuller; burgemeester van Sint-Maartensdijk
vanaf 1936. Hij heeft er tijdens de oorlog, ondanks de
verplichte afgifte van het bewijs 'betreffende den aanmel
dingsplicht van personen van geheel of gedeeltelijk joodschen
bloede (van 26 februari 1941), toch mede voor kunnen
zorgen dat Sara niet op transport is gesteld. Het van de
Joodse Raad ontvangen telegram van 21 mei 1942 had
daarvoor een korte maar duidelijke tekst: 'Mogen blijven.
Toch werd ook Sara Rijnberg - Van Broek - evenals vele
andere Tholenaren - uiteindelijk gedwongen het eiland te
verlaten toen de Duitse bezettingsmacht besloot om het
eiland onder water te zetten. Jacob en Sara vertrokken in
1944 naar Bergen op Zoom. Daar zijn beiden nog dat
zelfde jaar overleden.
We verlaten Sint-Maartensdijk, trekken naar het noorden
en komen aan in Sint-Annaland.
rechtbank van Zierikzee op 1 juni 1875 het faillissement
uitgesproken. Op 20 juni 1882 vertrekt het gezin naar
Brussel. Ze keren uiteindelijk terug en vestigen zich te Ber
gen op Zoom. Daar overlijdt Mozes op 29 januari 1903.
We komen nog even terug op Sara. Het is curieus dat de
Eendrachtsbode van 25 november 2005 stelt dat ze een
oorlogsslachtoffer zou zijn. Volgens de gegevens van het
Zeeuws Archief overlijdt Sara eerder: op 31-jarige leeftijd
te Zierikzée in het kraambed bij de geboorte van haar
dochter Mietje Frenk en wel op 25 december 1887. Op
haar grafsteen op de Joodse begraafplaats staat (uiteraard
in het Hebreeuws):
'Een krachtige vrouw was Sara, een kroon van haar man.6
Hier is geborgen mevr. Sara dochter van dhr. Mozes Zendijk
vrouw van dhr. Nathan zoon van Abraham Frenk en zij
overleed 11 Teweth en werd begraven 12 Teweth in het jaar
648 naar de kleine telling. Moge haar ziel gebonden zijn in
de bundel der levenden.
De kleine telling betekent hier dat men het eerste getal van
de Joodse jaartelling heeft weggelaten. De vijf dus. Om de
Joodse jaartelling globaal om te rekenen naar de gebruike
lijke jaartelling trekt men er 3760 of 3761 jaar vanaf.7
Een andere joodse ‘import’-inwoner van Sint-Maartensdijk
komen we aan het eind van de negentiende eeuw tegen.
Het is de op 28 februari 1862 in Zierikzee geboren Wilhel-
mina/Willemina van Kloeten. Op 29 augustus 1894 is ze
daar (in Zierikzee) getrouwd met de uit Sint-Maartendijk
afkomstige Jacob Van Broek (30 oktober 1866). Jacob is
de zoon van Levie Van Broek en Mientje Frank[e]. De va
der van de bruid is Benjamin van Kloeten (winkelier van
beroep). De moeder: Sara Henoch Frenk. Het echtpaar
Van Broek-van Kloeten gaat wonen in Sint-Maartensdijk
en krijgt op 4 juni 1895 een dochter: Mietje Levina Van
Broek. Het meisje overlijdt helaas op 3 september 1895.
Op 12 januari 1896 overlijdt de vader van Jacob: Levi Van
Broek, geboren te Sint-Maartensdijk op 29 oktober 1813.8
Het echtpaar is daarna vrij snel vertrokken. Eerst naar
Amsterdam en vandaar naar Utrecht. Twee zonen kreeg
het echtpaar: Benjamin (Amsterdam, 17 mei 1899) en Sa
lomon (Utrecht, 2 oktober 1902). Vader Jacob heeft enige
tijd het slagersvak uitgeoefend (zoals zijn vader, maar
nadat het echtpaar op 30 september 1907 naar Leiden is
verhuisd (Stille Rijn 8), blijkt hij een 'agentuur papierhan
del’ te hebben. Tenslotte zien we dat hij in 1926 als 'han-
delsreiziger’ teboekstaat. Willemina is er pensionhoudster
en overlijdt in Leiden op 26 oktober 1930. Haar man Jacob
komt op 12 juli 1940 te overlijden. Beiden liggen begraven
op de Joodse begraafplaats te Katwijk.
Het echtpaar Van Broek-Frank[e] had naast de genoemde
zoon Jacob nog een dochter: Sara. Zij werd geboren op 18
december 1858 en trouwde in 1890 met de niet-Joodse
schoenmaker Jacob Rijnberg (Sint-Maartensdijk, 3 decem
ber 1859), zoon van Willem Rijnberg en Maria Johanna
Seijs. Beiden zijn opgegroeid in dezelfde straat: In de
Schoolstraat was zowel de slagerij van Van Broek als de
schoenmakerswinkel van Rijnberg gevestigd. Begin 20ste
eeuw veranderde Jacob gedeeltelijk van beroep en begint
een café in het pand dat toen nog Schoolstraat A239 was.
Café Rijnberg werd wijd en zijd bekend. Misschien ook
wel omdat het er een beetje lastig biljarten was. De pilaar
Sint-Annaland, ZB F70624.
Sara van Broek
(1858-1944).