Laot oos Limburgs Limburgs blieve... Pierre Bakkes Vastelaovend vieren we al eeuwen, in Zuid-Nederland. Rond 1775 kwamen waarschijnlijk zeer gevormde Maastrichtenaren tijdens die dul daag bij elkaar om quasi academisch met elkaar te debatteren. Eén tekst uit die traditie heb ben wij nog, in 18e-eeuws Maastrichts: het zogenaamde Sermoen, een preek. Het is de oudste tekst die echt bedoeld is als dialecttekst in de taal die later 'Limburgs' genoemd zou gaan worden. In het Sermoen wordt gezegd hoe slecht het met het Maastrichts gesteld is. De aw moeyer (in hedendaags Maastrichts de aw mojer) klaagt over het verval van die mooie oude taal: de kinderen spreken meer Frans, Duits en Engels dan Maastrichts. Zelfs laten zij zo nu en dan een Hollands woord uit hun mond vallen wie ein pairdskeutel in ein geut. Volgens de on bekende preker zorgen de 18e-eeuwse Maastrichtenaren slecht voor 't Mastreechs (thans: Mestreechs). De 20e-eeuwse Limburgers doen het hopelijk beter dan hun voorvaderen, al zijn er weinig verwijten te maken: het Limburgs is tot op heden een zeer levende taal gebleven! In 1926 werd Veldeke opge richt, de vereniging die de in-standj-hajing vanne Limburgse volkscultuur enin 't bizónjer de dialekte tot doelstelling heeft. De vereniging heeft al jaren rond de 3600 leden. Het is een vereniging die in Nederlands en Belgisch Limburg haar werkgebied heeft; in feite is de Belgische tak tot op heden erg zwak. Vanaf 1997 worden er pogingen gedaan om een Veldeke-afdeling-Belgisch-Limburg op te richten in Maaseik. Veldeke heeft kringen opgericht in elf grotere Limburgse plaatsen. In die kringen komen de leden geregeld bij elkaar om de zorg op lokaal niveau over te nemen. In moderne termen: Veldeke Limburg is een top down vereniging met lokale kringen op elf plaatsen. Veldeke geniet een tamelijk grote naams bekendheid in Limburg. De lokale krin gen timmeren behoorlijk aan de weg. Men werkt daar aan de lokale taken: men zorgt er voor gezellige avonden (minstens acht per jaar) met muziek en voordracht, men zorgt voor de uitgave van lokale woordenboeken, van lokale cd-opnamen met goede teksten, voor literaire en/of populaire uitgaven in regionale varianten, voor teksten in kranten. In een aantal gevallen overleggen de Veldekekringen met de plaatselijke overheid: als er lokale benamingen gegeven moeten worden, maar ook als het dialect merkbaar in het onderwijs wordt opgenomen. De vereni ging Veldeke vindt overigens dat ze nog veel te weinig geraadpleegd wordt. In februari 1997 is het Limburgs erkend als minderheidstaal in Nederland. Tot hier toe is dat de grootste prestatie die Veldeke-Limburg geleverd heeft. In België geldt deze toestand niet. De erkennin heeft duidelijk bewustmakend gewerkt: 'Limburgs is een taal!' is een argument dat nu vaak te horen is. Met de nodige zelf bewustheid wordt dit argument gebruikt door degenen die zich tot in 1997 onder schikten, vaak tegen wilen dank. Veldeke-provinciaal richt zich op de bovenregionale wensen van de taalemanci-

Tijdschriftenbank Zeeland

Noe. 'n bitje uut 't zuudwesten | 1998 | | pagina 40