"IK ZORG DAT HET
HELE CIRCUS DRAAIT"
6
7
Muzikanten kunnen niet
zonder secondanten. Op
de weg naar roem zijn
studiobazen, muziekdo
centen, roadies, mana
gers, zaaleigenaren en,
niet te vergeten, fans
onmisbaar. In deze serie
zet Noot de mensen aan
de zijlijn in de schijnwer
pers.
Deze keer: de manager
van Wolfclan Sister.
Naam:Ruud Sprong
Leeftijd; ....31
Woonplaats;
Vlissingen
Opleiding:
.Technische School
Beroep:
Electrotechnicus
Hobby's:muziek,
..fotografie,
wintersport
Favoriete muziek:
blues-rock,
symfo-rock
Beste bands:
Wolfclan Sister,
....Check it Out
Leukste nummer:
Land of Meeh
van B-Sharp,
Lolita
van Wolfclan Sister
'Ik ben manager gewor
den onder voorwaarden,
dat wel. De band moet z'n
zaakjes goed voor elkaar
hebben, moet weten wat
ie wil. Ook het repertoire
dient goed te zijn en,
belangrijk voor mij, op
papier te staan zodat ik bij
wijzigingen in teksten elk
lid een nieuwe kopie kan
geven. Verder is het
noodzakelijk dat de zaak
fiscaal is geregeld, even
als de verzekering van
apparatuur. Daarnaast wil
ik dat er goede afspraken
liggen over repetities en
de oefenruimte. Een band
kan niet zonder gedegen
huurcontract. Als dat soort
dingen rond is, hoeft de
band zich geen zorgen
meer te maken en kunnen
de muzikanten zich con
centreren op de muziek.'
'De manager is de contact
persoon, zowel binnen de
band als naar buiten toe. Jij
bent de persoon die
namens de groep het
woord voert, zeker bij
gehannes over concertaf
spraken enzo. Een goede
manager moet een band
hebben met de muzi
kanten. Je moet maatjes
worden. Met Wolfclan Sis
ter ga ik regelmatig stap
pen of we drinken koffie
bij één van de jongens. Ik
ben ook bij elke repetitie
aanwezig, dat bevordert
de sfeer en geeft vertrou
wen. Een groot voordeel
hiervan is dat problemen
sneller en geruislozer
worden opgelost. Als er
wat is, kunnen ze het
direct kwijt. In de meeste
bands speelt de manager
ook in de groep. Dat vind
ik verkeerd. Je kunt beter
de taken scheiden en je
als manager niet met de
muziek bemoeien. Ik ver
moed ook dat het manage
ment voor veel bands
maar bijzaak is. De
manager in kwestie wordt
dan dikwijls niet honderd
procent serieus genomen.
Bij Wolfclan Sister is dat
wel het geval, anders zou
ik dit niet doen.'
'Door mijn werk in de
Walk Inn in Vlissingen en
jongerencentra in Rotter
dam, heb in behoorlijk wat
organisatorische ervaring.
Dat is niet genoeg. Je moet
precies weten hoe het
muziekwereldje in elkaar
steekt. En natuurlijk moet
je goed je mondje kunnen
roeren. Het is tenslotte niet
zo eenvoudig een optre
den te versieren als de
band nog maar net
bestaat. Wolfclan Sister is
nog betrekkelijk onbe
kend, moet nog naam
maken. Jij als manager
moet de band dus zien te
verkopen. Hoe doe je dat?
Persoonlijk vind ik het han
dig met een podiumbaas
eerst gezellig wat te bab
belen, als dat lukt komen
de zaken vanzelf ter spra
ke. Eerst breng ik de band
aan de man; dat de
muziekstijl herkenbaar is
en dat het lijkt op
maar dan net iets anders,
want je verkoopt een
eigen stijl en een eigen
sound. Als de zaaleigenaar
geïnteresseerd is, ga ik
pas praten over de
centen.'
'Het management kost
veel geduld. Als podium A
de band wil hebben, stuur
je informatie op: een bio
grafie, een demo en een
paar fotootjes. Na twee
weken hang ik weer aan
de lijn; of ze hebben
geluisterd en, zo ja, of we
zaken kunnen doen. Daar
na gaat het contract op de
bus en regel ik vervolgens
afspraken met podium A.
Optredens werven werkt
het best door een
persoonlijk bezoek. Je
communiceert makkelijker
dan per telefoon. Het is
spontaner, en op den duur
kennen ze je gezicht! Ik
probper nu wat meer in
België aan de bak te
komen. Daar leeft het
podiumgebeuren veel
meer dan in Nederland.
Een nieuwe band moet
naar mijn smaak eerst veel
optreden en dan pas de
studio induiken. De kost
gaat voor de baat uit.'
'Een manager mag best
kritiek geven, als die maar
opbouwend is. Maar in
principe bemoei ik me
niet teveel met de muziek
en de presentatie. Compli
mentjes, die geef ik wel.
Bijvoorbeeld aan de
roadie die de hele avond
zeult; da's ook mijn taak. Ik
ben het manusje van alles,
dat zorgt dat het hele cir
cus draait, dat de setlijsten
klaar liggen, dat het p.a.-
bedrijf een podiumopstel
ling krijgt, dat het contract
wordt nageleefd en dat de
gage binnenkomt. Finan
cieel levert het me weinig
op. Het is oud papier, lief
dewerk. Schouderklopjes
moet je niet verwachten, je
doet het puur voor je
eigen plezier en ontplooi
ing. Voor mij telt het
resultaat. Als dat goed is
ben ik tevreden.
Frank Balkenende
Slechts één band verde
digt de Zeeuwse eer tij
dens de Grote Prijs van
Nederland 1992. Het is
nog een nieuwkomer
ook, zij het dat de
bezetting deels uit oude
getrouwen bestaat.
Drummer Chris Götte -
jawel, van de muziekwin
kel - en zanger Jacco Lau-
ret (ex-EXQ's en Famous
Boys Became Great Men)
vormen samen met
Walter Calbo en Edwin
van Huick de funkrock-
groep The Ropers. Van
Huick, de enige Braban
der in het gezelschap,
draaide een demo in
elkaar die als enige van
de Zeeuwse inzendingen
de strenge cassettecom
missie overleefde.
Hoogerheide is dan vol
gens muziekblad OOR de
standplaats van The
Ropers, drie van de vier
muzikanten is toch echt
Zeeuws. De democassette
ging echter in Hoogerhei
de op de bus. Bovendien
tekende de talentvolle
bassist Edwin van Huick
voor de produktie. Met
computers en de hulp van
een bevriend gitarist
knutselde hij drie num
mers in elkaar, die OOR
omschrijft als spetterende
Prince-funk. De overige
drie leden spelen niet mee
op de cassette. 'Dat is ook
niet erg', zegt Chris Götte,
'The Ropers worden straks
live beoordeeld, De
muziek zal veel anders
klinken dan op de
cassette, heftiger met een
beestachtige groove en
wild baswerk.
Chris en Edwin, die lande
lijke bekendheid geniet en
'endorser' is van Alembic
(model Edwin van Huick),
kennen elkaar al jaren. Zij
speelden met een eigen
band regelmatig in de
Randstad. 'Dat was een
soort discoband. We had
den het best druk en het
liep heel goed, Roberto
Jacketti coverde zelfs een
nummer van ons, maar de
doorbraak bleef uit.' Toen
Edwin van Hilversum naar
Hoogerheide verhuisde -
hij werkt net als Chris in
een muziekzaak - kwamen
beiden elkaar weer tegen
in een Top-40-band. Maar
dat schonk uiteindelijk te
weinig muzikale voldoe
ning. 'We speelden altijd
in dienst van de band, we
hadden nooit het gevoel
dat de muziek helemaal
van onszelf was. Toen ik
met Edwin in De Piek een
drumclinic deed, groeide
de animo voor een nieuwe
band met eigen nummers,
Edwin en ik vormen een
hechte basis, wij voelen
elkaar aan.'
Het werd The Ropers, een
naam die het befaamde tv-
duo George en Mildred
hen leende. 'Een naam, ja
een naam, verzin er 'es
een.' De 22-jarige Walter
Calbo uit Kapelle, een col
lega van Chris, werd aan
getrokken als gitarist/
toetsenist. Alleen de voca
len vormden een pro
bleem. 'Ik zing niet fraai en
de rest ook niet, dus wil
den we een vakman. Op
een gegeven moment liep
ik Jacco Lauret tegen het
lijf. Die zat in Delft en was
voor Zeeland al opge
geven. Maar hij was van
plan weer naar Goes terug
te komen en toen hebben
we hem maar meteen
ingelijfd. Hij was een
geschenk uit de hemel.
The Ropers zijn de enige
Zeeuwse band in de enige
Zeeuwse voorronde van
de Grote Prijs, die zich
zaterdag 17 oktober in 't
Beest in Goes afspeelt.
Walter weet niet precies
waarom. 'Ik weet nog dat
vier of vijf andere bands
zich hebben ingeschre
ven, maar die zijn kenne
lijk de selectie niet door
gekomen.' Chris wijt de
magere belangstelling
voor het knock-out-festival
aan een gebrek aan ambi
tie in de provincie. 'Niet
dat wij nou zonodig
moeten, maar dit is een
leuke aanleiding om te
zien waar je in muziekland
staat. Wij gaan er 17 okto
ber helemaal in, da's
zeker. En als we de voor
ronde overleven, probe
ren we er landelijk meer
uit te slepen. Dan ga je niet
zitten wachten tot iemand
jou een keer belt.'
Frank Balkenende