DE GRAVIN WESTDORPE noo t tel: 0118-642680 fax: 0118-640582 pagina 2 pagina 3 NOOT Nieuwsblad voor de Zeeuwse popmuziek jaargang 9, nummer 4 oktober 1998 redactie: Peter Toussaint (hoofd redactie.) Kees van der Heijden Bert van Leerdam Hubert Leeman Peter Scheefhals Paul Frank Kaat van der Weide Eindredactie: Sander Nobbe Fotografie: Bert van Leerdam Hubert Leeman e.a. Opmaak: Frank Husslage Druk: Huisdrukkerij Scoop Middelburg Uitgave en redactieadres: STICHTING ZtELiIJD Stichting Popmuziek Zeeland Postbus 108 4330 AC Middelburg e-mail: spz@freemail.nl internetadres: http//webgoed.com/ zeelandrock telefoon noot:0l 18-682525 kantooruren:0l 18-682680 fax:0118-635311 Voor gratis abonnement: 0118-682525 weer op een eerste plaats komen in een unplugged-wedstrijd van Brooklyn in Middelburg, dan is dat een geweldige impuls voor ons. Meer bekendheid zou leuk zijn. Maar echt een hoger doel hebben we niet zo. Hoewel, echt spelen voor jezelf doe je nooit Dat hou je ook niet vol. We werken graag klein, voor een kleine zaal. Natuurlijk proberen we ook wel wat buiten Zeeland te spelen, maar dat is ook weer moeilijk te combineren met onze studies. En belangstelling voor wat we doen is er wel want een paar maanden geleden bijvoorbeeld was er een geluidsman van K's Choice en die vond het hartstikke leuk wat we deden. Eigenlijk zouden we daar meer achteraan moeten, want dat zijn leuke opstekers, maar het is qua tijd eigenlijk niet haalbaar...'. Maar waarom doe je dan wel mee aan een Brooklyn<ompetitie, echt geld levert dat toch niet op? 'Ons doel is niet geld, we hebben er plezier in om op te treden. We zijn blij als de mensen naar ons komen luisteren. Ik moet toegeven dat we niet commercieel denken, als we dat wel zouden doen dan zouden we ook moeten investeren in tijd en kwaliteit. Eerlijk gezegd vind ik dat we dan ook beter moeten worden en dus meer moeten oefenen. De podium-ervaring wordt bij veel optreden beter, maar de kwaliteit van wat we dan zouden bieden zou ons niet bevredigen'. Ooit won de band, toen nog Fluvopi, de Zeeuwse Kunstbende. Erik hierover: 'Ja dat was een bijzondere ervaring. Zeker ons optreden tijdens de finale in Utrecht, voor duizenden mensen, was wel vreemd'. Maar waarom zijn jullie daar niet ontdekt? 'Ja, dat is ook zo iets. Het jaar daarop zat ik in de jury samen met iemand van Mojo en met die persoon had ik echt een flink meningsverschil over welke band toen moest winnen. Ik lette op heel andere dingen dan hij. Ik bleek toch niet zo te luisteren als de gemiddelde luisteraar, wie dat ook moge zijn. Ik denk dat dat soort mensen meer let op wat er wel en niet verkoopt'. 'Ik vraag me voor mezelf af waar je op moet letten, wat beter verkoopt of wat jezelf mooi vindt? In zo'n jury komt dat er uit Hou me ten goede, ik heb niets tegen commercie, en misschien is Flow ook wel wat commerciëler geworden, in ieder geval ritmi scher, en misschien is daar wel geld mee te verdienen. Maar voor mij staat voorop dat wij het leuk moeten vinden wat wij doen!'. Erik lacht: 'Eerlijk gezegd moet ik soms veel moeite doen om te ontdekken waarom mensen een bepaalde muzieksoort mooi vinden 'Voor wat onze optredens betreft hoop ik dat mensen de moeite nemen om naar ons te luisteren en daar plezier aan beleven en dat wij er plezier aan beleven om daar te mogen spelen. Ik heb niet de pretentie dat we mensen op een ander spoor moeten gaan zetten'. Wat willen jullie verder, wat zijn de plannen? Erik: 'Ik wil op termijn een goeie demo maken, als het kan een CD. Maar dat kost een hoop tijd en geld'. Op 14 november speelt Flow in Groede in 'De Groesche Duintjes'. Alsof ik nog niet genoeg wa ter heb gezien de laatste tijd waagde ik op een woensdag middag na de grote storm de grote sprong over de Westerschelde voor een ge sprek met Paul v. Gimst, ei genaar van de Gravin te Westdorpe over het live-gebeu ren in dit café. Aangekomen legde ik hem uit dat ik dus stuk jes schrijf over de Zeeuwse muziekcafé s. Daarop gaf Paul me in alle bescheidenheid te kennen dat de Gravin niet echt een muziekcafé zou zijn maar dat hij het gewoon leuk vindt om live muziek neer te zetten en dat zijn klanten dit ook zeer op prijs stellen. Nu is de redac tie in zijn algemeenheid van me ning dat café s waar zeer regel matig live muziek is te bewonde ren tot 'muziekcafé bestempeld kunnen worden. Paul heeft al jaar en dag bands in de Gravin staan en in principe kun je hier iedere maand wel bands uit het hele land maar vooral uit Zee land horen en zien. Regelmatig worden er zelfs bands uit Engeland en Amerika gecontracteerd. Ook tijdens festiviteiten laat hij de kans niet voorbijgaan om in het café live muziek neer te zetten. In totaal staan er zo n 25 bands per jaar op zijn planken. Dus wat betreft de Noot mag Paul de Gravin zeker muziekcafé noemen. De inrichting van de Gravin is eenvoudig te noemen. Het is een klein maar gezellig café, zonder een echt podium. Bands staan op 'ooghoogte van het publiek en er is geen p.a. installatie nodig: met een goede zanginstallatie kom je er ook wel. Mits het niet al te alternatief klinkt is Paul in voor alle stijlen waarbij naast talent en originaliteit natuurlijk ook de hoogte van de prijs voor hem belangrijk zijn. Paul vertelt mij dat er be ginnende bands zijn die absurd veel vragen, en noemt daarbij bedragen die in de vier cijfers ko men. Hij zal niet zo gauw een van deze bands boeken, ook omdat er altijd wel andere ta lentvolle bands zijn te vinden die wel een redelijke prijs voor hun optredens vra gen. Voor hem is de keus dan al snel gemaakt! Daarom adviseert hij de bands om hun kosten op een rede lijke hoogte te houden. Hij gunt ie dere band zeer zeker haar onkosten en vindt het ook redelijk dat de muzi kanten er zelf ook iets aan overhou den. Zelf draait Paul zeker geen winst met deze aktiviteiten. Naast de kosten van de bands komt er ook nog een en ander bij dat aan de belastingen moet worden overgedragen en is het voor hem door Peter Scheefhals dus inderdaad geen vetpot. Hij moet het toch vooral hebben van de bar-opbrengsten waarvan hij de bands kan uitbetalen. En na tuurlijk mogen we ook niet vergeten dat door de geluidshinder wet een zaal nog meer op kosten gejaagd wordt omdat zij er voor moeten zorgen dat deze van een goede geluidsisolatie is voorzien en dat is toch een aanzienlijke investering. Hiermee kom ik op een punt waar Paul in verband met vooral deze bijkomende kosten toch erg mee zit en dat is de verdeling van de beschikbare subsidies waarover organisaties kunnen be schikken als zij een band willen boeken. Hij vindt de verdeling hier van niet evenredig. Cafés die (heel veel) Zeeuwse bands boeken kunnen namelijk zoals Paul zelf ervaart, geen subsidie aanvragen als tegemoetkoming in de kosten terwijl menige popfestival-organi sator en jongerencentrum in verhouding tot de activiteiten die ze ontwikkelen naar zijn mening een veel te groot deel uit de subsidiepot krijgen. Volgens Paul besteden deze organisaties ook niet zo veel aandacht aan de regionale popmuziek en hun beoefe naars als mogelijk zou zijn en des te meer aan grote namen uit an dere delen van het land. Juist de café s plaatsen deze bands wel! Paul stelt vervolgens voor om bij voorbeeld iedere zaal die er voor kiest een Zeeuwse band te programmeren de mogelijkheid te ge ven subsidie aan te vragen. Zo worden dus niet alleen de vooraf geselecteerde zalen geholpen. Ook de Zeeuwse bands zouden er dus voigens hem meer aan hebben als deze café s uit dit potje kunnen putten als een tegemoetkoming in de kosten. Op deze manier zouden er heel wat podia bijkomen waarde bands kunnen optreden. Een andere reden om eens wat meer aandacht te gaan besteden aan dit deel van het Zeeuwse clubcircuit is de stijgende populariteit bij het publiek voor de kleinere zalen. Ik werd hier

Tijdschriftenbank Zeeland

Noot | 1998 | | pagina 2