OP WATER EN BROOD VOOR DE VREDE 6 HIEUW ZEELAND ,Jt testen de,Jc 2 jz, Syt<</Trifot Vuo u^ytje jeut t Je 4(zuntc£ U^LJC (vervolg van pag. 5). kwam. Nog vóór hij in 1891 in Middelburg arriveerde had hij al in de gevangenis gezeten wegens belediging en was als on gewenst vreemdeling België uitgezet. Al snel nadat hij in Middelburg is aan gesteld als propagandist van de Sociaal Democratische Bond, start hij in 1893 zijn weekblad De Toekomst. En daarin gaat hij er ook keihard tegenaan. Hij heeft snel in de gaten dat persoonlijke aanvallen op de autoriteiten z'n lezers meer aanspreken dan theoretische uit eenzettingen over de zaligheden van het socialisme. Binnen twee jaar heeft het blad een oplage van 1400 exemplaren. Maar intussen regent het ook aanklachten wegens smaad en belediging. In 1894 en '95 moet hij in totaal bijna zeven maan den doorbrengen in de Goese gevangenis. Tijdens die gevangenisstraf, zo legt Johan zijn toehoorders uit, leerde hij de ideeën van Tolstoj kennen. En toen hij de oproep kreeg om dienst te nemen in de schutterij (toen nog onderdeel van het leger, compleet met dienstplicht) was de reaktie voor hem niet moeilijk: nu zou hij z'n weerloosheidsgedachte in de praktijk brengen. Tot de -meestal bomvolle- zalen, waar hij als spreker optreedt, roept hij pa thetisch uit, dat het hem worst is of Tolstoj hem als voorbeeld-christen prijst: "Het is me onverschillig hoe men mij noemt. Als méns weiger ik me aan een instelling van georganiseerde doodslag te onderwerpen en zal ik, zo lang ik mezelf beheersen kan, nimmer enig geweld plegen, tegen wie dan ook. Laat komen wie wil: tegen géén zal ik mij met geweld verdedigen." Natuurlijk krijgt Van der Veer vanuit de zaal het verwijt, dat hij met z'n weerloosheidsideeën de opkomende revo lutionaire arbeidersstrijd ondermijnt. Hij reageert met de vraag, hoe we ooit aan een samenleving van waarachtige vrijheid, vrede en broederschap kunnen komen zolang we kwaad met kwaad be strijden en geweld met geweld beant woorden: "Ik kan niet verdedigen dat de arbeiders schurken berechten door ze op te hangen. Het gevoel van wraak moge er 1- Jaargang. Zaterdag 8 .April 1893. Socialistisch Weekblad voorrZMand en Westelyk Bra iant. Verschijnt elk door bevredigd worden, maar nut heeft 't niet. Meer uitwerking ten goede heeft het als wij tonen, hoger te staan dan schurken. We moeten zoveel sterk-willig- en krijgen dat geen wapens meer worden opgevat! En waar blijft grootpapa gezag, papa de kapitalist, mama Justitia en neef de troon, als het volk weigert om werktuig des gewelds te zijn?..." Helaas voor Johan weigert het Middel burgse volk nog niet om werktuig van Vrouwe Justitia te zijn. Hij wordt op gepakt en berecht. Omdat het slechts om het weigeren van schutterij-dienst gaat, valt het allemaal nogal mee. Hij wordt veroordeeld tot een boete en ge gijzeld: tot drie keer toe in het Middelburgse Huis van Bewaring; de eerste keer elf dagen de tweede keer veertien dagen en de derde keer zes weken. Tot twee keer toe wordt hij "per vergissing" niet in de zogeheten gij zei kamer vastgezet, maar in de strafzaal. Over zijn verblijf in de Middelburgse gevangenis is hij vol kritiek. Niet eens omdat hij de eerste elf dagen op drie sneden droog roggebrood plus wat water per dag moest leven, maar vooral omdat in de gevangenis ook kinderen bleken te worden opgesloten: "Toen ik de tweede maal in de gevangen is te Middelburg was opgesloten zat ik in gemeenschap met een tiental lieden, waaronder een paar jongens van elf tot dertien jaar, die daar enige dagen moesten verblijven, boetende voor het ontzettende misdrijf: steentjes naar de schutters te hebben geworpen. Ik ver klaar onomwonden dat het misdrijf te genover die jongens gepleegd, door ze daar te brengen in gezelschap van wegens ar m en :>r- 3r- in *dt tje iet ist e« ag :h- te tet ve iet ok )r- ch de :rs :n. %n Stille smerissen en Terklikkers te Middelbargv Verscheidene arbeiders die de vorige wandel tocht naar het Nieuwland hadden medegemaakt, deelen ons mede dat zulks aan hunne patroons was overgebrietd en wel door een persoon, die ^un over de spoorbrug had zien gaan. Velen onzer hebben om dien tijd een persoon in het brugwachtershuisje zien staan schrijven en dachten dat het- soms do inspecteur was, maar nadere informaties steller, vast dat het de zoon van den brugwachter Merk geweest is, schoen makersknecht en nachtwaker van z'n geloof. Heeft die de verklikker gespeeld? We weten het niet, maar zeker is het, dat de vent een razende socialisten-vreter is, die eens den uitval deed»ik zou Van der .Veer wel met dien bros dood kunnen steken" en tegen socialisten steeds tergend zegt »na, noem mij eens drie fatsoenlijke kerels in dat zoodje op", enz. Wees voorzichtige partijgenooten, u daardoor niet te laten lokken! Wees met zulke'individuen voor zichtig. Mogelijk dienen deze regelen hem een rechercheurs-baantje te bezorgen. De Bchlldersbaas Heljboer te Middelburg schijnt al een heel'lievo jongen voor zijn arbeiders te zijn. Aan het station, te Vlissingen, hetwelk hij aange nomen heeft te schilderen, hadden verscheidene van zijn knecht9, wien hi> ft hèele cfeftteft periiur betaald, v^n hem aangenomen, de perronkap te schilderen voor 2 gld. per vakna twee óf drie weken komt hij vloeken en razen (want dat schiint dronkenschap veroordeelden, uit moreel oogpunt honderdmaal groter is dan het kwaad door die jongens bedreven." Als Johan in 1897 terugkomt uit de ge vangenis richt hij het tijdschrift "Vrede" op, het "orgaan tot bespreking van de praktijk der liefde." Lange tijd zal Vrede de spreekbuis blijven van de Nederlandse christen-anarchisten. Ook als Johan van der Veer het allang niet meer is. Want -en nu komt de anti-climax- na een paar jaar vol bewogen redevoeringen en artikelen, verdwijnt Van der Veer vrij plotseling naar Engeland, waar hij breekt met het Tolstojanisme en radikaal doorslaat naar de andere kant: hij wordt Londens correspondent van De Telegraaf en is in 1914-'18 een fervent verdediger van de oorlog van Engeland tegen Duits land. Hoe hij zo'n ommezwaai heeft kunnen maken is nooit duidelijk gewor den doordat z'n autobiografie verloren is gegaan. In 1928 overlijdt hij. KEES SLAGER Bronnen: Guus Termeer: Dienstweigeraars/ P.J.Meertens: De opkomst van het socia lisme in Middelburg/Anton Constandse: Anarchisme van de daad.

Tijdschriftenbank Zeeland

Nieuw Zeeland | 1983 | | pagina 6