brieven Een gezonde bodem is een eerste levensvoorwaarde voor het boerenbedrijf Kerstpuzzel 1983 4 Mexico Kikkervisjes Hoechst H HET SLAGERSMES VAN BUITENSTAANDER Buitenstaander. TOEKOMST ZEELAND- RECREATIELAND! HIEUW ZEELAMD vervolg van pagina 3 voedselketen een zeldzaam verschijnsel is dat bovendien maar bij een gering aantal stoffen mogelijk is. Volgens hem is de mens niet extra kwetsbaar, omdat hij aan het eind van de voedselketen staat. Wel is dat het geval als er een zeer eenzijdig menu wordt gegeten, zoals bij sommige roofdieren het geval is. De overheid heeft ook de roofdieren lief, want het streven is de gifresten in voedsel tot nul terug te brengen. Het gebruik van chemische middelen zal tot het strikt noodzakelijke teruggebracht moeten worden, staat er in de nota Gewasbescherming uit 1983. Aan zo'n formulering kan niemand zich een buil vallen. 'Voorlopig zal de landbouw niet zonder kunnen', zegt Verhagen. 'Maar er wordt steeds zuiniger en gerichter gespoten. Als er een luis moet worden bestreden, spuiten we zo dat het lieveheersbeestje, de vijand van de luis, wordt gespaard'. Door het ongenuanceerd spuiten hebben boeren hun lesje wel geleerd. -Aan het eind van de jaren zestig werd landbouw bijvoorbeeld onmogelijk in een gebied van 100.000 hectaren in Mexico. De katoenbolrups had daar een ongevoeligheid aangekweekt voor alle beschikbare chemische middelen. Omdat de rups ook mais aantastte, kon er een tijd lang niets meer worden verbouwd. Ook onkruiden en bodemdiertjes kunnen die ongevoeligheid aankweken. Het kan zo snel gaan dat er elke drie jaar ongevoeligheid ontstaat voor een bepaald middel. Dat speelt ook in Nederland. Ir. Mulder van het Consulentschap voor Gewasbescherming in Wageningen noemde het op de Zeeuwse Spuitdag zelfs een verontrustende ontwikkeling. Een bepaald soort bodemgebonden aaltje is bijvoorbeeld in de bieten- en aardappelteelt de chemie de baas. Hygiënische maatregelen, ongeveer als mensen doen ter voorkoming van besmettelijke ziekten, moeten het gevaar binnen de perken houden. Een andere mogelijkheid is zoveel i verschillende gewassen op een stuk grond na elkaar af te wisselen dat het aaltje bij gebrek aan moederplant doodgaat. Maar dat kost de boer geld, want er zijn drie gewassen waargoed meevalt te verdienen en dat zijn aardappelen, bieten en uien. Uien vergen overigens het hoogste bedrag aan bestrijdingsmiddelen, namelijk 1.000 gulden per hectaren. Alternatieven voor bestrijdingsmiddelen komen er mondjesmaat. Het belangrijste is de kweek van plantenrassen die ongevoelig zijn voor veel voorkomende ziekten. De biologische bestrijding stelt, behalve in de glasteelt bij tomaten en komkommers nog weinig voor. Nadat de uievlieg ongevoeligheid (resistentie heet het in vakjargon) voor de toen bestaande bestrijdingsmiddelen had ontwikkeld (begin van de jaren zestig) is men gaan werken aan biologische bestrijding. De proeven met steriele mannetjes duurden tot 1979, maar nu is dat een goed werkend middel, ware het niet dat er intussen ook weer een chemisch middel is dat even goed en waarschijnlijk goedkoper werkt. Een milieubewuste keus van bestrijdingsmidde len is een alternatief dat het Centrum Landbouw en Milieu voorstaat. In dit centrum werken boeren en natuurbeschermers samen aan een landbouw 'die beter dan thans rekening houdt met de belangen van boer, konsument, natuur en milieu en energieen grondstoffendbesparing'. Het centrum bracht onder meer een boek* uit, waarin de onkruidbestrijding en loofdoding in de aardappelteelt zo wordt beschreven dat een boer kosten, baten en risico's van de middelen met elkaar kan vergelijken. Aan het onderzoek voor dit boek werkten ook Zeeuws-Vlaamse boeren mee. De zeer giftige middelen (met een doodskop) en giftige middelen (met een Andreaskruis) ontraadt het centrum. Het gaat dan om diquat, paraquat, natriumarseniet en vier soorten fenolbestrijdingsmiddelen. Het spreekt vanzelf dat ze gevaar opleveren voor degenen die er mee spuiten. De fenolherbiciden blijven ook weken in het lichaam achter, zodat gebruik langere tijd achtereen de risico' s vergroot. Vroeger zijn er doden door dit middel gevallen, evenals door paraquat. Ook voor het milieu zijn ze niet best. Natriumarseniet komt gedeeltelijk omgezet als arseen in het oppervlaktewater terecht, paraquat en diquat kan de bodemvruchtbaarheid antasten op de lange duur, omdat het slecht afbreekt (diquat is ook fataal voor kikkervisjes). Wat er met fenolherbiciden in de bodem gebeurt, is nog in onderzoek bij het TNO. Volgens het Centrum Landbouw en milieu zijn er echter onschuldige alternatieven en zou de overheid dit soort middelen moeten verbieden. Andere minder giftige onkruidbestrijdingsmiddelen die in het boek genoemd worden, blijken gemakkelijker te spuiten en ook gemakkelijker door de bodem te worden verwerkt. Binnen een tot zes maanden zijn ze afgebroken door bodemorganismeen, verdamping of onder invloed van zonlicht. Het is zo dat sommige middelen in de bodem kunnen worden omgezet in andere chemische stoffen, soms zeer schadelijk. Ook deze stoffen worden doorgaans weer afgebroken. Van niet alle stoffen is bekend tot welke nieuwe stoffen ze worden omgezet en ook de afbraak in de bodem is een nog niet tot de bodem onderzochte zaak. Het centrum constateert ook dat boeren vaak verschillende bestrijdingsmiddelen met elkaar mengen en de neveneffekten van die mengsels zijn ook nog nauwelijks bekend. Toch is de bodem volgens Verhagen in Zeeland over het algemeen prima. 'Het herstellend vermogen van de grond is geweldig groot', constateert hij. Dat moet inderdaad wel zo zijn, maar in hoeverre is het micro-organisme in de bodem nog wel zo als het zijn moet? En heeft dat op de lange duur al of niet gevolgen voor de bodemvruchtbaarheid? Dat zijn nog dingen waar nog veel onderzoek naar moeten worden gedaan. AD DE JONG •'Onkruid bestrijden en loof spuiten in de aardappelteelt'. AGRO CHEMIE 1100 AZ Amsterdam BLOEMBOLLENTEELT (1) a Hostathion Trips bestrijdt zowel in het veld, Q Kakkerlak als in de bewaarschuur Motluis b Decis Virusoverdracht een probaat middel tegen Bacterie-Ziekte Vuur c Brassicol Kwade grond nog steeds het beste middel Valse meeldaUW Zwarte roest ter bestrijding van GRAANTEELT (2) a Masolon geeft een zeer goede bestrijding van b Arelon de topper tegen het probleemonkruid c Hostaquick razend snel en afdoende tegen Papiervlekkenziekte Meeldauw Verwelkingsziekte Paardestaart Duist Kweek Aardvlo Wants Graanluis SIERTEELT ONDER GLAS (3) a Curamil Mineervlieg een systemisch fungicide Sciara-muq nn incnl/Hrirto /-» a fnnnn en insekticide o.a. tegen b Decis een voortreffelijk middel tegen c Thiodan MO bestrijdt alle stadia van Gevleugelde luis Bladroller Ritnaald Koperworm Jachtspin Spint Spinluis MAISTEELT (4) a Mazipron Muur een speciale olie atrazin Q SterrekerS ter bestrijding van o.a. Waterpeper b Mais-Certrol Schietwilg tegen een nieuw onkruid- Q] Ratelaar Resistente melganzevoet probleem c Mazipron Vlasleeuwebek geeft ook een uitstekende Polygonum persicaria bestrijding van Hondsdraf Naamgrapjes zijn flauw. Dat vooropgesteld, maar toch kan ik het niet laten om Nieuw Zeeland een slagersblad te noemen. Een landbouwblad is het in ieder geval niet, want daarvoor pakte het bij zijn eerste verschijning te onaardig uit tegen één van de voormannen van de Zuidelijke Landbouwmaatschappij, Huib van der Maas van Noord-Beveland. Tot mijn verrassing trof ik op de voorlaatste pagina van het nulnummer mijn voorlaatste bijdrage aan, welke ik als Buitenstaander geschreven heb voor het Z.L.M.-blad. Ook bij herlezing vond ik het leuk geformuleerd en helemaal in overeenstemming met de bedoelingen van deze cursiefjes. Het (ongesigneerde) redactionele artikel er omheen onder de koppen 'Censuur bij de Z.L.M.'en'Boer en knecht' vielen mij in eerste instantie op als een stukje vrije nieuwsgaring, waarin gegevens vermeld werden, die ik niet kende en waarvan ik de juistheid niet kan kontroleren noch bevestigen. In tweede aanleg trof mij de onvriendelijke toon, vooral voor Van der Maas. Ter toelichting het volgende. Mijn vijftig stukjes, geschreven als buitenstaander bij het landbouwgebeu- ren, waren bedoeld om boeren tot nadenken te prikkelen en niet om hen te beledigen of op de man te spelen. Waarom de anonieme commentaar schrijver in Nieuw Zeeland dit laatste wel doet en zo fel uithaalt, laat zich slechts raden. Laat ik dat eens proberen. Een paar jaar geleden is een aardig boekje verschenen onder de titel 'Landarbeiders'. De inhoud ervan was niet bepaald vleiend voor de grootouders en overgrootouders van de huidige boerengeneratie in Zuid-West Nederland. Natuurlijk zal er op de feitelijke juistheid van dit boekje het nodige afgedongen kunnen worden, maar als getuigenis hoe in arbeidskringen het leven op het vroegere Zeeuwse platteland is ervaren, is het onweerlegbaar de moeite waard en vormt het een goede aanvulling op de agrarische geschiedschrijving van dit gewest. Jammer genoeg heeft het officiële Z.L.M.-orgaan het boek tot nu toe doodgezwegen. Heeft de schrijver zich daaraan zo geërgerd, dat hij daarom zijn Slagersmes onbarmhartig neer laat dalen op hoofdbestuurslid Van der Maas? Zou het zo simpel zijn? Ik vrees van wel, als (nachrift: Uw vrees is onterecht. In het ZLM-blad van ÏS-OS^I stond een inderdaad korte- vermelding van het verschijnen van het door u bedoelde boek. Er is dus geen sprake van doodzwijgen. Bovendien heeft onze toon uitsluitend te maken met he feit, dat een lid van een boerengeslacht dat al decennia lang de mensen probeerde de mond te snoeren als ze iets zeiden, dat op kritiek zou kunnen lijken, nu kennelijk op dezelfde manier bezig is. Tegen figuren, die menen de vrijheid van meningsuiting onder te mogen ploegen kun je niet fel genoeg zijn. Overigens is een niet ondertekend stuk niet anoniem; daar tekent de redactie voor, zoals dat in de journalistieke wereld gebruikelijk is. De namen van alle medewerkers staat in Nieuw Zeeland vermeld. Dat is toch iets anders dan tekenen met een schuilnaam. In Zwitserland is onlangs een kongres gehouden van winkelbedrijven uit de hele wereld, dus uit Amerika en West-Europa. Wat hebben ze daar nou besloten aangaande uw en mijn lot? Dat de markt de komende jaren helemaal veranderen zal. Dat er een hele kleine markt komt van hele dure produkten van hele goeie kwaliteit, bestemd voor de hele kleine groep die heel veel verdient. En dat daarnaast een allergrootste markt komt van de allernoodzakelijkste levensbehoeften van de allerbelabberdste kwaliteit, natuurlijk bestemd voor de allergrootste meerderheid, die het genadebrood gaat vreten van de allerminimaalste uitkeringen en dus alles slikken moet. Bij welke markt hebben ze u ingedeeld? Bram Vermunte Oostburg Je woont nu twee jaar in Nieuw-Zeeland en je wordt stil als je Jaap Fischer dit lied hoort zingen op een van de vele bandjes meegenomen uit Nederland. Tegelij kertijd denk je aan de duinen, het strand, de zee en Veere natuurlijk. Speciale herinneringen aan fijne strandwandelingen, bramenplukdagen in het waterwingebied, zomaar mensen, en bootjes kijken aan het Veerse meer. Bijna krijg je heimwee, maar dan is het liedje uit en ga je weer reëel denken. Een dagje naar het strand: met de auto zoeken naar een parkeerplaats of op de fiets genieten van de benzinedampen. Tussen honderden andere zonzoekers een plekje zand zoeken. In de rij staan voor een verfrissing of een patatje. Met teer aan je voeten in een file naar huis. Natuurlijk was je hier al van jongsaf aan gewend en mocht het de pret ook niet drukken. Maar toch:kleine ergernissen, een verlangen steeds naar een onbedorvener, schonere wereld zonder al die vele mensen. En dan krijgt Borssele een kerncentrale, krijgt het sloegebied steeds meer stinkende fabrieken,krijgt Nederland steeds meer gifwijken en krijgen wij twee kleine kinderen.En dat zet je aan het denken en je ziet de toekomst van de kleintjes somber in. Nederland is veel te vol en te vuil en bovendien te welvarend, want ook dat benauwt ons: het leven geregeld van wieg tot graf. En daar komt dat verlangen weer naar een land met minder mensen, een onbedorvener natuur en schonere lucht. Een land met meer toekomst mogelijkheden. Het moet ver weg zijn van dreigende kernkoppen en doemdenkers. Het sluimerende idee van emigreren wordt wakker en vele gesprekken en slapeloze nachten volgen. Maar na een jaar staat ons besluit vast: we gaan! Van Oud Zeeland naar Nieuw-Zeeland. Ans van Sabben 31 Western Road Laingholm New Zealand

Tijdschriftenbank Zeeland

Nieuw Zeeland | 1984 | | pagina 4