G^r GESCHIEDENISLES Meneer Manshanden, hoe was het leven in zo'n kamp? 1-Z u~> Jasje De Waarheid Philips Afgekeurd CLvm. Mn. Tjjty t<anclvn AeA' Jkutf u tt,jkr*en trta&j$e^ CfUtfL c/& &n (Ti^ClnMAfaajqfl de. <7rufaot/L0)tek ^zle^oüe, ll -tsozfiflzso. t/Je. fjrjyitf/eri Jie/t &yi crn^t^t^eAi^obU a Kr <c/zo<g<tse^ >yn<ren:ti rmt&L Qrz>z<HM>y&> Own <yh»&yt.-Ltfr\/?ij£ iruoess-'t clur Jk?&b JLaJbri. 'fófa'Zs&fti'Jefa. ■eg*, L /QVK Jj_ VZWl- lL^ S)^ SCfy Kom vanavond met verhalen Hoe de oorlog is verdwenen En herhaal ze 100 malen Alle malen zal ik wenen LEO VROMAN De lessen maatschappijleer op de Zeeuwse middelbare scholen zijn over het algemeen geen toonbeeld van orde en rust; Wanneer Cees Manshanden uit Goes echter als gastdocent optreedt, zitten zelfs de meest rumoerige leerlingen aandachtig te luisteren. Het verhaal dat hij vertelt is dan ook niet alledaags. Cees vertelt over zijn eigen ervaringen met rassendiskriminatie en fascisme; een konfrontatie tussen iemand 'die het allemaal heeft meegemaakt' en leerlingen, die de Tweede Wereldoorlog en wat daaraan vooraf ging slechts uit de geschiedenis boeken kennen. Die konfrontatie is hard nodig nu blijkt dat sommige jongeren erg vatbaar zijn voor fascistiese opvattingen. 'Zo jongelui', ik wil jullie wat vertellen over mijn ervaringen met het fascisme; het fascisme zoals dat vroeger was, maar ook het fascisme, dat nu helaas steeds meer aanhangers krijgt'. Cees Manshanden wordt in 1905 in Amsterdam geboren. In 1926 komt hij als stoker tweede klas bij de marine. Zijn regelmatige verblijven in het toenmalige Nederlands-Indie opent hem de ogen voor het imperialisme. Voor de klas vertelt hij, zijn bril afnemend en de klas inkijkend: 'Ik ontmoette een inlander, die vroeg of ik een stukje zeep van hem wilde kopen. Ik vroeg hem waarom hij dat geld nodig had; tenslotte was hij een rang hoger dan ik. Toen bleek echter dat ik, omdat ik Nederlander was, 2,5 keer zoveel verdiende als hij'. In februari 1933 is het krisistijd, ook voor het marinepersoneel. De harde politiek van de regering Colijn betekent bezuinigen, vooral op de lonen. Mariniers demonstreren in Den Haag tegen de loonsverlagingen. Tevergeefs. Een demonstratie in Soerabaja van inlandse en Nederlandse mariniers gezamelijk wordt hardhandig uiteengeslagen. Al snel eskaleert de zaak Appel wordt geweigerd. 'Ja, jongens en meisjes, toen werden verschillende vrienden van mij gearresteerd. Ik moest onmiddellijk op oefening met de onderzeebootjager 'Piet Hein'. En toen brak er muiterij op de '7- Provinciën' uit. De inlanders en het lager Nerderlands kader namen het roerover. De eis was; het ongedaan maken van de loonsverlagingen. De Nederlandse regering wilde een waarschuwingsbom naast de '7-Provinciën' laten vallen. De bom viel er echter precies op. Toen ik met de 'Piet Hein' bij de '7-Provinciën' kwam, namen we 23 doden op ons schip over, onder wie verschillende kameraden van mij. Anderen kregen 12 jaar gevangenisstraf. Deze gebeurtenis maakt een diepe indruk op Cees Manshanden. Het scherpt zijn politieke gevoelens. Hij wil af van het varen en vindt, inmiddels getrouwd, een baantje op het kantoor van de marine in Den Helder. In 1936 brengt Cees' zwager hem in kontakt met de CPH, de Communistische Partij Holland, de vooroorlogse voorloper van de CPN. Cees wordt, zoals hij het zelf zegt, konspiratief lid. Niet officieel dus, want dat zou zijn onmiddellijke ontslag bij de marine betekend hebben. 'Jullie kunnen nu van alles in het openbaar lezen. Ik moest toen brochures van de CPH lezen achter de krant. Zelfs thuis deed ik dat. En dan breekt de Tweede Wereldoorlog uit Die vijf verschrikkelijke jaren, die diepe sporen na zullen laten in het leven van Cees Manshanden, niet in het minst omdat zijn vrouw de hongerwinter niet zal overleven. De leerlingen in de klas schuifelen wat op hun stoel. Het is hen duidelijk dat die oude man die voor hen staat, er moeite mee heeft zijn verhaal te doen. De wonden zullen nooit helemaal helen. Af en toe raakt hij wat geëmotioneerd. Hij kijkt nog even meewarrig naar zijn jasje dat hij van het koncentratiekamp heeft overgehouden en dat hij speciaal voor de leerlingen heeft meegebracht. Achteraf zal hij ook zeggen dat oorlogsverhaal maar eens in de paar dagen te kunnen vertellen. Het kost hem erg veel energie alle herinneringen telkens weer opnieuw boven te halen. Hij vertelt:'Als marinier bracht ik de eerste maanden in krijgsgevangenschap door. Op 15 juli 1940 werd ik vrijgelaten. Voor de CPN was ik van groot belang. Omdat het niet bekend was dat ik daarvan lid was, kon ik als facade voor illegale aktiviteiten dienen. In oktober 1940 was ik in Amsterdam de lijfwacht van Paul de Groot, de partijleider. In 1941 huurde ik een huis in Hintham bij 's-Hertogenbosch, wat toen het schuiladres van Paul de Groot werd. Toen er daarna iemand gearresteerd werd die het schuiladres kende, vluchtten wij naar Amsterdam'. ln Amsterdam komt de stencilmachine van 'De Waarheid' in het huis van Cees te staan. Begin 1943 arresteren de Duitsers echter de jongen, die die machine naar het huis van Cees heeft gebracht. Juist voor hij sterft noemt de jongen Cees naam.In de nacht van 4 februari 1943 wordt Cees Manshanden van zijn bed gelicht. Hij is te verbrouwereerd om tegenstand te bieden. Paul de Groot, die die nacht ook in zijn huis slaapt, weet langs een vluchtroute te ontsnappen. Hij zal nooit gearresteerd worden. 'Februari 1943 was een slechte tijd om gearresteerd te worden. De Duitsers waren verbitterd omdat ze juist de slag om Stalingrad verloren hadden.Het begin van hun einde. Ik kwam in het Huis van Bewaring in Arnhem terecht. Vier keer werd ik total-loss geslagen om de schuilplaatsen van Paul de Groot te geven'. Het enige wat men uit hem krijgt zijn valse adressen. Na 6 weken wordt hij doorgestuurd naar het koncentratiekamp Vught, waar ook zijn zwager zit, die later door de Sommige leerlingen komen Manshanden bedanken. Cees Duitsers wordt doodgeschoten. Cees moet in Vught soldeerbouten monteren voor Philips. Philips heeft een financiële afspraak met de SS: de gevangenen moeten minstens 9 maanden in leven blijven om voor hen te kunnen werken. Op 5 september 1944 zijn de Duitsers in rep en roer. Het gerucht gaat door Nederland dat de Geallieerden al in Nederland zijn. Het is Dolle Dinsdag. Duitsers en NSB-ers vluchten naar Duitsland. Belangrijke gevangenen gaan echter mee. Zo ook Cees Manshanden Onder doodse stilte vervolgt hij:'Samen met 87 anderen werd ik in een wagon gepropt. Zonder eten en met een emmer water. Diegenen die het overleefden kwamen na 4 dagen in Sachsenhausen terecht, het concentratieopleidings kamp van de SS. Opnieuw werd ik te werk gesteld, nu voor de Heinckel- oorlogsvliegtuigenindustrie'. Regelma tige bombardementen op de fabriek door de geallieerden alsook het barbaarse optreden van de SS overleeft hij. Een leerlinge steekt de vinger op: 'Meneer Manshanden, hoe was het leven in zo'n kampT Cees denkt even na en zegt dan: 'Stel jezelf nou eens voor dat je 2,5 maand moet leven in dezelfde kleren, zonder w.c. en zonder w.c.-papier en zonder je te kunnen wassen!'. Twee-en-een- halve-maand zonder w.c.-papier! Het meisje kijkt wat verschrikt. Twee-en- een-halve-maand zonder w.c.-papier!! Ze draait even op haar stoel en slikt een paar keer. 'Waar was ik gebleven?'. 'Bij Sachsenhausen mijnheer!' 'O ja, Sachsenhausen. Toen de geallieerden het net rondom de Duitsers steeds verder sloten en het ook voor de SS duidelijk werd dat de oorlog voor hen verloren was, ging de SS zwerven, op zoek naar nog Duitse gebieden of wellicht vluchtwegen naar Zuid- Amerika. Mensen uit koncentratie- kampen werden op die zwerftochten meegenomen als gijzelaars.' Cees Manshanden is een van die gijzelaars. Eerst gaat het met een wagon naar Berlijn, waar hij, zittend in de wagon, een geallieerd bombardement op het spoorwegemplacement overleeft. Vervolgens naar Dresden. 'Van daaruit gingen we te voet verder met 800 gevangenen. In het koncentratiekamp Theresienstadt liet de SS er 400 achter. Verder ging de tocht, via Neustadt en Warnsdorf richting Moravie. In Langenau tenslotte waren we nog met 123 overgebleven gevangenen. Daar zagen we witte vlaggen hangen. De Duitsers hadden zich overgegeven. De Russen brachten ons naar Praag, waar we van het Zweedse konsulaat voedsel en kleding kregen.' Op 12 juni 1945 is Cees Manshanden terug in Nederland. Fysiek is voor hem de oorlog voorbij. Hij probeert weer bij de marine te komen,wat echter slecht bevalt. Niet alleen zijn de appèls voor hem onmogelijk te verdragen, het herinnert hem teveel aan het koncentratiekamp, maar ook zijn politieke ideeen doen hem botsen met de marine. Zo wordt zijn stellingname tegen de Nederlandse politiek tegenover Indonesië niet in dank afgenomen. Als dan ook nog blijkt dat hij aktief is in de na de oorlog opgerichte Bond van Militairen, zeg maar de voorloper van de VVDM, moet hij voor een zuiveringskommissie verschijnen en wordt hij afgekeurd voorde marine. Hij gaat dan werken op het arbeidsburo in Amsterdam. Naast zijn werk blijft hij aktief binnen de organisatie van oudverzetstrijders, die wil waarschuwen voor een herlevend fascisme. 'Kijk jongelui, ik heb een tentoonstelling meegebracht'. De tentoonstelling 'In het heden ligt het verleden; in het nu wat worden zal' van het Verenigd Verzet 1940-1945 wordt over een aantal tafels uitgespreid. Ook het fotobladerboek 'Nederland tolerant?' ligt erbij. j Cees geeft een toelichting bij de foto' s, die een overzicht geven van het fascisme van toen tot nu. Vanzelfsprekend komen de Centrumpartij en de buitenlanders aan de orde. Cees:'Ook in de jaren' 30 kreeg een groep mensen de schuld van alle ellende. Dat leidde toen tot de moord op 7 miljoen Joden. Nu krijgen dan de buitenlanders de schuld, terwijl wijzelf hen toch binnengehaald hebben. In feite geven de mensen de schuld aan de verkeerden. Liggen ekonomiese krises niet besloten in het kapitalisme? En moeten we daar dan niets aan doen?' De les is voorbij. Sommige leerlingen komen Cees Manshanden persoonlijk de hand geven om hem te bedanken. Anderen zullen hem een brief sturen met hun reaktie. En Cees? Hij is moe. Uitgeput. Hij drinkt nog een kop koffie en vertrekt, terug naar Goes om nieuwe energie op te doen voor een volgend schoolbezoek. TOINE HUIJSMANS

Tijdschriftenbank Zeeland

Nieuw Zeeland | 1984 | | pagina 5