'Zeeland is een dankbaar arbeidsveld voor onze beginselen, mits er met beleid worde gewerkt Dr.Jl SMIT (ra Aislirli). Js Verkiezing 6 Maart a. s. DE SOCIALISTISCHE PERS IN ZEELAND (2) M But TwilialiB-a Standi 6 De club van 6 maart 1887. efctea: De Zeeuwsche Propagtnda-club steil als prolest-candidaat IET BESTUUR. Vurige partijgenoot Fiere Zeeuw Westkapelle Dit is de tweede aflev ering van onze serie over 'De socialistische pers in Zeeland'. Deze keer aandacht voor de mensen, die de basis vormden, waaruit het eerste socialistische periodiek verscheen: het clubje Zeeuwen, dat op 6 maart 1887 in Middelburg bijeenkwam en daar de Zeeuwsche Propagandaclub voor Algemeen Kies- en Stemrecht oprichtte. Zij waren de eersten, die gebruik maakten van het gedrukte woord: door het schrijven en verspreiden van brochures. Eén jaar hielden ze dat vol; daarna was het dan eindelijk zover en verscheen -nu precies 96 jaar geleden- "De Volksstem'. HIEUW ZEELAND AT DEK LI NO MIDDELBURG. OPENBARE VERGADERING jr«ml rn. doa avoad* t* mM avM, ia do Groot* Zaal tu kei Schuttorakof, t* BprakarcU kaar W. WKIHIIU, lid dar 2* bar. Debat TrjJ. 1« esat to* Aakkif dor koaUn. HET BESTUUR. De Burgeeieeeter Tooraoemd, J VERKÜUL QUAKELAAR. L. D. Foto linksboven: F. Ou Jens, stationschef van Arnemuideh en een van Je leiJers van Je 'propagandaclub Boven: Op Jezefoto (uit 1923) zit, rechts vooraan met pijp, A.J. Lansen, Jie in 1887 in Ter neuzen aktief was en mede-oprichter was van Je Zeeuwsche Propagandaclub. OnJer: Advertentie in Je MiJJethurgschc Courant van 3 maart 1888. liet moet Mieremet zo'n tien gulden hebben gekost, Jat was ongeveer een weekloon. Links:Advertentie in Je MiJJelhurgsche Cou rant van 31 mei 1988. beaoreiM wne party Spek en meer. Op ét mi OBBN rijn tot S J ALL I N O eet. BOUW- IMkMB. •chrgvinfra iaat b§ den Maebioo Alle* op b 1«» tot 4 urei Ziadelgke De Vei P. P. 3LE KIEZERS, di* aiek mot do beoUaade Untmim aèot koaaoa reree «R 9f dooea VOLKSMAM. tiroa teae Veel socialisten trokken in de jaren tachtig van de 19e eeuw de konklusie dat de eerste stap naar een beter leven voor de arbeiders bestond uit het veroveren van het algemeen kies- en stemrecht. Pas dan kon "het volk' zijn afgevaardigden naar Den Haag sturen, waar ze zouden moeten zorgen voor een sociale wetgeving. Al enige tijd was er een bond in de weer om dat algemeen kiesrecht te veroveren: de BAKS (Bond tot verkrijging van Algemeen Kies- en Stemrecht). Hoewel de meeste leden socialistisch gezind waren, waren ze niet allemaal lid van de SDB (Sociaal Democratische Bond). Veel BAKS-sprekers kwamen ook uit andere kringen, zoals bijvoorbeeld P. Frowein, leraar aan een Goesse MMS. De BAKS noemde zichzelf ook nooit socialis tisch maar meestal 'volkspartij'. Socialisten, die voor de 'volkspartij' spreekbeurten hielden, pasten hun onderwerpen ook aan en slaagden er zo ook in om nieuwe groepen belangstellenden te trekken. Zo sprak Domela Nieuwenhuis op 2juni 1888 in het Schuttershof in Middelburg voor de BAKS over het algemeen kiesrecht en de volgende dag in Vlissingen voor de IJzer-en Metaalbewerkersbond over het socialisme. Zeeland was een van de vele streken in Nederland waar men van het woord 'socialisme' alleen al schrok omdat het vereenzelvigd werd met kapotte ruiten, rellen en bereden marechaussees. De berichtgeving in de Zeeuwse kranten (de Middelburgse Courant uitgezonderd) was daar ook naar. Wie de Vlissingse Courant doorneemt, komt heel wat voorbeelden tegen, waarin de redaktie berichten opnam over arbeidersinitia tieven....tot het haar duidelijk werd dat er socialisten achterzaten. Dan was het meteen afgelopen. Daarom was het voor de Zeeuwse socialisten verstandig om onder de vlag van de BAKS te varen. Alleen in Vlissingen was een afdeling van de SDB van Domela geweest, maar die ging ter ziele door de ontslagen die in 1884- 85 bij De Schelde vielen. Maar ook daarna kun je in het blad van Domela, 'Recht voor Allen' steunbijdragen uit Vlissingen vinden 'van een vurige partijgenoot'. Dat was er dan één van een clubje van circa tien aktieve Vlissingse socialisten. In Middelburg werd in 1885 een afdeling van de BAKS opgericht onder leiding van P.A. Janssen, een oud-legerkapitein, die direkteur van de Middelburgse gevangenis was geworden en daar weer om weinig overtuigende redenen ontslagen. Een excentriek man, geen socialist maar eerder een radikale liberaal. De afdeling verliep snel; op 13 november 1886, dus één jaar na de oprichting, verklaarde hij haar voor zo goed als dood en was hij zelf al als voorzitter afgetreden. Behalve Middelburg en Vlissingen was het met de beweging in Zeeland maar droef gesteld. Janssen had in de provincie wel eens vergaderin gen gehouden, maar 'werd door de kritiek zoo totaal afgemaakt, dat hij wijselijk van het verder propaganda-maken afzag', zoals een kritikus schreef. Plaatselijke afdelingen konden niet worden opgericht en het was dus logisch dat het groepje voorstanders van algemeen stemrecht zich samenbundelde tot een "Zeeuwsche Propaganda club voor Algemeen Xies- en Stemrecht'. Op 6 maart 1887 had de eerste vergadering van die club plaats in Middelburg. Er waren behalve uit Middelburg en Vlissingen mensen gekomen uit Arnemuiden, Terneuzen en Nieuwland. Hun namen worden nergens genoemd, maar die kunnen we wel een beetje raden. Er werd op die vergadering namelijk niet alleen een reglement vastgesteld, maar men koos ook een bestuur. Lodewijk Mieremet uit Vlissingen werd voorzit ter, F.P. Oudens uit Arnemuiden sekretaris/- penningmeester. Wie er uit Nieuwland kwam (of kwamen) is nog niet duidelijk. Het zwaartepunt van de club lag duidelijk op Walcheren. Waarschijnlijk is Terneuzen erbij gekomen via de machinist A.J. Lansen, die in 1879 de eerste socialistische arbeidersvereniging in Vlissingen had opgericht en na veel omzwer vingen (hij werd namelijk telkens om zijn overtuiging ontslagen) hij in Terneuzen werk had gevonden. Wat waren het nu voor mensen die daar op die zesde maart bij elkaar kwamen? Het waren waarschijnlijk allemaal arbeiders, ambachtslie den of kleine burgers. De Vlissingers waren arbeiders op enkele uitzonderingen na, en grotendeels werkzaam op De Schelde. Het waren geschoolde arbeiders. Mieremet bijvoorbeeld was vormer en had al een lange staat van dienst. Ook in de socialistische beweging, want hij was in de zeventigerjaren al lid geweest van de Haagse socialistenvereniging. Dat was ook de groep waar Domela Nieuwenhuis lid van was. Quinten Brand was door A.J. Lansen socialist geworden. Hij werkte als timmerman op De Schelde. Janus de Witte was geen arbeider. Hij dreef een bottelarij in de Walstraat. In de dagen dat Mieremet en Brand nog 18 en 19 cent per uur verdienden, kon hij al één gulden aan Recht voor Allen geven. Jan van Hoepen, ook aktief in de Propagandaclub, was loodsschipper bij het Nederlandse loodswezen, dus ook niet direkt een arbeider. Oudens was in 1885 stationschef geworden in Arnemuiden. In de Propagandaclub werd hij al gauw een van de leiders, omdat hij goed onderlegd was en vooral ook praktisch- organisatorische talenten had. Stationschef te Arnemuiden kan in die tijd onmogelijk een drukke baan geweest zijn en het is dus niet verwonderlijk dat Oudens aan de ene kant veel tijd had om te lezen en aan de andere kant om te schrijven. A.J. Lansen was dus machinist. Wanneer hij er de tijd voor had, schreef hij; zowel gedichten als verhalen. In de Propagandaclub heeft hij zijn sporen wel nagelaten, maar veel heeft hij er toch niet kunnen doen, want al vrij vlug werd hij gedwongen te vertrekken en vond hij werk in Antwerpen. Andere mensen namen zijn plaatsin, daarvan zijn de gebroeders R. en C. Platteeuw bekend. De eerste was houthandelaar, die al snel behoorlijke zaken gedaan moet hebben. Het beroep van C. Platteeuw is onbekend. Later ging hij in Hoek wonen. Tot aan zijn dood in 1919, bleef hij anarchist. Wat de Middelburgers betreft, daar is weinig van te zeggen. De afdeling van de BAKS 'sliep' toen de vergadering van de Propagandaclub plaats vond. Mogelijk is op de vergadering aanwezig geweest A.M. Hollebrands, een wa genmaker: 'een uitnemend vakman en multatuli- aan', wien het, zooals Nieuwenhuis dat noemde, 'niet schemerde vóór de oogen'. Dat is de mening van Cristiaan Cornelissen, over wie we nog veel zullen horen, en 'Nieuwenhuis' is Domela. Dat was het clubje dat besloot 'depropaganda op krachtige wijze ter hand te nemen, opdat de fiere Zeeuw, eenmaal de pionier der vrijheid, niet langer onkundig blijve met het streven der volkspartij, wier doel is, langs den wettigen weg, in het bezit te komen van recht, vrijheid en volkswelvaart!' Propaganda -dat was het middel: propaganda via vergaderingen en via brochures. Die brochures begon men al snel uit te geven. Geen enkele is tot op heden teruggevonden, maar van de eerste weten we wel enigszins de inhoud. Die ging namelijk over algemeen stemrecht en volgens de Middelburgsche Courant stond er niets nieuws of onrustbarends in. Men lepelde de overbekende argumenten nog eens op. Dat betekent dat de club het werk goed aanvatte: de informatie werd eenvoudig gehouden en men probeerde zó te werk te gaan dat niemand werd afgeschrikt. Deze aanpak zal wel van Oudens afkomstig zijn. Hij heeft ook een van de brochures geschreven, maar welke is niet te zeggen. Misschien was het de tweede, die 'de ware broederliefde' heette. Daarna zijn nog een stel van deze 'Volksgeschriften' verschenen, waar niet eens de titels van bekend zijn In ieder geval was no. 6 de laatste: 'waarom algemeen kies- en stemrecht?' Toen was men weer terug bij af en schrijven we een jaar later: voorjaar 1888. Uiteraard kostte het uitgeven van dergelijke brochures geld en daar ontbrak het de club nogal aan. In het 'Groninger Weekblad', orgaan van de beweging voor algemeen stemrecht, kom je nogal eens een oproep tegen om geld te sturen. 'Zeeland is een dankbaar arbeidsveld voor onze beginse len, mits er met beleid worde gewerkt.Op zoveel mogelijk dorpen probeerde de club zijn mensen te krijgen en waren er genoeg, dan werd er een afdeling van de BAKS opgericht: zoals in Terneuzen, begin november 1887. Toch was dit niet voldoende en men kon te weinig uitrichten. Een teken daarvan was het voorstel dat de club aan de BAKS deed om een fonds in te stellen waaruit een reizend spreker betaald kon worden. Als men maar meer geld had kon men allerlei plaatsen bewerken, waar men nu niet kon komen. Te denken valt aan de dijkwerkers van Westkapelle, die niet alleen veel staakten maar ook al vroeg (zo rond 1880) het idee hadden gekregen dat de winst van de aannemer gestolen was uit de zakken van de dijkwerkers. Dergelijke mensen moesten veel regelmatiger bewerkt worden dan met incidentele brochures. Daarom kwamen bij de club plannen op om een eigen blad uit te gaan geven. Daarom ging men geldschieters zoeken. In de tweede helft van 1887 had men kennelijk al succes, want de datum waarop het eerste nummer van het blad zou verschijnen werd vastgesteld op 1 januari 1888: Er kwam echter toch nog een kinkje in de kabel en zo verscheen pas op 1 april 1888 'De Volksstem', blad ter eenvoudige bespreking van maatschappelijke vraagstukken! BERT ALTENA

Tijdschriftenbank Zeeland

Nieuw Zeeland | 1984 | | pagina 6