Terug naar de strijd om het bestaan BOEREN IN ZEELAND 'SOCIALE IN NOVA TIE': Flexibiliteit Glijmiddel Composthoop Bruine boterhammen HIEUW ZEELAND 11 Niet alles haalt de krant. Ad de Jong maakte voor de Volkskrant een verslagje van een discussie over de gewenste ontwikkelingen in de industrie. De Industriebond FNV heeft een Herstelplan voor de Industrie opgesteld, waarin medezeggenschap van de werknemers op alle terreinen een noodzaak wordt genoemd. Tijdens de discussie bleek dat de twee aanwezige Zeeuwse werkgevers de democratie niet tot de bedrijven willen toelaten. De continuiteit van een onderneming eist een slagvaardig beleid en zeker als er mensen moeten worden ontslagen, kun je daar met de betrokkenen niet over in discussie gaan, zo menen zij. Hardere nieuwsfeiten verdrongen dit verslag, maar het geeft een aardig inzicht in de gescheiden werelden van democratische bestuursvormen buiten en totalitaire regimes binnen de ondernemingen. Daarom drukt Nieuw Zeeland het wel af. Als het om medezeggenschap van werknemers gaat, zijn werkgevers nauwelijks bereid de toegestoken hand van de Industriebond FNV te drukken. Zo bleek in Goes tijdens een themadag over het Herstelplan van de FNV voor de industrie. Op uitnodiging van de Industriebond FNV gaven twee Zeeuwse werkgevers, voorzitter Dick Visser van de Industriebond en een lid van gedeputeerde staten hun visie op de gewenste ontwikkelingen in de industrie. Het gehoor bestond voor namelijk uit kaderleden van de bond. Overeenstemming heerste er wel over de noodzaak tot een industrieel herstel te komen. De industriebond laat voor dat doel de gemeenschap pelijke belangen van werknemers, werkgevers en overheid zwaarder wegen dan de tegenstellingen. 'Conti nuiteit van de onderneming is niet uitsluitend een werkgeversbelang, maar ook een werknemersbelang', meldde Dick Visser. En: 'Volledige en volwaardige werkgelegenheid kan je immers alleen maar nastreven met goedlopende ondernemingen, waar van de continuiteit is gewaarborgd.' Alleen in goed overleg tussen overheid, werknemers en werkgevers kan men de gigantische problemen oplossen die arbeidstijdverkorting, het scheppen van nieuwe werkgelegenheid en indus trieel herstel met zich meebrengen. In dat opzicht noemde Visser de investe ring voor de uitbreiding van de Total raffinaderij bij Vlissingen een voor beeld van hoe het niet moet. De order van een kleine miljard gulden ging naar Duitsland, zodat Zeeland een kans miste zijn industriële basis te verbre den. Werkgelegenheid is geen wezen- lijk onderdeel van het beleid van ondernemers, luidde Vissers conclusie. Zijn remedie is dat werknemers gelijkwaardig gaan meepraten op gebieden die traditioneel zijn voorbe houden aan het management, zoals plaats van vestiging, productie, onder zoek en ontwikkeling, investeringen en arbeidsorganisatie. Directeur Schalk wijk van Péchiney Vlissingen vond dat allemaal te ambitieus. 'Als ik de veelomvattendheid zie en de tegen strijdigheden, ben ik bang dat het op een teleurstelling zal uitlopen en dat veel tijd zal verloren gaan door rituele dansen. Ik zou 't liever dichter bij huis willen zoeken. Hij wil wel praten over nieuwe organisatie van het arbeidersvoor- waardenbeleid. 'Maar ik wantrouw de flexibiliteit van werknemers.Automa tisering in een bedrijf noemde Schalk wijk nauwelijks een zaak van overleg: 'dat is ondernemerswerk.' Meer zeg genschap over investeringen is in de visie van Schalkwijk ook nauwelijks mogelijk. Zijn collega, directeur van de Vijver van de A.K.F. (Apparaten en Ketel Fabriek) in Goes bleek evenmin gecharmeerd van inspraak, laat staan gelijkwaardig overleg. 'Voor de moti vatie van mensen in het bedrijf is het nuttig en goed. Bij het bepalen van strategieën en beleid in samenhang met innovatie van producten en produc tiemethoden is medezeggenschap in tegenstrijd met de zekerheid van werk, want innovatie brengt onzekerheid mee. Je loopt het risico dat ver nieuwingen door medezeggenschap worden belemmerd.' Zo heeft de industriebond de industriële ver nieuwing niet bedoeld en de medezeg genschap werd dan ook het grootste discussiepunt na de inleidingen. Schalkwijk vat het ondernemerspro bleem dan als volgt samen: 'Rende mentsherstel en innovatie beteknt vaak ontslagen, in elk geval op de korte termijn. Is het niet logisch dat de ondernemer bij het aftasten van dit soort zaken huiverig is om de werkne mers erbij te betrekken?' Het woord flexibiliteit valt en de oproep aan mensen minder vast te houden aan zekerheden die geen zekerheden zijn. Van de Vijver zei 't eerder zo: 'Van de verzorgingsstaat moeten we terug naar de strijd om het bestaan, waarin werk geen vaststaande zekerheid meer is. Aanvaarden we dit, dan hoeven we 't als samenleving niet te verliezen. Dit accepteren zou een belangrijke sociale innovatie zijn.' Kortom, 'overleg is een glijmiddel' (Schalkwijk) en de ondernemer be paalt hoe ver dat mag gaan. Een en ander leidde tot pleidooien uit de zaal voor een hardere opstelling van de industriebond. 'Ik zie 'n beetje een omkering van waarden ontstaan,' meent iemand. 'Eerst denken over herstel industrie en dan pas het sociaal beleid. We zijn toch een sociale strijdorganisatie?. Het sociaal beleid moet voorop blijven staan. 'Dat was in de jaren zeventig terecht, aldus Dick Visser. 'Nu moeten we knokken om de groei weer tot stand te brengen en dan pas komt de verdeling. Aarde droeg het in haar schoot Zonlicht bracht het rijpend groot Zon en aarde die ons dit schenken Wij zullen dankbaar aan u denken (Antroposofische spreuk voor de maaltijd) Vervolg van pag. 5. intensiever spuiten in de gangbare landbouw. Als het gaat om de bemesting, zijn de verschillen mogelijk nog kleiner: door gebruik van organische mest en vlinderbloemigen (peulvruchten) zorgt ook de alternatieve boer voor een vervuiling van het oppervlaktewater met stikstof. Kunstmest wordt name lijk veel sneller door de planten opgenomen en spoelt daardoor minder uit naar het oppervlaktewater. Het kwalijke effect van natuurlijke mest zal waarschijnlijk veel minder zijn op de bedrijven waar het wordt gemengd met tuinafval, aarde en andere preparaten, zoals in de ekolo- gische en b.d.-landbouw. De compost hoop is het hart van het bedrijf, zegt de b.-d.-boer. Niettemin, het is te simpel om te zeggen dat de gangbare landbouw milieuver vuilend werkt en de alternatieve milieuvriendelijk. Zo groot zijn die verschillen niet. Wel kun je zeggen dat van de acht alternatieve en de gangbare methoden de ekologische en b.-d.- methode het minst vervuilen. Wat smaak en geur betreft hebben de alternatieve producten een betere kwaliteit. Kunstmest en bestrijdings middelen verminderen de smaak en de geur. De biologische producten zijn steviger en vaak ook langer houdbaar. Door de kunstmest blijken de gewas sen in de gangbare landbouw meer water op te nemen en dus ook wateriger te worden. Zo is de biolo- gisch-dynamische champignon 25 pro cent langer houdbaar. De commissie constateerde ook dat selderij na een bewaarperiode drie tot vier procent gewicht had verloren tegen 20 tot 25 procent voor de 'gangbare selderij'. Bij het koken van groente verloren de gangbare producten ook meer gewicht. In de voedingswaarde kon men niet zo veel verschil ontdekken. Bestrijdings middelen geven een negatief effect op het vitaminegehalte, maar daar staat weer tegenover dat ziekten en plagen in de biologische landbouw het vitamine gehalte ook verminderen. Waarschijn lijk zullen alternatieve landbouwers deze conclusie niet delen. Wie op de alternatieve landbouwtoer gaat, moet over het algemeen rekenen op een lagere opbrengst per hectare. Enerzijds moeten meer ziekten en plagen worden getolereerd, anderzijds kan er niet zo intensief van een stuk grond gebruik worden gemaakt. Dat maakt biologische producten duur, natuurlijk in vergelijking met de andere producten op de markt. Biologische boeren menen overigens dat de consument hier geen extra geld aan biologische producten kwijt hoeft te zijn, wanneer ze een goed voedings patroon toepassen: drie zware bruine boterhammen wegen tegen zeven witte sneetjes op, zó ongeveer. Uit een onderzoek in Amerika kwam een andere conclusie naar voren. Biologische bedrijven halen daar een ongeveer gelijke geldelijke opbrengst binnen als de gangbare landbouw. De prijzen zijn er wel gelijk, de biologisch geteelde producten komen er tussen de gangbare in de winkel te liggen, maar door het niet gebruiken van kunstmest en bestrijdingsmiddelen komt er toch hetzelfde geld binnen. De Amerikaan se onderzoekers verwachten dat biolo gische bedrijven zelfs een bloeiende tijd tegemoet gaan door het duurder worden van kunstmest en bestrij dingsmiddelen. AD DE JONG

Tijdschriftenbank Zeeland

Nieuw Zeeland | 1984 | | pagina 11