Het gaat goed What race provided the models for these great heads? 3 Grondwet Het mes Benoemd HIEUW ZEELAND (JJ) fr&cj hjut^ ^IAA/ ^^Uyu^L - [IA- T^L^ou^t^. y^2^7 <yC( - Tekening: Joop Dam Middelburger Jgcob Roggeveen, zoon van de aardrijkskundige Arend R. ondernam in 1721 een zeereis naar het onbekend Zuidland, Terra Incognita Australis. Hij rustte met steun van de West-Indische Compagnie drie schepen uit: de Arend, de Thienhoven en de Africaensche Galey. Hij voer langs de Braziliaanse kust, bezocht en passant de Falkland-eilanden (die hij herdoopte tot Belgia Australis) en rondde vervolgens Kaap Hoorn. Het Zuidland vond hij niet, hoewel hij tot zestig graden zuiderbreedte afzakte. In de Stille Zuidzee bereikte hij eerst Juan Fernandez, het eiland van Robinson Crusoë en op eerste Paasdag van het jaar 1722 Rapa Nu, later bekend als Paaseiland, Isla de Pascua, nu Easter Island. De bewoners van het onbekende eiland waren niet onvriendelijk. De inboorling, die als eerste aan boord van de Arend klom bleek 'gansch naakt, sonder het minste deksel te hebben voor' t geene dat d eerbaaheyt weygert klaerder te noemen', en verder 'bonden hem een laptjen zeyldoek voor syn schamelheyt.'t geen hem wonderwel behaagde.' Toen de zeelui aan wal gingen bleken de inwoners ook wel bontgekleurde kledingstukken te dragen. Het meest opzienbarend voor hen waren de grote beelden uit vulkanische tufsteen, tot 4,5 meter hoogte oprijzend uit de kusthellingen. De physionomie van de koppen vertoont, voor ons, merkwaardigerwijs een sterke overeenkomst met die van de (mannelijke) zeeuwse autochtonen van het zgn. langschedel-type. Roggeveen vermeldt in zijn journaal dat vele beelden toen al omgevallen waren, maar ook dat de eilanders de beelden nog aanbaden en hen vuur- en rookoffers brachten. Vijftig jaar later constateerden de Engelsman Cook en de Franse ontdekker de la Perouse dat zij voor de beelden geen eerbied meer koesterden en vroege zendelingen bemerkten dat (na het vertrek van* Roggeveen en de zijnen) witte goden met rose gezichten, die in schepen gekomen waren, hun devotie genoten. Roggeveen vermeldt ook nog dat Het zal voor de lezer een geruststelling zijn te weten dat het goed gaat met Nieuw Zeeland. Een jaar geleden, op 1 mei 1983, kwam de redactie naar buiten met de plannen voor een nieuw Zeeuws maandblad. Op de 1 mei viering in Oost Souburg was Nieuw Zeeland onder meer aanwezig met de hiernaast afgebeelde tekening van het Paaseiland. Een mooie tekening en een aardige tekst. Tja, maar goed, het was een grote gok, vooral financieel, want de initiatiefnemers zouden zelf voor de kosten moeten opdraaien als het een flop werd. Het abonneebestand en de losse verkoop ontwikkelen zich echter dermate gunstig dat daarvoor geen angst meer hoeft te bestaan. Dat is natuurlijk voornamelijk te danken aan de vele medewerkers die belangeloos hun vrije tijd ter beschikking stellen om Nieuw Zeeland tot een succes te maken. Maar dat betekent nog niet dat we er al zijn. Het zal nog heel wat inspanning vergen vooraleer Nieuw Zeeland een krant is die iedereen gelezen moet hebben. Dat heeft te maken met de macht van de kwaliteit en met de macht van het getal: op naar de 10.000 abonnees. Bestuur Stichting Nieuw Zeeland. veel beelden met een lang kleed, van de hals tot de voet, omhangen waren, 'hebbende op het hoofd een korf, daar opgestapelde wit geschilderde keystenen in lagen', en de la Perouse geeft in zijn werk 'Voyages' een afbeelding van genoemde hoofddeksels. De overeenkomst met de zeeuwse boerenhoed is frappant. Dit en de eerder genoemde gelijkenis zouden er op kunnen wijzen dat andere zeeuwen al eeuwen vóór Roggeveen dit eiland bezocht hebben. En dat zou weereen antwoord kunnen zijn op de vraag van Thor Heyerdahl, 'what race provided the models for these great heads?' Hij onderzocht heteiland (The Worlds Navel) en zijn monumenten in 1955 en schreef naar aanleiding van zijn bevindingen het werk Secrets of Easter Island. JOOP DAM Wie controleert de controleur? Controle op sociale voorzieningen is goed te verdedigen. Of dat via het fenomeen sociaal rechercheur moet gebeuren, is de vraag. De bevoegdheden van een sociaal rechercheur zijn niet algemeen bekend. Als hij buiten zijn boekje gaat, wie wijst hem dan terecht? Hoe kom je erachter dat hij buiten zijn boekje gaat? Het is interessant eens te bekijken welke bevoegdheden de sociaal rechercheur en de sociale dienst hebben als het gaat om het voorkomen van misbruik bij sociale voorzieningen. Tenslotte zijn er in Vlissingen twee sociaal rechercheurs aan het werk en hebben andere gemeenten plannen er een in dienst te nemen. (Nieuw Zeeland Nr. 0). In de Algemene Bijstandswet staat de bepaling dat aanvragers van een uitkering verplicht zijn informatie te geven die van belang kan zijn van het wel of niet toekennen van of recht hebben op een uitkering. Over sociaal rechercheurs wordt in deze wet niet gerept. In het gewone strafrecht staat wel iets over steunfraude: licht een uitkeringstrekker de boel op, dan mag iemand worden benoemd die de bevoegdheid krijgt hem op te sporen. De sociaal rechercheur heeft dus geen algemene bevoegdheid, maar slechts een opsporingsbevoegdheid ten aan zien van de bijstandswet. Je kunt hem vergelijken met een controleur van het GAK die moet toezien op het naleven van de ziekteweg. Hij mag dan ook niet de gangen nagaan van iemand die mogelijk met een bijstandtrekker samenwoont. De directeur van de sociale dienst Goes gaat bijvoorbeeld buiten zijn boekje als hij meldt dat het voldoende is de uitkering van een bijstandsvrouw in te trekken als hij haar regelmatig met eenzelfde man boodschappen ziet doen. De man heeft niets te maken met de uitkerings gerechtigde en is daarom geen object van onderzoek. De PZEM overtreedt ook de grond wet (recht op privacy) wanneer ze informatie verstrekt over het energie verbruik van een bijstandtrekker. Zelfs als het energiegebruik en het boodschappen doen niét tot de privézaken hoorden, dan zou daar, juridisch gezien, niet uit kunnen worden afgeleid dat iemand met die of gene samenwoont. Een sociale dienst mag dus iemand aanstellen die een frauderend uitke ringstrekker mag opsporen. Zijn baas is dan de wethouder van sociale zaken. Ruikt een rechercheur 'een zaak', dan kan hij verschillende stappen zetten die elk weer onder een andere rechtssoort vallen. Dat kan het Administratief Recht zijn. Dat geeft de sociale dienst (formeel nemen b. en w. de beslissing) de bevoegdheid de uitkering in te trekken of te korten. Het kan Strafrecht zijn. Dan kan de sociale dienst de officier van justitie vragen over te gaan tot strafvervol ging. De officier beslist of dit inderdaad gebeurt. Tenslotte kan de sociale dienst op basis van het Civiel Recht de kantoorrechter vragen de verstrekte uitkeringen terug te vorderen. Wie dit overkomt, zit dus zonder geld. Hoewel vrijwel niemand dat weet, is daar wel wat tegen te doen. Onmiddel lijk na het intrekken van de uitkering moet bij de commissaris van de koningin een verzoek tot vervangende bijstand worden ingediend. Dit ge beurt zelden. Wordt dit verzoek afgewezen, kun je een procedure beginnen volgens de wet AROB (Algemene Wet op Overheids Beslis singen): eerst een bezwaarschrift naar de commissaris en vervolgens naar de Raad van State. Het is wel raadzaam een advocaat in te schakelen. Ook tegen het intrekken van de uitkering is verweer mogelijk. Ook dan is de hulp van een advocaat doorgaans onont beerlijk. Allereerst moet er een bezwaarschrift naar b. en w. Beslissen die negatief dan is beroep bij gedeputeerde staten mogelijk en daar na nog bij de Kroon. Het zal duidelijk zijn dat de mensen die slachtoffer worden van de praktij ken van de sociaal rechercheur doorgaans niet zullen weten of hij buiten zijn boekje is gegaan. Ze zullen meestal ook niet weten wat hun rechten zijn, want dan moet je zo'n beetje een studie rechten achter de rug hebben. Het lijkt een beetje op de B.V.D., op een geheime staatspolitie. Bovenstaand overzichtje mag dan ook een redelijke verdeling van rechten en plichten van uitkeringsgerechtigde en sociale dienst lijken, de kennis daarover is ongelijk verdeeld en dus snijdt het mes slechts aan een kant: die van de overheid. PHdG Foto: Johan Sinke Dit is' m weer, de Middelburgse sociaal rechercheur Wouters. Inmiddels is Wouters officieel benoemd; hij was de enige die op de baan had gesolliciteerd. Maar, bijstandsmoeders hebben even de tijd om afscheid te nemen van bij hen inwonende mannen. Tot half juni is Wouters uithuizig, hij volgt een stage in Bergen op Zoom en een cursus in Roosendaal.

Tijdschriftenbank Zeeland

Nieuw Zeeland | 1984 | | pagina 3