'Lamlendige poetszakken, met monden als stalpoorten, maar ze willen alles zoetsappig.' DE SOCIALISTISCHE PERS IN ZEELAND (5) 6 Licht en Waarheid Allo jongens Feminisme Ter droevige nagedachtenis Gezelliga Samenkomst Roode Nemesis Coup NIEUW ZEELAND Eind januari 1889 werd het eerste Zeeuwse socialistische blad, 'De Volksstem' opgedoekt. Het duurde echter maar een paar maanden of er verscheen een nieuw propaganda-blad. 'Licht en Waarheid' was de naam en een dame met toorts plus half ontblote boezem sierde de kop. Niet alleen het formaat was anders dan De Volksstem, ook de inhoud: want informatie over Zeeuwse toestanden werden niet vermeld in dit blad. Desalniettemin kende Licht en Waarheid een turbulente ontwikkeling. Daarover gaat deze vijfde aflevering van onze serie. Waarheid en recht vaardigheid ook tejjer - over een tegenstander ja de eerste plicht van den man. Ferd. Las?allc. Het onderwijs der armen is door de regee ringen verwaarloosd. Prijs per 3 maanden: Ï.0.2J franco per post. Uitgever L. Mieremet te Vlissingen Dit biad verschijnt eiken Zaterdag - avond. De opheffing van het blad De Volksstem was het gevolg van een strategische wending in de richting van het antiparlementarisme. Maar de Zeeuwse Propagandaclub was nu een belangrijk propagandamiddel kwijt. Die propaganda werd extra moeilijk, wanneer vergaderingen werden verhinderd, zoals in Middelburg. 'Och, daar hadden de liberale kwakzalvers wel voor gezorgddat daar voor ons geen zaal te bekomen was', schreef Zeeleeuw in Recht voor Allen van 28/29 april 1889. Zoiets was een week eerder ook in Kruiningen gebeurd en in Hoofdplaat had de politie een arbeider die socialistische brochures verspreidde, onder druk gezet. Het was logisch dat men probeerde een nieuw blad op te richten. Dan konden de mensen per post bereikt worden. Recht voor Allen kondigde op 21/22 april het blaadje aan: 'Licht en Waarheid' zou het heten. Het zou heel goedkoop zijn, 20 cent per kwartaal. Losse nummers voor Middelburgen Vlissingen 1 cent, andere plaatsen 2 cent. Het zou geen nieuwsblad worden maar enkel politieke, maatschappelijke en weten schappelijke onderwerpen bespreken. Oudens moet buiten de voorbereidingen geble ven zijn, want een week later kwam Zeeleeuw in Recht voor Allen vertellen dat een blad in de provincie, lokaal gericht moet zijn, wil het succes hebben. Verdwijnen zou er deze keer echter niet bij zijn, antwoordde uitgever Lodewijk Miere met, want Licht en Waarheid zou op een eigen pers gedrukt worden! Hoe kwam de Propagandaclub aan geld voor een drukpers? Het is niet bekend hoe duur die pers was. Een vermogen zal er niet aan besteed zijn, maar voor de arbeiders altijd nog een heel bedrag. Mieremet schreef dat de aanschaf 'moeiten en uitgaven' genoeg kostte. Hij en nog een Vlissinger moesten leningen afsluiten. Ook rijke geestverwanten uit Middelburg (De Witt Hamer, Henriëtte v.d. Meij en F.M. Wibaut) zorgden waarschijnlijk voor geld. Hun rol was in deze jaren niet veel groter dan die van financier. Ik schat dat Wibaut, mededirekteur van een Middelburgse houthandel niet voor 1891 mee ging draaien in de Zeeuwsche Propagandaclub. En ook toen is zijn rol niet groot geweest. Het eerste nummer van Licht en Waarheid verscheen op 18 mei 1889. Een klein blaadje, bijna half zo groot als De Volksstem. Keurig gedrukt, maar saai gelayout en niet echt pakkend geschreven. Het bevatte ter opening het eerste van twee artikelen over 'De ontwikkeling der arbeidende klasse', ongetwijfeld van de hand van Cornelissen. Een nieuwsblad werd het inderdaad niet. Een enkele keer kwamen er wel eens oproepen in voor, bv. om niet alleen in de winter, wanneer de vrije avonden langer waren, propaganda te maken maar ook in de zomer er op uit te trekken: 'Men neemt een pak liederen en geschriften (kosteloos te verkrijgen) onder den I arm en dan, allo jongens, welgemoed den boer op. In de fraaie streken van Zeeland is zo 'n uitstapje dubbel aangenaam. Dat beurt wat op in dezen slechte tijd' (617/89). Organisatorisch zweefden dergelijke oproepen echter in de lucht. Dat remde de opkomst van het socialisme in Zeeland. Via een vragenbus probeerde de redaktie beter kontakt met de lezers te krijgen. Allerlei vragen (vooral naar aanleiding van een serie waarin het Christendom met het Boeddhisme vergeleken werd) daarin gesteld, werden door de redaktie op een bevattelijke manier beantwoord. Alleen L. te E. die zich afvroeg waar God was voor hij met de schepping begon, werd verwezen naar Job 38:7, waar het over 'de zonen Gods' gaat. Hij moest het hen maar eens vragen. Later werd er ook een rubriek wetenschappelijke wetenswaardigheden geopend, waarin o.m. werd uiteengezet hoe groot de wereld was. Het belangrijkste waren natuurlijk de hoofdarti kelen. Ze verschenen vaak in serievorm. Een groot aantal van deze grotere artikelen kwam van Christiaan Cornelissen, meestal onder de schuil naam Clemens, 'de naam, welken 17 pausen gedragen hebben, te beginnen met Clemens Romanus, de eerste bisschop van Rome. Waarschijnlijk was dit een grapje van hem, overdadig geestig was hij niet. Het was een naam met een betekenis: Clemens stond voor de genadige, de zachtaardige. Als kontrast zette hij die naam onder een artikelenserie die eindigde met de vaststelling dat de socialisten werden uitgemaakt voor: 'schobbers, dronkaards, schoeljes, dieven, opruiers, kanalje en dergelijke zaken meer.' In deze jaren kwam in Nederland een diskussie op gang over de verhouding feminisme socialisme en over de vraag hoe de socialisten tegenover de eisen van de vrouw moesten staan. In een artikel, dat vrijwel zeker van Cornelissen is, benadrukte hij dat in het algemeen vrouwen het nog zwaarder hadden dan mannen. De vrouw van de fabrieksarbeider was er het ongelukkigst aan toè. Haar man kon nog een paar uur slapen, maar 'dan spoken zijn vrouw nog door de gedachte: betaling van schulden, een ledige broodkast, kinderen, die geen hemd aan het lijf hebben, en Boven: F. M. Wibaut Onder: Vragenbus uit Licht en Waarheid VRAGENBUS "V r. 3 L. te E. Volgens het bijbelverhaal schiep God hemel en aarde uit niets; maar waar was God dan voor hij met scheppen begon 1 -J£co Druk- i ten «*d« u vu het (OldMU it erven vu Z. U. dra koning enz. rat voor de leden met kunne vrouwen vu de Aftrallajrna UOOXL1UU ea TI1I- inon op ZONDAG je NOVEMBER. avond* S uur. Zaal Wed. SCHEIBLER, Badhuisweg te VlLMdng-en. -t-W T '«f1 (Dit Een advertentie uit Recht voor Allen, 27 november 1890. een doosje in den hoek van haar naaikistje, gevuld met lombardbriefjes.' Geen wonder dat arbeidersvrouwen vroeg oud waren. Socialisten zouden in hun huiselijk leven een voorbeeld moeten zijn. Ze spréken wel vaak van de ontvoogding van de vrouw, maar ze déden er zo weinig aan. 'Wanneer een vrouw, zoo roepen wij den partijgenooten toe, zich uit vrije verkiezing met u vereenigt, behandelt haar dan ook als een vrije, ook al geeft de wet u macht over haar.' Dergelijke woorden waren maar al te zeer op hun plaats, want in de ogen van veel socialisten hoorde de vrouw thuis voor de kinderen te zorgen. Vergaderen was mannenwerk. Intussen brachten de mannen met dat vergaderen en propaganda maken soms het bestaan van hun gezin in gevaar en daarom moest vaak grote tegenstand van de vrouw overwonnen worden. Begon de man er nu eens mee de wetten van het socialisme thuis na te leven, dan zouden de vrouwen allicht eerder gewonnen worden Er schreven ook anderen dan Cornelissen in het blad. Zo verscheen een serie over de revolutie, die al snel verzandde in een felle aanval op de bekrompen kleinburgers, die op de scholen gevormd worden in kruipen, hielenlikken en bedonderen. Even felle aanvallen kwamen op de godsdienst, die een 'huichelachtige zedeleer' preekte met 'geboden van eenen god, welke men altijd kon overtreden mits hem later door offeranden weder verzoende.' Dit zijn waarschijnlijk de pennevruchten van een nieuwe ster aan het Zeeuwse firmament, eentje die snel steeg bovendien. Hij noemde zich al gauw naar de godin van de wraak: 'Roode Nemesis'. Van hem was een serie over de 'nachtverblijven der armen': de nachtasylen in Londen. Hij schetste de diepe ellende waarin duizenden armoedzaaiers zich bevonden. Wat een kontrast met de onmetelijke rijkdom van de Engelse welgestelden riep Roode Nemesis: 'dan zal men begrijpen, dat de rijken op hunne beurt ook op geen edele behandeling aanspraak kunnen maken, dat zij niets te verwachten hebben van eene wraakneming, die geëvenredigd is aan de onderdrukking die zij uitoefenen!' Dat was andere taal dan die van Cornelissen. Die had geschreven dat de socialisten liefst geen geweld gebruikten. 'Waarom eigenlijk niet?', vroeg R.N.; 'Hadden de rijken, de machtigen, ooit afkeer van geweld?' Oorlogen, diefstal van loon: 'schreeuwt het niet om wraak en roept het niet luide: Oog voor oog, tand voor tand!' Cornelissen schreef, dat geweld dom was, arbeidskracht en grondstoffen vernietigde en een reaktie zou oproepen die veel zou bederven. Maar Nemesis vond kapot slaan helemaal niet dom. Het was slechts vervormen van grondstoffen zoals in fabrieken dagelijks gebeurt. Slopen en opbouwen waren een natuurverschijnsel. Met zachtheid optreden leidde tot niets. In een ommezien was Roode Ne mesis een individualistische anarchist van het zui verste water. Op den duur werd het zo dat Roode Nemesis op bladzijde 3 en 4 van Licht en Waarheid afbrak, wat Cornelissen op bladzijde 1 en 2 had opgebouwd. Wie was deze Roode Nemesis? Het was een man die op de Seislaagte in Middelburg een onopvallend leven leidde. Voor het raam van zijn werkplaatsje een bord met erop de mededeling dat hier alles gerepareerd werd wat de klant maar aanbood: ketels, kachels, schoenen, horloges, klokken naaimachines, enz. In dit werkplaatsje stond ook de handpers waarop Licht en Waarheid gedrukt werd. Charles Hagedoorn heette hij. Hij was in 1849 in Londen geboren, had in ZuidAfrika gewoond en leefde sinds oktober 1885 teruggetrokken in Middelburg. 'Een zonderling', vond Cornelissen. Hij dronk en rookte niet; naar de kerk gaan deed hij ook niet. Kerkgenootschappen waren adderengebroed- sel', zei hij niet onbijbels. Het kollektief dat Licht en Waarheid uitgaf, voelde hij al gauw als een knellende band: 'Lamlendige poetszakken', met 'monden als stalpoorten, maar ze willen alles zoetsappig.' Lieden die hun wijsheden toch onder de juffrouw van Licht en Waarheid zetten, 'onder dat goeje mensch, die je met haarfakkel de weg wijst, hoe je den brand moetDit werd op 18 januari 1890 geschreven. Drie weken later stond er in Recht voor Allen een oproep van Lodewijk Mieremet om geen gelden meer af te zenden naar Hagedoorn, 'daar die persoon niet benoemd is tot kassier of administrateur, doch toevallig papier, pers en letters in handen heeft.Hagedoorn had een coup gepleegd! Groot was de woede in Vlissingen. 'Met de grootste moeite slechts slaagden wij er in, te voorkomen, dat de mannen van deSchelde' naar Middelburg kwamen, om in het armelijke boeltje van Hagedoorn beslag op de pers te leggen, of anders alles kort en klein te slaan', schrijft Cornelissen, die er niet bij vertelt waarom hij Hagedoorn zijn gang liet gaan. Hagedoorn moest nu voor het blad aan geld zien te komen door advertenties op te nemen en een steunpenning te openen. De adverteerders waren bekende socialisten, ook Kingmans, later bakker in Vlissingen. De koers van het blad werd onverbiddelijk in de richting van Roode Nemesis gedreven en van een provinciaal werd het een landelijk blaadje. Merkwaardigerwijs verdween de dame met haar inspirerende fakkel al vlug van het titelblad. Hagedoorn wist het een hele tijd te redden. In november 1891 gaf hij het nog uit en was het blad het erkende orgaan van de individualistische anarchisten in Nederland geworden. Wat er precies is gebeurd, is moeilijk te achterhalen, maar begin 1893 was het blad in bezit gekomen van Willem Meng, een gewezen dominee en leider van de vereniging 'Wie denkt, overwint'. Meng was in deze dagen nog een Multatuli-fanatikus. In die geest werd Licht en Waarheid door hem geredigeerd. Maar al gauw werd hij spiritist en tenslotte kwam hij in theosofie terecht. Zo werd een blaadje dat eens in Zeeland het socialisme moest brengen, Nederland vergastte op een forse portie anarchisme, nog dertig jaar lang de spreekstem van de Nederlandse theosofen. BERT ALTENA

Tijdschriftenbank Zeeland

Nieuw Zeeland | 1984 | | pagina 6