DE PZEM-VERHULLINGSDIENST DRAAIDE WEER OPTIMAAL 3 'Borssele gaat door voor een van de meest veilige kerncentrales ter we reld. Maar is dat werkelijk zo? In januari van dit jaar zorgde een samenspel van storingen, nalatigheid en bijzondere omstandigheden bijna voor een groot ongeval. Veiligheids kleppen bleken vastgeroest, meetge gevens werden te laat doorgespeeld en het koelwaterkanaal kwam droog te staan. De direktie van de centrale is de schrik evenwel pas 48 uur na de bedrijfsstoring in de benen geslagen, toen bij een inspektie bleek dat de centrale mogelijk negen maanden lang met vastgeroeste veiligheids kleppen heeft gedraaid.' Fluitketel Geen problemen Angel Saillant detail Kinnesinne HIEUW ZEELAND Bijna-ramp in Borssele Op 23 juni van dit jaar brengt de Haagse krant Het Binnenhof een pagina-groot verhaal, dat begint met de volgende zinsnede: Het verhaal dat daarna volgt, liegt er niet om: twee funktionarissen, die direkt bij het toezicht op de kerncentrale zijn betrokken, één van de Dienst voor het Stoomwezen en één van de Kernfysische Dienst, erkennen, dat de kerncen trale van Borssele inderdaad maandenlang (mogelijk zelf 9 maanden) met vastgeroeste veiligheidskleppen heeft gedraaid. En dat terwijl volgens de Wet op het Stoomwezen een stoomketel met niet-werkende veiligheidsklep pen onmiddellijk moet worden stilgelegd. Immers, als een teveel aan stoomdruk niet kan worden afgevoerd, ontstaat de kans op een explosie. Op zondag 22 januari onstaat er zo'n situatie. Door het extreem lage water in de Westerschelde krijgt de kerncentrale onvoldoende koelwater. In de regelzaal van de centrale gaat een alarm over: de druk in de bij-koelsystemen is sterk teruggelopen. Men besluit in allerijl om de centrale stil te leggen. Dat lijkt simpel, maar dat is het niet. De heer J. Versteeg van de Kernfysische Dienst vergelijkt het in Het Binnenhof met een fluitketel, waaronder het gas wordt uitgedraaid: het gas is uit, maar het water in de ketel is nog niet afgekoeld. Bij een fluitketel is dat niet zo erg, maar een uitgeschakelde reactor-kern moet nagekoeld worden. Anders zouden druk en temperatuur steeds verder stijgen en uiteindelijk de kern smelten: het ernstigste ongeluk, dat denkbaar is. Versteeg: 'Nu was het derde koelwatersysteem uitgevallen door het droogvallen van het koelwaterkanaal. De turbine en de waterpompen moesten daardoor worden uitgeschakeld. Door dat de afgeregelde reactor nog bleef nagloeien liep de druk in het tweede koelwatersysteem vervolgens op. Normaal wordt het teveel aan stoom dan via een pijp om de turbine heen afgevoerd. Deze weg was echter geblokkeerd, want er was een elektrische storing waardoor het afblazen via de turbine niet lukte. Het enige alternatief dat dan nog rest is: afblazen via het dak, zoals dat bij de PZEM heet. Uit veiligheidsoogpunt zijn in het dak van de centrale twee noodkleppen aangebracht. Die hadden (de druk was in enkele minuten tijd tot 93 atmosfeer opgelopen) allang automatisch open moeten schieten. Dat gebeurde echter niet. Alleen maar door het koelbloedig handelen van een werknemer in de regelzaal gebeuren er geen ongelukken. Deze man ziet de druk peilsnel oplopen en draait met de hand de afblaasklep op het dak open. Zo begint rond kwart voor twaalf op die gedenkwaardige zondag de nucleaire fluitketel van Borssele stoom af te blazen. De volgende dag meldt de PZC, dat de kerncentrale (én de conventionele) buiten bedrijf zijn gesteld wegens de extreem lage waterstand. De direkteur van de kerncentrale, ir. Tiktak meldt aan de krant, dat zich bij het uit de roulatie nemen van de centrales geen problemen hebben voorgedaan Het meest beangstigende is, dat ir. Tiktak daarmee niet bezig was om de bevolking via een kalmerend verhaaltje in de PZC rustig te houden. Ir. Tiktak dacht op dat moment écht, dat er niets ernstigs aan de hand was. Want doordat het alerte personeelslid met de hand de veiligheids klep had opengedraaid, had niemand op dat moment nog in de gaten, dat de automatische veiligheidskleppen helemaal niet hadden ge werkt. Dat had men overigens wel behóren te weten. Want nog diezelfde maandag realiseert een PZEM-ingenieur zich, dat als de druk tot 93 atmosfeer oploopt, de kleppen allang automa tisch geopend hadden moeten zijn, eer er een mensenhand hoefde in te grijpen. Als hij zijn bevindingen openbaar maakt, wordt de directie pas zenuwachtig. Men besluit de centrale (die intussen weer is opgestart) weer stil te leggen en de veiligheidskleppen te controleren. De centrale van Borssele heeft geen twee stuurklep- pen, nee uit veiligheidsoverwegingen heeft de centrale er zes. En alle zes blijken bij de controle vastgeroest te zijn! Hoelang is niet duidelijk maar het vermoeden bestaat dat óf bij de splijtstofwis seling in maart '83 óf bij een lekkage in de condensor in april er chloor of zout water bij de kleppen is gekomen, die daardoor zijn gaan roesten. Ze kunnen dus al negen maanden vastzitten Op woensdag 25 januari brengt de PZEM het nieuws via een persbericht naar buiten. Het is een fraai voorbeeld van hoe je als voorlichtingsdienst van zo'n centrale kennelijk moet handelen in dit soort situaties. Je schrijft, dat 'bij deze gebeurtenis bepaalde kleppen in het secundaire systeem niet goed gefunctioneerd hebben', terwijl er behoort te staan, dat alle zes de kleppen zaten vastgeroest Je moet dus wel erg wantrouwig en erg deskundig zijn, wil je in de gaten hebben, dat PZEM-persbericht op 3-2-'84: Wegens het ontbreken van koelwater voor de condensors in het secundaire systeem van de kernenergiecentrale, liep -^wat normaalis^ de stoomdruk in het systeem op. Het bedienend personeel bracht,^oals gebruikelijkste stoomdruk omlaag door het openen van een afblaasklep. De stoom in het secundaire systeem is niet radio-actief. Als gevolg van het handmatig verlagen van de stoomdruk, bleef aanvankelijk onopgemerkt, dat deze drukverlaging ook door de werking van automatisch opengaande veiligheden had dienen te worden bewerkstelligd. er in de Borsselse centrale een bijna-ramp-situatie was. Zelfs als op 3 februari de kerncentrale weer wordt opgestart en de PZEM in een nieuw persbericht toch iets duidelijker wordt over de situatie van 22 januari, blijft het rustig. De opsteller van het persbericht, Ton Koopman, zegt achteraf: 'Toch stond het er allemaal in. Bij de PZEM hebben we tot onze verbazing gemerkt dat er na het persbericht helemaal geen vragen werden gesteld. Maar ja, sommige kranten hadden ons pers bericht zelfs van zijn angel ontdaan.' En inderdaad, wie de PZC van 4 februari leest, ziet tot zijn verbazing dat de volgende zin uit het persbericht is weggelaten: 'Als gevolg van het handmatig verlagen van de stoomdruk, bleef aanvankelijk onopgemerkt dat deze drukverla ging ook door de werking van automatische opengaande veiligheden had dienen te worden bewerkstelligd.' De zin, die de sleutel vormde tot de onthulling dat de centrale van Borssele maandenlang met vastgeroeste veiligheidsklep pen draaide, werd geschrapt door de krant en vormde zeker geen reden tot onderzoek. Slechts één journalist blijkt achteraf te zijn gaan zoeken. Hij werkt bij de Haagse krant Het Binnenhof, zijn naam is Paul Koopman en - saillant detail- hij is de zoon van PZEM- voorlichter Ton Koopman. Toch was het niet zijn vader, die hem op het spoor zette, zo zegt hij desgevraagd. Eigenlijk bracht hij z'n vader met het verhaal in een vreemd parket. Toen hij voor z'n bevindingen bij de PZEM om commentaar vroeg, kwam hij bij z'n pa terecht. Die verwees hem toen naar Stoomwezen en Kernfysische Dienst. En dat leidde tot het opzienbare verhaal van 23 juni in Het Binnenhof. Na dat verhaal ontstond er bij de PZEM de nodige deining. Er werd zelfs een extra-direktie- vergadering bijeen geroepen. Want men dacht: 'Nu breekt de hel over ons los'. Maar opnieuw gebeurde er niets. Althans in Zeeland niet. Wie op de maandag na het Binnenhof-verhaal de krant opensloeg, die rondom Borssele wordt gelezen (de PZC dus) kon daarin uitvoerig worden ingelicht over een negatief advies inzake subsidie aan het klederdrachtenmuseum. Maar over de bijna-ramp van Borssele geen woord. Pas als het D' 66-kamerlid Dick Tommei vragen stelt over de affaire, kan ook de Zeeuwse monopoliekrant er niet omheen en worden een week later de lezers geïnformeerd. Maar hoe! Op 30 juni prijkt een vierkoloms kop in de krant: 'Bediening van kerncentrales voldoet aan veilig- heideisen', waarna een uitvoerig verhaal volgt over een onderzoek van de TH-Delft naar de bediening van de kerncentrales. Een zéér geruststellend verhaal. Daaronder staat een éénkoloms bericht met als kop: 'Kamervragen over roestgevaar in centrale Borssele'. Onder dat weinig alarmerende kopje wordt in luttele regels gewezen op het Binnenhof verhaal. Je kunt je afvragen waarom de PZC deze merkwaardige nieuws-selectie toepast. Is het om de PZEM stroop om de mond te smeren? Is het uit een verkeerd verantwoordelijkheidsgevoel (de mensen niet zo laten schrikken) of is het puur journalistieke kinnesinne (zij hadden het verhaal het eerst, dus zwijgen we het dood of doen ons best het tegendeel aan te tonen)? Zeker is in elk geval, dat het verhaal van Paul Koopman juist is. Ook al heeft de regering (Van Aardenne en Van de Kappeyne van de Coppello) na een maand nog niet geantwoord, PZEM noch Stoomwezen, noch Kernfysische Dienst ontken nen het. Maar natuurlijk ontkennen ze, dat éls dat kiene personeelslid niet snel de noodklep had openge trokken, er écht iets mis was gegaan. Versteeg: 'Als dat met de hand afblazen niet was gelukt en de kleppen waren onder de hogere druk niet alsnog opengegaan, dan was ergens een balg, deksel of pakking stukgegaan in het koelsysteem. Dat is dan wel een heel ernstige storing, maar de centrale heeft nog nood-voedingwater om te voorkomen dat de kern dan oververhit raakt.' In de praktijk is zo'n situatie echter nooit uitgetest. En éls het met dat noodvoedingwater óók fout zou gaan, dan is de kans groot dat de kern zó oververhit raakt, dat-ie door de betonvloer van de centrale heen smelt. En dat is de grootst denkbare ramp die Borssele kan treffen. Bij de PZEM heeft men in elk geval besloten om de veiligheidskleppen nu elke twee maanden te controleren. Bij de splijtstofwisseling van maart '85 zullen alle kleppen vervangen worden door exemplaren van een ander type. In de hoop, dat die niet gaan roesten. KEES SLAGER

Tijdschriftenbank Zeeland

Nieuw Zeeland | 1984 | | pagina 3