Van tafel
Meer meisjes
Traumatisch
STC-nota
Is de term 'universiteit voor de
mislukte middenklasse' echt van
toepassing op de Pedagogische
Academie?
En krijgt werkelijk bijna niemand
een baan in het onderwijs na afloop
van de studie?
Nieuw Zeeland probeerde daar
achter te komen door te praten met
drie oud-studenten van de Rijks P.A.
in Middelburg en met directeur Cees
de Graaf van datzelfde instituut.
HIEUW ZEELAND
Het verhaal van Joost Ruytenburg (25),
René de Krom (26) en Hans Clarijs (22) is
niet echt representatief voor het gros van de
oud-leerlingen, maar de cijfers die Cees de
Graaf later geeft liegen er niet om. Van de 32
afgestudeerde onderwijzers verleden jaar
hebben er inmiddels 3 een baan gevonden.
Een 'frusterend gegeven' volgens de direc
teur en hij vertelt dat de eerste 'grote klap'
viel bij de studenten die twee jaar geleden
met een papiertje op zak de school aan de
Kruitmolenlaan verlieten. Daartoe behoor
den Joost, René en Hans, nu alle drie.
werkloos en eigenlijk ook gedesillusioneerd
over de keuze van hun opleiding.
Zowel Joost als René hadden op de HAVO een
'pretpakket'(talen, aardrijkskunde en geschiede-
iis) en konden, wanneer ze in Zeeland wilden
blijven, practisch niets anders doen dan de P.A.
Joost: 'Eigenlijk wilde ik helemaal geen onderwij
zer worden maar ik moest kiezen tussen een
kantoorbaantje, de fabriek in of de P.A. Eerst
heb ik nog geprobeerd of ik bosbouw kon doen in
Velp maar daar waren zoveel aanmeldingen dat
je er niet tussen kwam. En eigenlijk wilde ik ook
wel in Zeeland blijven. Tja, wat moest je anders.
René was liever naar de sociale academie gegaan:
'Maar dat betekende dat ik in mijn eentje in
Breda op een piepklein kamertje moest gaan
zitten. Daar had ik geen zin in. En omdat mijn
vader maar een gewone arbeider is, moest en zou
ik het beter doen dat hij en dus moest ik maar
onderwijzer worden. Nu denk ik vaak dat ik nog
beter naar de LTS had kunnen gaan. Dan had ik
tenminste met mijn handen kunnen werken.'
Hans is de enige van de drie die bewust koos voor
een baan in het onderwijs. 'Maar toen ik op de
P.A. kwam merkte ik al snel dat er in het hele
onderwijs niets was veranderd ten opzichte van
de tijd dat ik zelf naar de lagere school ging.
Misschien was ik wat al te idealistisch maar ik
flipte van het hele onderwijssysteem, dat erop
gericht is dat de school het belangrijkste wordt
gemaakt terwijl de thuissituatie volkomen
buiten beschouwing blijft. Dat vind ik heel
slecht.
Aan de P.A.-opleiding zelf schort nogal wat
volgens het trio. Er vallen termen als ondemocra-
ties, (Joost: 'Er was wel een soort studentenraad
maar als je het werkelijk ergens mee oneens was
werd het snel van tafel geveegd.en vriendjes
politiek, (René: 'Er zat bij ons een dochter van
een notaris en een van een burgemeester in de
klas. Die twee hadden al een baan voordat ze van
school afgingen.')
Al zouden deze drie jongens dolgraag het
onderwijs inwillen, ze krijgen niet eens de kans
door de slechte situatie op de arbeidsmarkt.
Maar volgens directeur Cees de Graaf kan daar in
de toekomst verbetering in komen en dat heeft
weer alles te maken met de komst van de
basisscholen per 1 augustus 1985.
De Graaf: 'Er komt dan een opleidingseenheid
tussen kleuter- en lager onderwijs. Willen studen
ten een opleiding basisonderwijs volgen, dan
moet de vooropleiding minimaal HA VO zijn en
bovendien wordt de opleiding met een jaar
verlengd. Er komen dan automatisch minder
aanmeldingen en de studenten blijven een jaar
langer op school. Uiteindelijk hou je dan minder
afgestudeerden per jaar over en dat heeft op zich
weer gunstige consequenties voor de arbeids
markt.
Volgens de P.A. directeur zijn er jaren lang in het
wilde weg drommen onderwijzers opgeleid. Dat
aantal is wat de twee Middelburgse P.A.'s betreft
inmiddels gevierendeeld. Meldden zich zes jaar
geleden nog tweehonderd leerlingen aan op beide
scholen; dat aantal is nu teruggelopen tot vijftig
per schooljaar voor de twee academies samen.
Opvallend daarbij is volgens De Graaf dat er
minder jongens dan meisjes naar de opleiding
komen dan een aantal jaren geleden. 'Was die
verhouding eerst fifty-fifty, nu is nog maar een
derde van de studenten van het mannelijke
geslacht. En eigenlijk was dat net zo in de
crisisjaren voor de oorlog. Meisjes zijn kennelijk
nog steeds minder gevoelig voor economische
verwachtingspatronen dan jongens. De jongens
zoeken nu eerder naar een opleiding waarbij de
kans op een baan groter is en dat verklaart de
enorme toeloop op de HEA O. In de economische
hoek valt in deze tijd inderdaad meer te
verwachten.
Een gunstig gevolg van de slechte situatie op de
arbeidsmarkt in de onderwijs sector voorde P.A.
is volgens Cees de Graaf dat de studenten in ieder
geval gemotiveerder met de opleiding beginnen.
'Ja, je moet verdomd gemotiveerd zijn om met
een opleiding te beginnen waarin je heel moeilijk
een baan kunt krijgen. Deze situatie stimuleert
Joost Ruytenburg. Foto André Geer se.
een grote groep mensen om zich heel erg in te
zetten om toch het diploma te halen en er is
natuurlijk ook een groep die door de schooljaren
heen suddert. In ieder geval is het aantal
ifhakers in de loop van de opleiding, procen
tueel gedaald.
De Graaf wijst termen als 'ondemocratisch' en
'vriendjespolitiek' van de hand. 'We hebben een
goed democratisch systeem, maar de leerlingen
maken daar nauwelijks gebruik van. We houden
regelmatig een algemene vergadering waar
leraren en studenten gezamelijk tot beslissingen
kunnen komen. Wanneer de leerlingen dan voor
een groot deel verstek laten gaan is dat heel
jammer maar dat gebeurt voortdurend. Eigenlijk
is dit een vrij gemoedelijk instituut. Iedereen
noemt elkaar bij de voornaam en de leerlingen
zijn redelijk vrij. Er is wel een verschijningsplicht
voor het geval het verzuim uit de hand loopt. En
natuurlijk krijgt iedereen evenveel kansen.
Al is Cees de Graaf vol lof over zijn school, zowel
Joost als Hans spreken van een traumatische
ervaring en René noemt die drie jaar onderwijs
een 'waste of time'. Maar al zijn ze alledrie al twee
jaar werkloos, echt stilzitten doen ze niet. Hans
en René hebben samen ongeveer een half jaar
voor Stichting Zeeland in Middelburg gewerkt
waar ze het zogenaamde 'kleine kernen projekt'
hebben opgezet. Nu werken Joost en René bij
dezelfde meubelmaker als vrijwilliger wat hen
prima bevalt. Hans is een eigen bedrijfje aan het
opzetten. Hij maakt Zeeuwse boerenkleding en
dan vooral kinderkleding. In het zomerseizoen
helpt hij bovendien zijn vader op de zeilmakerij.
Hij vindt dat hij in de twee jaar dat hij van school
af is veel meer heeft geleerd dan al die jaren
studie. En alsof ze geïnspireerd zijn door de naam
van dit blad, zowel Hans als René hebben
serieuse plannen om naar Nieuw Zeeland te
emigreren. De aanvragen zijn al ingediend bij de
emigratiedienst. Het tweetal hoopt met dit
avontuur 'echt' aan het werk te kunnen. 'Want',
zegt René, 'werk hebben geeft best voldoening.
Ze blijven hier maar lullen over het scheppen van
banen, maar iets constructiefs gebeurt er niet.
Nou dan zoek ik het toch gewoon ergens anders?'
En terwijl de koffers misschien al gepakt worden
voor de grote reis filosofeert De Graaf nog even
verder over de toekomst van het onderwijs. Niet
alleen de aankomende onderwijzers hebben
problemen, maar ook de huidige leraren en
leraressen zijn hun baan niet zeker. 'In het hele
onderwijs heerst op dit moment een soort
fatalisme. De arbeidsvreugde neemt af door alle
problemen die er zijn in verband met de
bezuinigingen en de nieuwe plannen voor het
basisonderwijs die heel wat voeten in aarde
hebben. Omdat onze school zo sterk terugloopt
hebben we een sociaal plan onder ons neus
gekregen voor de komende vier jaar. Platweg kun
je zeggen dat dat betekent dat het werk van de
leraren nog voor vier jaar is gegarandeerd en dat
daarna de grote uittocht plaatsvindt. Wat je dan
overhoudt zijn de 50-plussers en dat is natuurlijk
heel slecht. Niet de beste maar de oudste blijft
over.
Volgens De Graaf zijn de tot nu toe aangedragen
oplossingen voor de problemen in het onderwijs
weinig structureel. 'Wat de enige oplossing is, en
dat kan dan vrij afgezaagd klinken, is toch een ver
doorgevoerde arbeidstijdverkorting. De werk
weken die leraren nu maken beslaan 52 uur. Dat
moet 40 uur worden. Ook het verlagen van het
klassegemiddelde is een oplossing maar de vraag
is waar je dat geld vandaan moet halen.
Het hoger beroepsonderwijs zal als het aan
minister Deetman ligt niet helemaal verdwijnen,
mits de opleidingen per regio maar voldoen aan
een bepaald aantal leerlingen. Schaalvergroting,
taakverdeling en concentratie zijn de magische
woorden die staan voor STC-nota. In deze nota
zegt de minister dat er geen HBO-instituut mag
bestaan met minder dan 600 leerlingen. Gelukkig
voor Zeeland is er de mogelijkheid van
concentratie anders zou er practisch geen HBO-
opleiding overblijven. Naast de concentratie die
er wel al in Vlissingen is van de HBO-opleidingen
fysiotherapie, HEAO en HTS (samen het IHBO)
worden daarbij gevoegd het Maritiem Instituut
De Ruyter, de twee Middelburgse P.A'.s, de
Laboratoriumschool en het HBO-verpleegkunde
in Goes. De part-time-opleidingen die er op
HBO-niveau zijn in Zeeland horen daar ook bij.
Dit projekt moet 1 augustus 1986 bestuurlijk
rond zijn. Dan ontstaat er een overkoepelend
instituut met zo'n 2500 tot 3000 leerlingen dat
volgens De Graaf wel voordelen kan hebben: 'Je
schept grotere onderwijskundige mogelijkheden.
Je kunt dan misschien opleidingen creëren die
meer gericht zijn op de maatschappelijke
behoeften.
JANNA VAN VEEN
Rechts: Cees de Graaf. Foto Elsa Westland.
Rechts onder: Hans Clarijs. Foto André Geer se.
Links onder: Foto Elsa Westland.
Nooit
meer
naar school