'Wilder worre geplukt en gevild tot op ons embt toe' DE ZEEUWSCHE SOCIALIST. DE SOCIALISTISCHE PERS IN ZEELAND (6) De Toekomst Socialistisch Weekblad voor "Z®land en Westelijk Brabant. Eerste Jaargang. Maand JUNI 1892. No. 1. Tweede Vader Knappen armoede Knetterende ruzie Proces NIEUW ZEELAND In het nul-nummer van Nieuw Zeeland figureer den ze al: J.K. van der Veer (de eerste Nederlandse dienstweigeraar) en 'De Toekomst', het blad waaraan de redaktie van Nieuw Zeeland zich spiegelde bij de start. In deze aflevering het boeiende verhaal over die twee voor Zeeland unieke verschijningen. Plus de her-ontdekking van een socialistisch blad, dat exact één keer verscheen: 'De Zeeuwsche Socialist'. Het gebeurde allemaal in 1892. J.K. van der Veer in 1895. Vlft Jaargang. Zaterdag 8 April 1893. N\ 1. Sk L Hl u> wtta ét bode* toe behoort, ia ook baait- Abonncmcm per kwartaal (bij vooruitbetaling) f 0.40 Enkele nummeniy fo.03 - Adverttnuèn perAregelf0.05 Oedaktearl J. K. Van" MIDDELSTIBO. Verschijnt elkejn Zaterdag. Skchu 14 Cemcm«h.pr«nn hciil VUT J.» '»l Stn~cl»cta|*J»kc l*T.«rtT~;. torac. <fc wachten cvvaa tki jasken [iHcwkip urn fsedc. Men **or«U verznebt alles rit betreft, Redaktie, Admi nistratie en Expeditie, te renden aan het bureau De Tookamst, Heerenstraat II 151, MIDDELBURG Bericht! Vam iit mmmmer wirdtu rmckillndl steden van Zeeland tanigs kanderden ex. verspreid. In die steden tal er, te beginnen met de vo'gende week, geregeld mee gecolporteerd worden. Zij welke in die steden if 't blad geregeld betorgd willen hebben, if tover de post wenseken te ontvangen afs abound, gelieve dit even nan ons bureau te melden. Aan ken, die 'tblnd per post wordt toe getonden, wordt verzoekt, bijaldien tij giek abonnee ren, dit eveneens te melden, Is efst met bijvoeging van 7 abonnementsgeld, daar er anders, met een kaar weken, per past ever wordt gedeponeerd, wat de kosten verhoogt Ieder doe sjn best abonnenten te winnen. door het kapitalistische «tcUel, waardoor ste len en moorden mogelijk is, te vernietigen en een toestand wilkn en eenmaal rul len in 7 leven roepen waar niemand kan en behoeft te stelen of moorden daar alsdan de maaltijd des levens voor alle menschen gedekt, voor allen een plaats daaraan en vol doende levensbenoodigdheden daarop zal zijn. Wel is dit optreden met moeilijkheden gepaard gegaan, werden wij zoo nu en dan met lasteringen en verdachtmakingen over laden en traehte men met atkrici lage mid delen de goc-gemccnte aficeerig aan ons te maken. Vooral enkele liberale bladen munten daarin uit en storten tussckcnbci hun vergald gemoed tegen ons uit, dcich trots dat alles gingen wij vooruit, wonnen onze beginselen oorzaak cn gevolgen daarvan bespreken, allA ongerechtigheden ontmaskeren cn ver der alles wat volgens ons het algemeen wel zij* belemmert en in den weg staat krach tig bestrijden. Dus ge wilt afbreken, zoo hooren wij hier of daar bij dit lezen, fluisteren. Ja, wij wenseheir eerst 't houweel, daarna de truffel te hantccrcn. Eerst af tc breken, daarna op te bouwen. 't Volk dient eerst overtuigd te worden van de onrechtvaardigheid der bestaande toestand, waar zij moeten ploeteren cn zwoe gen, in *1 zweet huns aanschijn*, doch geen vojdoendr middelen krijgen om televen, ter- 3 enkele nietsdoeners kven in overdaad woelde tonder er voor te werken; dat Dat wij bij 't volvoeren dezer taak. uit sluitend dankbaarheid «uilen oogsten, stellen wij ons niet voor Waarschijnlijk, neen ccker, za! haat. woede cn vervolging ons dert zijn van allen, die tengevolge dcT bestaande toestand, een Ini, lekker levert leiden, cn leven ten koste des volks. Misschien zal de tegen ons uirgespuwde gal wel vermeerderen- Dit laat ons koel, daar wij kracht pinten uit de wetenschap, dat miskenning en vergunning 7 deel is ge weest van allen, die strijden voor 't verdrukte cn mistende volk. Toch wcflschcn wij dit niet; ved liever zouten wij een eerlijke, ridderlijke strijd aangaan over de al of niet juistheid onzer Bureau eau Bedakti. en Administratie j K STJZ I der dan b exemplaren :i 'J cent per exemplaar. Zie Wal straat A 120, VilSSlUgeil. 'prijsopgave in dit No. Kostelooze verrpreiiiing aanbe volen. Gedenk! den strijdpenning voor dit!Dat 't recht, slechts helpt den rijkaard in den blad. lande. Eind 1891 werd Christiaan Cornelissen naast Domela Nieuwenhuis redakteur van Recht voor Allen. Zijn vertrek was natuurlijk een groot gemis voor de Zeeuwse beweging. Toch liet men de moed niet zakken. In juni 1892 werd in Vlissingen door Lodewijk Mieremet anoniem het blaadje 'De Zeeuwse Socialist' uitgegeven. Bij hem was ook het redaktieadres, maar of hij werkelijk zelf de redaktie voerde is de vraag. Er is maar één nummer van verschenen. In september werd nog eens een oproep gedaan geld naar M. v.d. Weel in Middelburg te sturen, maar de hele onderneming werd niets. De aankomst, in oktober, van een vaste propagandist was er de oorzaak van dat het plan werd opgegeven. Het was een jonge Fries, J.K. van der Veer, die naar Vlissingen kwam. Met zijn 23 jaar was hij vergeleken met Mieremet en Oudens, beide veertigers, een broekje. Maar hij had al heel wat meegemaakt. Een Tijdensjeugd' dreef hem tot het socialisme. Op zijn achttiende was hij voorzitter van de Sneekse afdeling van de Sociaal-Democratische Bond. In dienst had hij in de winter van 1890 wegens socialistische propaganda in de gevangenis gezeten. Daarna ging hij naar België, vond er werk, maar werd wegens zijn propaganda-aktiviteiten ontslagen. Het liefst wilde hij propagandist worden. Toen Cornelissen Zeeland ging verlaten greep hij zijn kans en maakte in december van 1891 een voettocht langs dorpen op Zuid-Beveland en in Zeeuws-Vlaanderen. Onkunde, schreef hij ent housiast naar Recht voor Allen, was de enige oorzaak dat het socialisme op het Zeeuwse platteland zo weinig vooruitgang had geboekt. Er zou stelselmatig propaganda gemaakt moeten worden. Maar daarvoor ontbrak het geld. Daarom besloot de Centrale Raad van de SDB begin juni 1892 een steunfonds voor de propaganda in het Zuiden te openen. Met dubbeltjes werd het geld bij elkaar gebracht. Zo kon Van der Veer zich in Vlissingen vestigen, bij Mieremet. Een paar weken later vertrok hij naar Middelburg, waar hij in de Heerestraat (op de hoek bij de Vismarkt) een winkeltje begon in boeken, kranten, sigaren en schrijfmateriaal. Zijn komst werd het begin van een ongekende opgang van het Zeeuwse socialisme. Van der Veer was een zeldzaam vurig spreker. Maar eentje met zwakheden. Hij dacht overal verstand van te hebben en hield nogal van debatteren. Hij geloofde in zijn zaak met heel zijn persoon, maar kon vrij makkelijk van zaak wisselen. Een vervelende, onuitstaanbare dweper, meende iemand. Domela was een soort tweede vader voor hem, die hem op die fouten wees. Uit zijn brieven aan Domela Nieuwenhuis blijkt dat hij erg met zichzelf in de weer en nogal egocentrisch was. Een onevenwichtig zoeker was hij bovenal. Hij had een haast onverwoestbaar vertrouwen in de goedheid van de arbeiders. Daardoor was hij de taaie propagandist, die in Zeeland zo nodig was. Maar zijn uitbundigheid en zijn egocentris me werkten antipatiek. De propaganda van Van der Veer werd iets heel bijzonders. Meteen begon hij in Vlissingen openlijk op straat met Recht voor Allen te kolporteren, al gauw omringd door zo' n honderd joelende jongens. In Middelburg stookten'enkele bourgeois-knapen, aankomende studenten' (gymnasiasten), de jongens op. Hij kreeg fikse stompen toegediend. Voor het eerst was er iemand die zich full-time inzette en geen gelegenheid onbenut liet. Zo liep hij halverwege november in Middelburg en Vlissingen aan het hoofd van grote werklozen- demonstraties. Ook naar de dorpen ging Van der Veer. Op Walcheren en Zuid-Beveland was de bevolking al vijandig gemaakt. Dat bleek vooral als de Middelburgse en Vlissingse socialisten wandeltochten hielden. Soms groeiden die uit tot ware happenings. Op Souburg danste en zong men de Carmagnole, een lied uit de Franse Revolutie. Dat werd daar op zondag nog geslikt en op Westkapelle ook, maar andere dorpen waren er minder van gediend. Nieuwland bijvoorbeeld, waar begin juni 1894 zo' n 500 a 600 mensen naar toe wandelden en Van der Veer al eens met aardappels en modder verdreven was. Nu probeerde een dikke boer (de burgemeester naar later bleek) hem het spreken te verbieden. Maar zo gemakkelijk ging dat niet. Dominee Gobius du Sart kwam er aan te pas en hief tussen een troepje jongens 'Wien Neêrlandsch bloed' aan, maar de socialisten overstemden hen spoedig met hun vrijheidslied. Toen dat uit was, begon hij 'Lang zullen zij leven' 'te balken'. Het kwam bijna tot een vechtpartij. In Heinkens- zand werd het helemaal bont gemaakt. Toen Van der Veer daar in februari 1894 met Domela Nieuwenhuis kwam spreken vielen beiden bij het verlaten van het dorp in een hinderlaag van dronken boeren. Stenen en messen vlogen door hun wagen. Het maakte op Domela grote indruk. In die omstandigheden moest het nieuwe weekblad dat Van der Veer wilde stichten zijn rol vervullen. Met dat blad kon hij, als de verkoop goed was, ook beter in zijn levensonderhoud voorzien. 'Ik lijd knappen armoede en elke week een tekort', schreef hij Domela. Daarom werd op 22 januari 1893 door de Walcherse socialisten in Vlissingen afgesproken geld voor de uitgave van een weekblad in te zamelen. Er werden kollektes gehouden op vergaderingen. Zeshonderd gulden waren nodig voor drukpers en papier en Van der Veer rekende honderd aandelen van fl. 2,50 per stuk (bijna anderhalf dagloon) te kunnen verkopen. Op 1 maart 1893 was hij er nog geen veertig kwijt en enkel in Zeeland. Toch had hij twee weken later 575 gulden bij elkaar. Naast geld van de SDB (waarschijnlijk 150 gulden) en van Domela Nieuwenhuis (onbekend), had hij geld van Wibaut gekregen (waarschijnlijk 75 gulden) en van Henri van Kol (125 gulden). Deze socialist was rijk geworden in Indië waar hij ingenieur was geweest. Een gulle man. Ook Van der Veer profiteerde van zijn vermogen, voor De Toe komst èn voor een persoonlijke lening. Van Kol was in tegenstelling tot Domela Nieuwenhuis parlementair socialist en groot bewonderaar van de Duitse socialisten, waar Domela zo op afgaf. In maart kwam ook de apparatuur: voor honderd gulden letters, de drukpers kostte 110 gulden. In totaal was Van der Veer zo'n 555 gulden kwijt, inklusief papier. Alles werd in zijn huisje opgesteld. Voor de naam van het blad had Van der Veer in januari een boek uitgeloofd. Twee maanden later was de keuze gedaan: 'tKind wordt gedoopt met de naam 'De Toekomst' de eenigst geschikte die ik kon vinden.' Niet van der Veer had die naam bedacht, maar een Vlissingse partijgenote, mej. J. Berkens. Het nieuwe blad was bestemd voor Zeeland en West-Brabant. Losse nummers kostten 3 ct. en een kwartaalabonnement 40 ct. Formaat en opmaak waren net als van andere regionale bladen die door de socialisten werden uitgegeven en groter en beter dan bv. De Volksstem. Op 8 april 1893 kwam het eerste nummer uit. De Zeeuwse kranten zwegen het blad dood. Een bekwame medewerker was 'Zondig Pater ken', de Bredase journalist G.L. Janssen, die iedere week een column schreef. Het sociaal- politiek overzicht, veelal buitenlands nieuws, werd verzorgd door F.P. Oudens. Was De Toekomst dan niet anti-parlementair? Inderdaad, Van der Veer was het op dit punt met Domela niet eens. Daarvoor had hij al te vaak tegen dienstplichtwetten geageerd. Hij had gemerkt dat het parlement zich toch wel met je leven bemoeide. Al kon je er niet veel van verwachten, het was onzinnig parlement of verkiezingen links te laten liggen (zoals de Sociaal Demokratische Bond eind 1893 besloot). Oudens kon principieel dus wel in De Toekomst schrijven. Hij was bovendien 'kommisaris- aandeelhouder'. Zijn kapaciteiten had hij inmid dels bewezen als redakteur van verschillende arbeidersbladen. Niet alle Zeeuwse socialisten waren met die parlementaire koers ingenomen. Met name in Vlissingen kwam het tot felle diskussies. Mieremet en Pieter van der Stad moesten van de '2e kamerjagerij' van Van der Veer niets hebben. Maar Frits de Kaart, sekretaris van de Vlissingse socialistenvereni ging, was tegen hun drijven. Van der Veer zat immers nog lang niet in het parlement. Al gauw kreeg Oudens overigens een knetterende ruzie met Van der Veer. Waarschijnlijk was het een persoonlijke kwestie. Oudens ontzag zich niet om te vertellen dat Auguste Stollberg, met wie Van der Veer samenwoonde, van lichte zeden was. Hij vond ook dat van der Veer leefde van de centen van de arbeiders (aanvankelijk kreeg hij 5 gulden per week, later -op voorstel van Oudens- 7 gulden). Nu nam niet iedereen Oudens serieus, maar het speelde toch door de meningsverschil len heen. In Vlissingen wilde de socialisten vereniging niet meer bij Mieremet vergaderen, omdat hij rondvertelde dat Van der Veer samenwoonde met een hoer. Naar buiten toe bleek van dit geruzie gelukkig weinig zodat De Toekomst geen schade ondervond. Oudens werd gedwongen zijn medewerking te staken. Bij het zetten had Van der Veer de hulp van een jongmaatje. Vrijdags kwam Cees de Voogd drukken. Een jaar later kwam Piet van Sluis erbij. Maar van der Veer droeg het blad. Hij was de redakteur, zetter, administrateur, verzender en kolporteur. Bij het laatste werd hij geholpen door parijgenoten. In Vlissingen kolporteerde zelfs de naamgeefster van het blad, iets ongehoords in die tijden. 'Het was een harde tobber in den beginne', schreef Van der Veer na een jaar. Groei was er aanvankelijk niet erg. Begonnen met een oplaag van 300 exemplaren, drukte Van der Veer er in de tweede week van mei 1893 600 af, die vrijwel alle verkocht werden. In Vlissingen 200, in Middelburg wat minder, in Aardenburg 35, Terneuzen en Hoek 75, Goes 40 en Kortgene 15. Buiten Zeeland waren zo goed als geen abonnees, terwijl daar zo' n 250 berekend waren.' Gelukkig dekte de afdelingen van de SDB in het land de 100 gulden die Van der Veer in juni te kort kwam. Na een half jaar ging het beter door een bijzondere oorzaak: Van der Veer was benaderd door een mevr. Horsting-Fricke, die beweerde dat in 1873 een Rotterdamse rechter van instruktie, mr. J.C.E. van Lijnden, geld van haar erfenis ontvreemd had. De verkoop van De Toekomst steeg door die verhalen met sprongen, vooral toen de broer van deze rechter, graaf W. A. van Lijnden, bewoner van het kasteel Ter Hooge, zich door de artikelen van Van der Veer beledigd voelde en hem een proces aandeed. Die gehate socialist moest eens een tijdje achter slot en grendel. Eind december, toen de storm wat geluwd was, werden 1200 exemplaren van De Toekomst afgedraaid. Op 16 januari 1894 werd Van der Veer tot 6 maanden gevangenisstraf veroordeeld. Later zou hij toegeven dat zijnaktie eigenlijk een kwajongensstreek was. Maar voor de verkoop was die veroordeling prima. Van het nummer van zaterdag 20 januari werden 2500 exemplaren verkocht. Tot laat in de avond hadden Van der Veer en de zijnen staan drukken. Door het proces kreeg men ook enige aanhang onder de landarbeiders. 'Een vijand van onrecht' schreef: 'Maer de graef van Lijnden eit toch in 'n beter blerreje gestaen as tegenwoordig, want je begriept ieder die die kranten gelezen eit dienkt er het ziene van en al moe noe van Van der Veer der 6 maenden voor brommen, vertrouwen ze de zaek tog nog niet zoo best, want ik e noe al gewerkt van men 11de jaer en noe bin ik al een ent in de 40 maer noe bin ik krom gewerkt maer nog net zoo erm as toen ik 11 was.Enn boertje van Zwaènenburg' vond dat de socialisten gelijk hadden: 'wilder worre geplukt en gevild tot op ons embt toe.'' Zodoende ging het blad het tweede jaar in met een oplaag van 1400 ex. In Vlissingen en Middelburg werden meer dan 300 kranten verkocht, in Goes zo'n 160, meer dan 100 in Yerseke. Enkele tientallen voorts in Westkapelle, Aardenburg, Heinkenszand en Hoek. De ge ruchtmakende propaganda van Van der Veer begon vrucht te dragen. Men kon proberen hem het zwijgen op te leggen door hem gevangen te zetten, maar zijn werk was daarmee niet meer ongedaan te maken. BERT ALTENA

Tijdschriftenbank Zeeland

Nieuw Zeeland | 1984 | | pagina 6