Vader totaalweigeraar Eelco Haak: 5 5 NIEUW ZEELAND 9 9 'Ik voel mezelf hier terecht staan' Op 10 mei werd Eelco Haak uit Middelburg in de Trip van Zoutland-kazerne te Breda tot driemaal toe een legerjas aangeboden. Tot drie maal toe weigerde Eelco die jas. Sindsdien zit hij als totaal-weigeraar in het Huis van Bewaring te Middelburg. Op 26 juni diende zijn zaak voor de Krijgsraad te Arnhem. Daar voerde niet alleen Eelco het woord, maar ook zijn vader, die toevallig ook nog direkteur is van de Christelijke Pedagogische Academie te Middelburg. Nieuw Zeeland drukt op deze pagina de belangrijkste delen van de rede van de vader af. In het september-nummer van Nieuw Zeeland hopen we een dagboek van Eelco op te nemen. Wie intussen zin heeft om met hem te corresponderen, moet dat vooral doen. Het adres van Eelco is: Huis van Bewaring, Kousteensedijk 2 te Middelburg. Meneer de President, leden van de Krijgsraad, geachte aanwezigen, Er doet zich op dit moment een merkwaardige situatie voor. Eelco Jeroen Haak, mijn zoon van 19 jaar oud, staat terecht, omdat hij zulke hoogstaande morele principes praktizeert, dat-ie daarmee het veronderstelde gezag van de Nederlandse Staat ondergraaft, ontkent. Bovendien is het een merkwaardige situatie in het kwadraat. Immers, simpel gesteld, Eelco wordt van zijn persoonlijke bewegingsvrijheid beroofd in naam van de verdediging van diezelfde persoonlijke vrijheid. Daartoe dient toch de krijgsmacht, het militaire apparaat? Of gaat het die macht eigenlijk om andere zaken? Voorlopig houden we het vriendelijkerwijs op een paradox. Maar vervolgens verheft de merkwaardige situatie zich tot de derde en tegelijkertijd wellicht tot de vierde macht Als getuige sta ik hier als opvoeder. Natuurlijk, vanzelfsprekend in de vader-zoon-relatie. Op voeden doe je vanuit een levensovertuiging en in een toekomstperspektief. Elk opvoeden dient te leiden naar zelfstandigheid, leven in vrijheid, het kunnen en durven maken van persoonlijke keuzes. Dat kan onmogelijk zonder het ontwikkelen van kritische zin die élke autoriteit ter diskussie stelt althans durft te stellen. Die kritische zin leert doorzien en oordelen naar innerlijke waarden. Daaruit kan het erkennen van een autoriteit voortkomen, maar ook het afwijzen. Als vader heb ik geprobeerd dit opvoedingspro ces te begeleiden vanuit een bijbels denken 'met hoofd en hart.' Opvoeden is een avontuurlijke bezigheid waarin je veel risiko's neemt; juist in evangelische zin. Mijn zoon en ik: we verwijderen ons van elkaar. U hebt zoeven uit zijn verklaring gehoord 'geen geloof -dat is dan zo n risiko wanneer je begeleidt naar zelfstandig heid. Onze levensovertuigingen en inzichten sporen zeker niet helemaal, maar de opvoeding resoneert wel! Juist waar het gaat om het dubieuze gezag van de staat, het vraagstuk (mijne heren, is het dat echt?) van oorlog en vrede, het afwijzen van welk militair apparaat dan ook, en in samenhang daarmee niet te rechtvaardigen sociaal-ekonomische verhoudin gen en strukturen én het verderven van de schepping die ons is toevertrouwd. Ik konstateer op dit moment dat hij, Eelco, sterk beïnvloed is, althans lijkt, door mijn (geloofs) benadering van dit type zaken. Daarom voel ik me hier (mede) als aangeklaagde staan. En ook dat in het kwadraat. Toevalligerwijs ben ik met hart en ziel onderwijsman. Onderwijzen en opvoeden zijn nauw met elkaar verbonden. Het gaat in scholen niet alleen om feitjes en vaardigheden; die hebben pas zin in levensper- spektief. Meer dan 25 jaren heb ik dat perspektief trachten uit te dragen, dóór te vertellen, erover aan het denken te zetten. Dat perspektief is het Vrederijk van Jezus Christus, NU en HIER. Eerst als onderwijzer aan een lagere school in een zgn. 'noodgebied', waardoor ik buitenge woon dienstplichtig kon worden verklaard. (Dat was toen een fantastische mogelijkheid want vervangende dienst, laat staan totaalweigeren lagen in het milieu waarin ik leefde en opgroeide nog buiten de reële mogelijkheden). Later als docent Nederlands, bovendien be voegd verklaard om maatschappijleer en geschiedenis te geven, aan een christelijke pedagogische akademie; de laatste jaren als direkteur van dat instituut. Dus: op die manier ook nog een onderwijsman in het kwadraat. Je vormt toekomstige onderwijsgevenden met het oog op wat zijn in de scholen zullen doorgeven. Juist dan luistert het nauw. U zult begrijpen dat ik déér juist uit geen andere achtergrond en met geen ander levensperspektief voor o^en heb les- en leiding gegeven dan waarover ik sprak als opvoeder van mijn zoon. Voor de levenshouding waartoe ik aan die akademie heb trachten bewust te maken, staat mijn zoon hier terecht. Maar ik voel mezelf terecht staan. Voor mijn leven. Voor u, leden van de krijgsraad, maar zelfs voor de burgelij ke rechter, ben ik in beide situaties (als vader en als onderwijsman) formeel ongrijpbaar. Dankzij een dubieuze wetgeving. Dubieus omdat een wet nog geen wet is als er wet op staat. Ménselijke rechtsgeldigheid heeft een wet pas als ze stoelt op morele principes. Maar dubieus vóór alles om een andere reden. In het type processen, tengevolge van de dienst plichtwet of vergelijkbare wet- en regelgeving, blijkt telkens weer de inspirator als moreel- verantwoordelijke vrijuit te gaan. Een demokra- tie erkent immers doorgaans het recht van vrije meningsuiting. Maar degene die gevolg geeft aan zulke gedachten, wie tot daden komt, blijkt gepakt te worden. De grote drughandelaar weet zich te dekken, de kleine gebruiker legt het loodje; de kleine zwartwerker wordt gegrepen, maar RSV-sjoemelaars krijgen een gouden handdruk. Of dichter bij üw bedrijfhoeveel uitvoerende militairen van lagere rang werden veroordeeld wegens oorlogsmisdrijven, begaan uit de Befehl-ist-Befehl-mentaliteit; én hoeveel generaals bleken vrijuit te gaan (niettegenstaan de het feit dat zij de Befehle hadden gegeven) en nadien tot NAVO-posten gepromoveerd te worden?? Moreel schandelijk! U kunt als krijgsraad de praktizéring van vrije meningsuit ing alleen aan zgn. 'dienstplichtigen' bestraffen. Bij vrije burgers grijpt u ernaast. De logische konklusie moet dan zijn dat dienstplichtigen dus geen vrije burgers van de Nederlandse Staat zijn. Waarmee die staat rechtsongelijkheid wettelijk heeft geformaliseerd. Naar mijn mening houdt daarmee de Nederlandse Staat op rechtsstaat te zijn.... Ik beleef dit als een uiterste aantasting van mijn rechtsbesef. Intussen kan ik mijn leven, mijn onderwijs en leiding-geven formeel ongestoord voortzetten. Maar levensgrote risiko's neem ik dan wel; bijv. naar mijn studenten toe. Ik voel mij psychisch, op afstand, 'gepakt'.... Dan past de term intimidatie. Waarmee deze merkwaardige situa tie zich tot in de zoveelste macht verheft. Meneer de president, mijne heren, Wij winden er geen doekjes om. Ten principale wordt de achtergrond van dit proces bepaald door het handelen van mijn zoon tegenover de Nederlandse Staat en zijn Militaire Apparaat. Immers, door wetgeving naast zich neer te leggen wordt het gezag van die staat ondergra ven, ontkend. Door het Militaire Apparaat te negeren wordt aan de macht voorbijgegaan. Dat schijnt nog erger te zijn dan gezag ontzeggen Eerder sprak ik al over verondersteld gezag. Ik voel me dan ook ten opzichte van u verplicht daar wat nader op in te gaan. De enige grond voor het bestaan van een staat is géén andere dan het waarborgen van recht en gerechtigheid in de onderlinge verhoudingen of nog simpeler gezegd: het aardig met elkaar samenleven in vrede. Daarom zal de staat in zijn wet- en regelgeving de grootste terughoudenheid dienen te betrach ten; zeker in de sfeer van de persoonlijke vrijheid, dus daar waar morele principes in het spel zijn. Het komt aan vrije mensen toe zich in te spannen om de macht van de staat terug te dringen waar die staat zijn boekje te buiten is gegaan. In een parlementaire democratie zouden de politieke partijen daartoe het aangewezen middel kunnen zijn. De geschiedenis leert helaas dat van hen weinig te verwachten valt, omdat tal van belangenvervlechtingen een rol spelen. Maar dergelijke belangen hebben niets met recht te maken. Die situatie vródgt om dissidenten! In ieder geval mag de staat nooit omwille van zichzelf bestaan. Een staat bestaat er wel om verkrachters buiten de samenleving te houden, om de winsten van Philips en Shell ten bate van het algemeen aan te wenden, om klaploperij op basis van sociale voorzieningen te voorkomen. Maar geen enkele staat heeft het recht om in te grijpen in de praktizéring van een levensovertui ging, zodra het gaat om zaken van leven en dood, daar waar dragende morele principes van een beschaving in het geding zijn. Geen staat heeft zeggenschap, 'gezag'over zeer persoonlijke beslissingen als bijvoorbeeld abortus en eutha nasie. Hij hoort er slechts op toe te zien dat de mogelijkheden tot dergelijke ingrijpende beslis singen gewaarborgd zijn én te waken tegen enigerlei verplichting of dwang daartoe. In de dienstplichtwet begeeft de staat zich op hetzelfde terrein. Ook daar waar het gaat om zaken van leven en dood. Een terrein waar hij afwezig dient te blijven. Waarom? Omdat elk militair apparaat in de samenleving van mensen een belichaming is van het kwaad. Daarmee is niet ontkend dat er met een kromme stok nog wel eens een rechte slag valt toe te brengen. Nog minder hoort u mij beweren dat alle dienaren van dat apparaat persoonlijk tot de kwaden gerekend moeten worden. Wél stel ik dat het apparaat naar zijn eigen aard tot het rijk van het kwaad behoort. Daarom heeft geen enkele staat het recht er zo n apparaat op na te houden. Ook niet als verdedigingsinstrument. De recente geschiedenis toont aan waar dit toe leidt. Wie bereid is burgersteden als Keulen, Hamburg, Dresden, en vervolgens Hiroshima en Nagasaki van de aardbodem weg te vegen, tracht een bevrijding van de vijand te bewerkstelligen met dezelfde duivelse methoden en middelen die de vijand hanteerde. Werkelijke bevrijding van mensen kan op die manier nooit bereikt worden. Zo ondergraaft men eigen beschaving en kuituur. Bovendien, u heeft het nog weer op de t.v. kunnen zien, de aanvoerlijnen naar de concen tratiekampen bleven intakt. Bijzonder merk waardig.... Waar ging het eigenlijk om? In plaats van echte, menselijke bevrijding is er dan ook slechts een omkeer in systemen bereikt, die zich opnieuw tegen mensen keren. De kernwapenwedloop is daarvan het duidelijkste bewijs. Wie in principe bereid is zich te verdedigen terug te slaan met dezelfde het leven verdervende middelen, behoort niet alleen gewantrouwd, maar onder curatele gesteld te worden. Nog demonischer wordt de situatie als de staat meent haar onderdanen te kunnen verplichten in dat kwaad te delen. Dét gebeurt via de dienstplichtwet. Op datzelfde moment ontvalt elk moreel recht aan het gezag van de staat. Daarmee heeft hij zijn eigen gezag verspeeld. Mijne heren, met betrekking tot de dienstplicht wet is er een aantal rare zaken aan de hand. Zó eigenaardig zelfs dat de vraag gesteld moet worden of de Nederlandse Staat er principieel prijs op stelt rechtsstaat te zijn. Een wet die door het parlement is aanvaard, hoort in een demokratie voor de bürgelijke rechter aangevochten te kunnen worden. Maar ten aanzien van de dienstplichtwet past de Nederlandse Staat twee trucs toe. In de eerste plaats is er de mogelijkheid een beroep te doen op de wet voor gewetensbezwaar den (1962). Wij willen daar, mijn zoon en ik, geen misverstand over laten bestaan: gelukkig dat die wet er is gekomen. Voor een aantal bewust levende, kritische jongemensen kén een beroep op deze wet een aanvaardbare weg zijn. Maar tegelijkertijd wordt via deze wet iets weggemoffeld. Zo heeft de staat het recht niet om een gewetensonderzoek in te stellen, zeker niet wanneer dit selektie.f-diskriminerend gebeurt; want waarom géén gewetensonderzoek ingesteld bij degenen die onverwijld de militaire dienst instappen? Misschien zou dat zelfs eerder op zijn plaats zijn. Bovendien wordt zo het principiële karakter van het verzet tegen de dienstplichtwet en het militaire apparaat uit de openbaarheid gehou den: op handige wijze voorkomt de staat dat er telkens weer politieke processen tegen hem worden gevoerd voor de burgerlijke rechter. De tweede truc bestaat via de befaamde inlijvingsregeltje voor degenen die zich niet aan de keuring willen onderwerpen. Daarmee wordt de onvrijwillig ingelijfde onder een énder recht geplaatst dan dat van de Nederlandse Staat. Hij schept daadwerkelijk een staat in de staat. Wat onder alle omstandigheden levensgevaarlijk blijft. Natuurlijk weet u heel goed dat mijn zoon Eelco hier niet terecht staat voor een krijgstuchtelijk vergrijp, maar dat u door de wet gehouden bent een naar zijn karakter politiek proces tegen hem te voeren. Daarbij bent u bovendien in hoge mate rechter in eigen zaak. Onafhankelijke rechters zou het sieren een wet waaraan zoveel principiële haken en ogen zitten, te laten voor wat ze is, en zichzelf onbevoegd te verklaren omwille van het politieke karakter én de te sterke betrokkenheid! Of zijn militaire rechters niet onafhankelijk? En is er dus metterdaad sprake van een staat in de staat? Ik kan tot geen andere konklusie komen dan dat u totaalweigeraars niet kunt laten lopen omdat in hen en door hen, publiekelijk, het gezag van de staat en het bestaansrecht van een militair gpparaat wordt aangevochten. Wanneer op die konklusieja' gezegd moet worden, bevestigt dit mijn vermoeden dat staat en militair apparaat zich verhouden als lichaam en kankergezwel; waarbij ik in het midden laat wie primair lichaam, wie primair kankergez we! moet heten. Mijne heren, leden van de krijgsraad, ik probeer tot een slotsom te komen. Een onafhankelijke rechter brengt situaties in rekening. Natuurlijk, mijn zoon Eelco kiest voor zich, zelfstandig. Ik heb u duidelijk trachten te maken hoe er in zijn opvoeding tegenaan gekeken en mee geleefd wordt. Ik bepleit géén 'verzachtende' omstandig heden, omdat dit begrip volkomen averechts is in dit type processen. De logische konklusie naar recht en gerechtigheid kan geen andere zijn dan gelasten onmiddellijk in vrijheid te stellen. Wél vraag ;ik u als personen (dus niet als lid van een institutie) récht te doen, dat is: de morele moed op te brengen naar eigen geweten te oordelen. Het begin van Psalm 58 stelt de vraag: 'Machtigen der aardezijn jullie wel eerlijk?! Spreken jullie werkelijk recht?' Ik citeer tenslotte een fragment uit het jongste boek van Breyten Breytenbach ('De ware bekentenissen van een witte terrorist'): '....doe me een plezier en bewijs alle gevangenen één kleine gunst: geef toe dat alles wat een gedetineerde in de gevangenis doet of nalaat onder druk wordt gedaan of nagelaten. Vergeet nooit dat het aanhouden en ondervra gen en veroordelen en vasthouden van een mens tot doel heeft hem te desoriënteren en alles van belang te vernietigen: zijn zelfgevoel en het vanzelfsprekende bewust-zijn van de hem omringende wereld, het hele tapijt van relaties met andere mensen, alle tentakels waarmee hij ideeën vastgrijpt, bégrijpt; en als dat alles vernietigd is zal men het pakhuis met zijn dromen en fantasieën en verwachtingen binnendringen en het tot de grond toe afbranden. Wilt dét ondernemen ten opzichte van mijn zoon? Dat is dus: zelfs de geestelijke vrijheid doden. Psalm 58 gaat verder: 'Nee, zoals jullie regeren maak je de weg vrij voor geweld. Op dit moment is echter nóg aan het antwoord. M.P.F. HAAK (De Krijgsraad veroordeelde Eelco Haak tot 12 maanden gevangenisstraf, red. NZ.)

Tijdschriftenbank Zeeland

Nieuw Zeeland | 1984 | | pagina 9